SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0377/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. BSE.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0377/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. BSE.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0377/01
van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie
(15 februari 2001)
Betreft: BSE
Er heerst grote bezorgdheid over de zogenaamde gekkekoeienziekte (BSE) en over de vraag of deze ziekte overdraagbaar is op de mens en of dit ook in de afgelopen jaren al gebeurd zou zijn bij gebrek aan specifieke controles. De Europese publieke opinie is het weliswaar eens met de maatregelen met het oog op het opsporen en vernietigen van zieke runderen en met de voorlichtingscampagnes in verband daarmee, maar begint zich af te vragen of het mogelijk is duidelijkheid te verkrijgen over de omvang van de mogelijke besmetting.
Welke campagnes kunnen er worden gevoerd voor het Europese publiek? Bestaan er op dit gebied bevolkingsonderzoeken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld welk percentage van de bevolking besmet zou kunnen zijn? Bestaat er zekerheid omtrent de overdraagbaarheid van de ene mens op de andere en over de eventuele risico's van bloedtransfusies en orgaantransplantaties?
Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie
(17 april 2001)
De geachte afgevaardigde wordt verwezen naar het antwoord van de Commissie op schriftelijke vragen E-3746/00 van mevrouw Paulsen en de heer Olsson(1), E-4087/00 van de heer Watson(2), E-0163/01 van de heer Zappalà(3) en anderen, en mondelinge vraag H-0951/00 van de heer Alavanos tijdens het vragenuur van de vergaderperiode januari 2001 van het Parlement(4).
Momenteel zijn geen deugdelijke tests beschikbaar voor het opsporen van de aanwezigheid van een boviene spongiforme encefalopathie (BSE)-agens bij mensen. Thans worden echter verscheidene soorten tests ontwikkeld.
Hoewel er wetenschappelijk bewijs bestaat voor het verband tussen de variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (vCJD) en BSE, is er geen zekerheid over de overdraagbaarheid van BSE op mensen noch over de overdraagbaarheid via bloed of organen van vCJD. De Commissie is zich echter bewust van het mogelijke probleem van de overdracht van vCJD door bloed en bloedderivaten. De relevante wetenschappelijke comités bestuderen voortdurend de laatste wetenschappelijke gegevens op dit gebied en de Commissie zal zo nodig preventieve maatregelen voorstellen. Op 13 december 2000 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn inzake de kwaliteit en de veiligheid van bloed goedgekeurd(5). Na goedkeuring door het Parlement en de Raad zal deze richtlijn normen voor de veiligheid van bloed in de gehele Gemeenschap vaststellen en de rechtsgrond vormen voor communautaire maatregelen met betrekking tot de preventie van de overdracht van vCJD via bloed en bloedderivaten.
(1) PB C 174 E van 19.6.2001, blz. 132.
(2) PB C 187 E van 3.7.2001, blz. 129.
(3) Zie blz. 33.
(4) Schriftelijk antwoord van 16.1.2001.
(5) COM(2000) 816 def.