Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0785/01 van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie. Invoer van vis in de EU.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0785/01 van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie. Invoer van vis in de EU.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0785/01

van Sebastiano Musumeci (UEN) aan de Commissie

(7 maart 2001)

Betreft: Invoer van vis in de EU

In 2000 voerde Italië meer dan 405 000 ton vis in; 56 % daarvan was afkomstig uit de EU, de overige 44 % uit derde landen zoals Argentinië, Marokko, Thailand en Colombia.

Ongeveer eenvierde van de uit deze laatste landen geïmporteerde vis is afkomstig van kwekerijen. Op het grondgebied van de EU gelden communautaire voorschriften inzake de sanitaire waarborgen waaraan de hygiëne van het water in viskwekerijen dient te voldoen. Kan de Commissie zeggen:

1. of de kwaliteit en de hygiëne van uit derde landen geïmporteerde vis worden gecontroleerd;

2. of de Commissie in de met derde landen gesloten visserijovereenkomsten soortgelijke maatregelen heeft opgenomen als die welke in de EU worden toegepast om een hoog gezondheidspeil te garanderen?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(2 mei 2001)

De invoer van visserijproducten uit derde landen wordt sinds 1991 geregeld bij Richtlijn 91/493/EEG van de Raad van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van visserijproducten(1).

1. Bij deze richtlijn worden de gezondheidsvoorschriften en de controlemaatregelen vastgesteld die gelden voor visserijproducten die in de Gemeenschap op de markt worden gebracht. Het gaat daarbij om zowel communautaire productie als invoer uit derde landen. In de Richtlijn is bepaald dat de gezondheidsvoorschriften die worden toegepast voor uit derde landen ingevoerde visserijproducten, minstens equivalent moeten zijn aan die welke gelden voor de communautaire productie.

2. Om specifieke voorwaarden vast te stellen voor de invoer van visserijproducten uit een derde land, moet de Commissie vorenvermelde equivalentie controleren, waarbij zij met name rekening moet houden met:

- de wetgeving van het derde land;

- de organisatie van de bevoegde instantie van het derde land en van haar inspectiediensten;

- de feitelijke sanitaire omstandigheden bij de productie, opslag en verzending van voor de Gemeenschap bestemde visserijproducten;

- de door het derde land geboden garanties ten aanzien van de naleving van de in de bijlage bij Richtlijn 91/493/EEG vastgestelde eisen.

Wanneer na een door inspecteurs van de Gemeenschap verricht controlebezoek in het derde land blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan, wordt de bevoegde instantie van het derde land erkend bij besluit van de Commissie. De bevoegde instantie is dan gemachtigd om visserijproducten voor uitvoer naar de Gemeenschap aan communautaire normen te toetsen en voor de uitvoer van dergelijke producten gezondheidscertificaten te ondertekenen.

(1) PB L 268 van 24.9.1991.