Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0872/01 van Ilda Figueiredo (GUE/NGL) aan de Commissie. Europese ondernemingsraden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0872/01 van Ilda Figueiredo (GUE/NGL) aan de Commissie. Europese ondernemingsraden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0872/01

van Ilda Figueiredo (GUE/NGL) aan de Commissie

(22 maart 2001)

Betreft: Europese ondernemingsraden

De groep Samu Auchan, met zetel in Frankrijk en vestigingen in Portugal, Spanje, Italië en Luxemburg, met in totaal 37 000 werknemers, sloot op 17 mei 1996 met enkele Franse vakbonden een overeenkomst met het oog op de instelling van een Europese ondernemingsraad. De overeenkomst is op 28 mei 1996 ingediend bij de Conseil de Prud'hommes van Lannoy.

Nu heeft de administratie op basis van deze overeenkomst aan het personeel van de groep, die waren verzocht deel te nemen aan de Europese ondernemingsraad, de namen doen toekomen van de vertegenwoordigers van de werknemers van de verschillende landen.

In punt 2.2 van de overeenkomst staat echter dat de leden van de raad aangewezen worden door de belangrijkste personeelvertegenwoordiging van elke vestiging (of in voorkomend geval de centrale ondernemingsraad) en op een door elke entiteit vast te stellen wijze, in overleg tussen de directie en de afgevaardigden van de vakbonden of, bij ontstentenis van vakbonden, de vertegenwoordigers van het personeel. Op grond van dit punt besloot de directie van de onderneming een van de effectieve vertegenwoordigers van de Portugese werknemers te wraken en te vervangen door een plaatsvervanger.

Is het volgens de Commissie correct dat de overeenkomst, die alleen tussen partijen van de Franse onderneming is gesloten, ook aan de vestigingen in andere lidstaten wordt opgelegd, in weerwil van de praxis en de wetgeving betreffende de benoeming/verkiezing van de vertegenwoordigers van de werknemers?

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(5 juni 2001)

De op 17 mei 1996 in de groep Samu Auchan ondertekende overeenkomst tot instelling van een Europese ondernemingsraad moet worden beschouwd als een zogenaamde pre-richtlijn-overeenkomst, als bedoeld in artikel 13 van Richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers(1).

Artikel 13 van de richtlijn bepaalt dat de uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen niet van toepassing zijn op concerns met een communautaire dimensie die reeds vóór de datum van de omzetting van de richtlijn een voor alle werknemers geldende overeenkomst inzake grensoverschrijdende informatie en raadpleging van de werknemers hebben gesloten.

De reden voor deze bepaling is dat de communautaire wetgever een speciale behandeling en flexibiliteit wenste te geven aan de ondernemingen en concerns die op de uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen hadden geanticipeerd en tezelfdertijd de op vrijwilligheid en consensus gebaseerde aanpak wenste te behouden, die het kenmerk van de toepassing van deze bepaling moet zijn. Dat betekent dat geen rechtsregels prevaleren boven hetgeen de partijen hebben overeengekomen en dat de inhoud van een geldige artikel 13-overeenkomst niet anders kan worden bekeken dan in relatie tot dat artikel en de relevante nationale bepalingen tot uitvoering van dat artikel.

Artikel 13 van Richtlijn 94/45/EG is in het Franse recht omgezet bij artikel 5 van wet nr. 96-985 van 12 november 1996 inzake de informatie en raadpleging van de werknemers in ondernemingen en concerns met een communautaire dimensie en inzake collectieve onderhandelingen(2).

Aangezien voornoemde overeenkomst met de groep Samu Auchan onder het Franse recht valt en Frankrijk de bepalingen van voornoemde richtlijn naar behoren in zijn nationaal recht heeft omgezet, wil de Commissie onderstrepen dat kwesties in verband hiermee moeten worden geregeld volgens de nationale procedures voor de arbeidsverhoudingen en/of voor de nationale rechtbanken.

(1) PB L 254 van 30.9.1994.

(2) Ondernemingen en concerns met een communautaire dimensie die op de datum waarop deze wet van kracht wordt reeds een overeenkomst hebben gesloten die voor alle werknemers geldt en die voorziet in organen of andere vormen van informatie, uitwisseling van standpunten en dialoog op communautair niveau, zijn niet onderworpen aan de verplichtingen die voortvloeien uit Hoofdstuk X van Titel III van Deel IV van de Arbeidscode, zoals geformuleerd ingevolge deze wet. Dit is ook het geval wanneer dergelijke overeenkomsten aflopen en de ondertekenende partijen besluiten om hen te verlengen. De bepalingen van artikel L 439-24 van de Arbeidscode in de formulering als gevolg van deze wet zijn echter van toepassing op de in de eerste alinea vermelde concerns, die organen voor informatie, uitwisseling van standpunten en dialoog op communautair niveau hebben opgericht. (niet-officiële vertaling)