Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1004/01 van Edward McMillan-Scott (PPE-DE) aan de Commissie. Europees initiatief voor democratie en mensenrechten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1004/01 van Edward McMillan-Scott (PPE-DE) aan de Commissie. Europees initiatief voor democratie en mensenrechten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1004/01

van Edward McMillan-Scott (PPE-DE) aan de Commissie

(30 maart 2001)

Betreft: Europees initiatief voor democratie en mensenrechten

Welke plannen heeft de Commissie voor de voortzetting van de administratie, controle en evaluatie van projecten die uit hoofdstuk B7-70 worden gefinancierd?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(3 juli 2001)

De Raad heeft op 29 april 1999 twee verordeningen aangenomen(1) waarin de voorwaarden worden vastgesteld voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de doelstellingen van consolidatie van de democratie en de rechtsstaat alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Zij vormen de juridische grondslag voor alle acties ter verdediging van de mensenrechten en de democratisering die uit hoofde van hoofdstuk B7-70 van de begroting van de Gemeenschap worden gefinancierd.

In het kader van de hervorming van de buitenlandse hulp, werkt het Directoraat-generaal (DG) buitenlandse betrekkingen, in overleg met de geografische diensten en de delegaties, in de eerste plaats een programma uit om prioriteiten vast te stellen die zijn gebaseerd op de doelstellingen van de verordeningen over de mensenrechten en die rekening houden met de politieke prioriteiten van de Unie. Deze programmering wordt vervolgens door de diensten van het Samenwerkingsbureau ten uitvoer gelegd.

1. Beheer en follow-upIn de begroting voor 2001 bestrijkt dit hoofdstuk vijf begrotingslijnen(2) en beschikt het over drie belangrijke middelen om de strategieën van de Unie op de betrokken gebieden ten uitvoer te leggen:

a) Projecten geïdentificeerd door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen(3)

Met een bijdrage van de Commissie van tenminste 300 000 per project, worden deze projecten ten uitvoer gelegd door actoren van de burgerlijke samenleving, met inbegrip van de lokale autoriteiten (doch zonder de overheidsorganisaties of instellingen, nationale en internationale). Voor deze oproep zijn prioriteiten vastgesteld die zijn gebaseerd op de doelstellingen van de verordeningen betreffende de mensenrechten. In overeenstemming met het beleid van de Commissie om rekening te houden met de genderproblematiek, moeten de projecten waarvoor een oproep tot het indienen van voorstellen wordt gelanceerd speciaal melding maken van de gevolgen van hun activiteiten voor mannen en vrouwen. Naar aanleiding van deze oproep zijn ongeveer 1300 projecten ontvangen voor een bedrag van ongeveer 1 miljard.

b) Gerichte projecten

Deze projecten worden ten uitvoer gelegd in het kader van gemeenschappelijke programma's met de partners, waartoe internationale overheidsorganisaties of nationale autoriteiten kunnen behoren. De projecten worden door de Commissie geïdentificeerd in het kader van specifieke doelstellingen die maar kunnen worden gerealiseerd door middel van een oproep tot het indienen van voorstellen. Doel is het steunen van projecten die het door hun belang en duur mogelijk maken ervoor te zorgen dat de activiteiten de betrokken situatie ingrijpend zullen veranderen. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden steunt de Commissie projecten van ten minste 600 000.

c) Microprojecten

Deze door lokale niet-gouvernementele organisaties (NGO's) opgezette projecten komen in aanmerking voor een communautaire bijdrage van ten hoogste 50 000; zij worden rechtstreeks door de delegaties van de Commissie in de betrokken landen beheerd. Deze projecten hebben betrekking op NGO's die een essentiële rol spelen in hun land doch die meestal vanwege hun omvang en menselijk potentieel geen toegang hebben tot begrotingsmiddelen via de andere genoemde mechanismen. De delegaties van de Commissie zijn verantwoordelijk voor het lanceren van een lokale oproep tot het indienen van voorstellen gebaseerd op specifieke prioriteiten, het evalueren en selecteren van projecten, het sluiten van contracten met de aanvragers, de selectie en betalingen, in overeenstemming met de door de Commissie vastgestelde richtsnoeren.

2. Evaluatie

Alle contracten voorzien voor de Commissie en de Rekenkamer in de mogelijkheid om de documenten alsook de plaats van uitvoering van de projecten te controleren.

In het derde kwartaal van 2001 zou een onafhankelijke evaluatie plaatsvinden van 10 à 15 % van alle projecten (op dit ogenblik worden 724 projecten beheerd voor een bedrag van 221 miljoen), d.w.z. een evaluatie van ongeveer 100 projecten per jaar.

Zowel voor de evaluatie als voor de geregelde follow-up van alle projecten zullen duidelijke instructies worden vastgesteld. Wat de geregelde follow-up van alle projecten betreft zullen aan het eind van het derde kwartaal 2001 methodologische instrumenten worden ontwikkeld.

Daarnaast zal een elektronisch netwerk van alle begunstigden tot stand worden gebracht waardoor het mogelijk zal zijn om met deze laatsten rechtstreeks in contact te treden. Tenslotte wordt overwogen om op een internetsite gewijd aan de ondersteuning van de democratie en de mensenrechten artikelen te publiceren over de projecten.

(1) Verordeningen (EG) nrs. 975/1999 en 976/1999 van de Raad van 29 april 1999, PB L 120 van 8.5.1999.

(2) B7-701 (bevordering en bescherming van de rechten van de mens), B7-702 (steun aan de democratie), B7-703 (conflictpreventie en aanpak van de gevolgen van conflicten), B7-704N (internationale straftribunalen), B7-709N (vrije en eerlijke verkiezingen).

(3) Alleen de drie begrotingslijnen B7-701, 702 en 703 maken het voorwerp uit van deze oproepen. Het ligt in de bedoeling om in 2001 ongeveer 50 % van alle middelen van het hoofdstuk toe te kennen voor oproepen tot het indienen van voorstellen, d.w.z. ongeveer 50 % van de middelen die beschikbaar zijn voor elk van de drie begrotingslijnen.