SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1300/01 van Luisa Morgantini (GUE/NGL) aan de Commissie. Onregelmatigheden in de uitvoering van de handelsovereenkomst EG-Israël.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1300/01 van Luisa Morgantini (GUE/NGL) aan de Commissie. Onregelmatigheden in de uitvoering van de handelsovereenkomst EG-Israël.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1300/01
van Luisa Morgantini (GUE/NGL) aan de Commissie
(19 april 2001)
Betreft: Onregelmatigheden in de uitvoering van de handelsovereenkomst EG-Israël
In september 1998 hebben Israëlische functionarissen ten aanzien van de Europese Commissie bevestigd dat het officiële beleid inhoudt dat de Israëlische douane producten die volledig of grotendeels vervaardigd zijn in de Israëlische nederzettingen, stelselmatig waarmerkt als producten van oorsprong uit de staat Israël. In 1999 brachten de douanediensten van de lidstaten verscheidene gevallen aan het licht van frauduleuze invoer van producten uit de nederzettingen onder het preferentiële stelsel, en zij meldden deze zaken aan de Commissie. In januari 2000 deelde de Commissie mede dat de interpretatie die Israël gaf aan de territoriale werkingssfeer van de overeenkomst niet overeenkwam met die welke de Europese Unie daaraan gaf, en dat inspanningen werden geleverd om een realistische oplossing te vinden die het standpunt van beide partijen respecteerde. In maart 2000 verzekerde de Commissie dat de procedure voor de controle op de oorsprong van producten het mogelijk maakte te oordelen of op een product al dan niet een preferentiële regeling kon worden toegepast, zelfs wanneer het betrokken derde land niet wilde meewerken om de oorsprong te bepalen. Volgens verklaringen van de bevoegde Israëlische functionaris in de Israëlische pers hebben de douanediensten van de lidstaten naar verluidt in mei en juni de eerste van ettelijke duizenden dergelijke verificatieprocedures uitgevoerd, en bereidden de Israëlische douanediensten zich voor om te antwoorden op vragen van de lidstaten over de oorsprong van producten uit de Joodse nederzettingen door hun certificaat van oorsprong te bevestigen.
Heeft de uitvoering die Israël geeft aan de afspraken inzake regels van oorsprong volgens een interpretatie van de territoriale clausule die het internationaal publiek recht schendt, het vermogen van de douanediensten van de lidstaten om douanefraude op te sporen en te voorkomen, belemmerd of beperkt? Kan de Commissie als hoedster van de Verdragen zeggen wat de omvang is van de douanefraude die tegen de Gemeenschap is gepleegd in de laatste jaren en decennia, ten gevolge van het feit dat de lidstaten geen halt hebben toegeroepen aan de preferentiële invoer van producten uit de nederzettingen die ten onrechte van de Israëlische douane een certificaat van oorsprong van de staat Israël hadden gekregen? Is de Commissie voornemens de verliezen voor de communautaire schatkist te verhalen op de lidstaten die deze fraude niet hebben opgespoord en verhinderd?
Antwoord van de heer Patten namens de Commissie
(21 mei 2001)
Het zal het geachte parlementslid bekend zijn dat in de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Israël is voorzien in een procedure voor de verificatie van het bewijs van oorsprong, waarbij de douaneautoriteiten van het land van invoer het certificaat van oorsprong terugzenden naar de
douaneautoriteiten van het land van uitvoer indien zij gerede twijfel hebben over de authenticiteit van deze documenten, de status van oorsprong van de betrokken producten of de nakoming van de andere vereisten van Protocol 4 van de overeenkomst. De verificatie hiervan wordt uitgevoerd door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Deze procedure vindt thans plaats.
Door de douanediensten van de lidstaten zijn naar de Israëlische douaneautoriteiten ongeveer 2000 certificaten van oorsprong teruggezonden. In de associatieovereenkomst EU-Israël is bepaald dat de douaneautoriteiten van Israël tot ten hoogste tien maanden tijd hebben om de douanediensten van de lidstaten te antwoorden. Indien de Israëlische douaneautoriteiten niet antwoorden of indien het antwoord niet voldoende informatie bevat om de authenticiteit van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, dienen de verzoekende douanediensten de aanspraken op de preferenties te weigeren.