Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/01 van Elspeth Attwooll (ELDR) aan de Commissie. Onderzoek en proefnemingen met primaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/01 van Elspeth Attwooll (ELDR) aan de Commissie. Onderzoek en proefnemingen met primaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1483/01

van Elspeth Attwooll (ELDR) aan de Commissie

(18 mei 2001)

Betreft: Onderzoek en proefnemingen met primaten

Met het vijfde kaderprogramma onderzoek financiert de Europese Unie veel onderzoek naar de behandeling van ziekten, dat voor een deel ook proefnemingen op dieren omvat. Meer in het bijzonder worden er honderden niet-menselijke primaten in gevangenschap gehouden voor proefnemingsdoeleinden. Eén van de principes van het wetenschappelijk onderzoek op dieren is de regel van de drie R's: replace, reduce, refine (vervangen, verkleinen, verbeteren).

Op welke manier zorgt de Europese Commissie ervoor dat proefnemingen die door de Europese Unie gefinancierd worden, die principes in acht nemen en echt nodig en niet nodeloos wreed zijn voor de dieren die gebruikt worden? Zijn de begunstigden van de financiering verplicht om zich ervan te verzekeren dat er geen alternatieve testmethoden bestaan? Welke ethische en morele voorwaarden - voor zover die er zijn - staan er in de contracten voor financiering van onderzoek?

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(19 juli 2001)

Het geachte parlementslid weet wellicht dat alle research waarvoor dieren gebruikt worden valt onder Richtlijn 86/609/EEG van de Raad van 24 november 1986(1) inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de naleving hiervan.

De Commissie heeft bij de implementatie van het Vijfde Kaderprogramma voor wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling de grootst mogelijke waakzaamheid betracht ten aanzien van dierproeven en dierenwelzijn.

In de bijlage bij het Besluit van de Raad(2) betreffende het programma voor de kwaliteit van het bestaan staat dat de financiering van onderzoek op het gebied van dieren in het kader van dit programma beperkt is waar het gaat om proeven met en op dieren, die zoveel mogelijk moeten worden vervangen door in vitro proeven of andere methoden. Alle aanvragers van subsidie zijn verplicht om de procedures te beschrijven waarmee zij de regel van de drie R's (vervangen verkleinen, verbeteren) willen naleven om het welzijn van dieren beschermen.

Voorts wordt in het kader van dit programma steun verleend aan onderzoek naar de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven.

In het kader van het kwaliteit van het bestaan-programma is systematisch door onafhankelijke deskundigen een ethische beoordeling verricht, wanneer het ging om gevoelige onderwerpen als het gebruik van niet-menselijke primaten. In dit ethische beoordelingspanel hebben onder meer vertegenwoordigers van dierenwelzijngroeperingen zitting. Deze ethische beoordeling zorgt ervoor dat de uitvoering van alle onderzoek waarbij dieren betrokken zijn gebeurt volgens Richtlijn 86/609/EEG. Er vindt een

afweging plaats van het totale voordeel van het voorgestelde onderzoek tegen de mogelijke kosten in termen van dierenleed. Het project krijgt pas subsidie, wanneer op alle ethische vragen een bevredigend antwoord is gekomen. Alle deelnemers hebben zich er contractueel toe verbonden om aan alle nationale wettelijke en ethische eisen te voldoen.

(1) PB L 358 van 18.12.1986.

(2) 1999/167/EG: Beschikking van de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van Kwaliteit van het bestaan en beheer van de biologische hulpbronnen (1998-2002), PB L 64 van 12.3.1999.