SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1594/01 van Luckas Vander Taelen (Verts/ALE) aan de Commissie. Luxemburgstation in Brussel en het vrije verkeer van diensten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1594/01 van Luckas Vander Taelen (Verts/ALE) aan de Commissie. Luxemburgstation in Brussel en het vrije verkeer van diensten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1594/01
van Luckas Vander Taelen (Verts/ALE) aan de Commissie
(21 mei 2001)
Betreft: Luxemburgstation in Brussel en het vrije verkeer van diensten
De Belgische Spoorwegmaatschappij (NMBS) heeft de studies betreffende het Luxemburgstation in Brussel in het kader van de aanleg van de gebouwen D4 en D5 aan het Luxemburgplein toevertrouwd aan de Tijdelijke Vereniging AEL-Group T-Tractabel. Als eigenaar is de NMBS bouwheer voor de renovatie van het station en heeft zij in die hoedanigheid voor de renovatie ervan een stedebouwkundig attest aangevraagd bij het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gemeente Elsene (indieningsdatum: 28 april 1998).
Richtlijn 92/50/EEG(1) van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening moet in de zin van richtlijn 71/305/EEG(2) worden toegepast door alle aanbestedende diensten en elke belemmering voor het vrije verkeer van diensten moet worden vermeden.
Kan de Commissie nagaan of de NMBS overeenkomstig richtlijn 92/50/EEG een aanbesteding voor dienstverlening heeft gehouden voor de studies betreffende het Luxemburgstation en de renovatie daarvan?
(1) PB L 209 van 24.7.1992, blz. 1.
(2) PB L 185 van 16.8.1971, blz. 5.
Aanvullend antwoordvan de heer Bolkestein namens de Commissie
(14 januari 2002)
Uit de door de Belgische autoriteiten en belanghebbende partijen verstrekte informatie blijkt dat de NMBS niet behoort tot de ondertekenaars van de studieovereenkomst inzake de renovatie van het Luxemburgstation in Brussel. Het gaat hier namelijk om een overeenkomst tussen de NV Forum Leopold (particuliere projectontwikkelaar) en Tractabel. Wel is de overeenkomst ondertekend in aanwezigheid
van de NMBS. Als eigenaar van het terrein heeft zij de auteurs studies en bepaalde technische informatie over de toegang tot het station verstrekt. De NMBS is dus niet opgetreden als aanbestedende dienst, noch als bouwheer. Zij draagt ook niet bij aan de financiering van de studies.
Omdat het in het onderhavige geval ging om een overeenkomst tussen twee privaatrechtelijke rechtspersonen, waarbij de NMBS geen partij was, was Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening(1) in dit geval niet van toepassing.
(1) PB L 209 van 24.7.1992.