Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1629/01 van Caroline Jackson (PPE-DE) aan de Commissie. EU-kredieten voor onderzoek met primaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1629/01 van Caroline Jackson (PPE-DE) aan de Commissie. EU-kredieten voor onderzoek met primaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1629/01

van Caroline Jackson (PPE-DE) aan de Commissie

(12 juni 2001)

Betreft: EU-kredieten voor onderzoek met primaten

Naar verluidt ontvangt het biomedisch primatenonderzoekscentrum in Rijswijk (Nederland) subsidie uit de EU-begroting.

1. Kan de Commissie meedelen om hoeveel geld het gaat en welke experimenten worden uitgevoerd?

2. Hoe kan de Commissie uitgaven voor dergelijk onderzoek rechtvaardigen tegenover hen die fundamentele bezwaren hebben tegen het gebruik van primaten voor medisch onderzoek?

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(18 juli 2001)

Binnen het vijfde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO), heeft de Commissie tot dusver voor een totaal van circa 4,3 miljoen subsidies verleend aan het Biomedisch Primatenonderzoekcentrum (BPOC). De subsidies omvatten diverse driejaren-onderzoekprojecten die in 1999 en 2000 van start zijn gegaan. Zij betreffen onderzoekgebieden zoals de ontwikkeling van vaccins en geneesmiddelen voor het menselijke immunodeficiëntie syndroom (HIV), tuberculose, malaria and hepatitis-C.

Bij de uitvoering van het vijfde kaderprogramma voor OTO heeft de Commissie de grootst mogelijke waakzaamheid aan de dag gelegd ten aanzien van experimenten met dieren en het welzijn van dieren.

Krachtens de bijlage bij de beschikking van de Raad(1), over het programma Kwaliteit van het bestaan, kunnen in het kader van dit programma slechts in beperkte mate subsidies worden verleend voor onderzoek waarbij dieren betrokken zijn. Experimenten en proeven met dieren moeten, waar mogelijk, worden vervangen door in-vitroproeven of andere alternatieven. Ieder die een voorstel indient, moet beschrijven hoe hij van plan is de drie principes: vervanging, vermindering en verfijning in acht te nemen en het welzijn van de dieren te beschermen.

Bovendien wordt voor onderzoek naar alternatieven voor experimenten met dieren en voor dierenwelzijn steun verleend uit dit programma.

In het kader van het programma Kwaliteit van het bestaan is voor voorstellen waarbij het ging om gevoelige kwesties zoals het gebruik van niet-menselijke primaten, systematisch een onafhankelijk ethisch onderzoek uitgevoerd. Het onderzoekpanel bestond onder andere uit vertegenwoordigers van organisaties voor de bescherming van dieren. Het ethisch onderzoek garandeert dat alle onderzoek waarbij dieren zijn betrokken, wordt uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 86/609/EEG. Daarbij wordt het algemene voordeel van het voorgestelde onderzoek afgewogen tegen de mogelijke prijs, het lijden van de dieren. Verder moeten deelnemers aan onderzoekprojecten voldoen aan alle nationale wettelijke en ethische vereisten. Het project krijgt geen subsidie alvorens alle ethische vragen naar tevredenheid zijn beantwoord.

Het BPOC, dat zich in de Gemeenschap bevindt, maar dat los staat van de Gemeenschap, is de contractuele verplichting aangegaan om te voldoen aan alle nationale en ethische vereisten.

(1) 1999/167/EG: Beschikking van de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van Kwaliteit van het bestaan en beheer van de biologische hulpbronnen (1998-2002) PB L 64 van 12.3.1999.