SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1710/01 van Jean-Claude Fruteau (PSE) aan de Commissie. Het beleid ter versterking van de samenhang en de ultraperifere gebieden.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1710/01 van Jean-Claude Fruteau (PSE) aan de Commissie. Het beleid ter versterking van de samenhang en de ultraperifere gebieden.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1710/01
van Jean-Claude Fruteau (PSE) aan de Commissie
(14 juni 2001)
Betreft: Het beleid ter versterking van de samenhang en de ultraperifere gebieden
Het debat over het beleid ter versterking van de economische en sociale samenhang is al in volle gang. De op handen zijnde uitbreiding impliceert een diepgaande ontwikkeling van dit beleid, hetgeen gevolgen zal hebben voor de meest kwetsbare regio's van de Europese Unie, waaronder de ultraperifere gebieden ressorteren.
Een Europa met 27 lidstaten betekent nl. in concreto een vergroting van het Europese grondgebied met 30 %, maar slechts 5 % meer rijkdom. Dit nieuwe gegeven zal in feite grote veranderingen met zich meebrengen in de volgende programmeringsperiode. Gevreesd wordt dat de armoede van sommige lidstaten de problemen van de andere slechts in schijn zal laten verdwijnen. Daarom moeten de nieuwe berekeningsmethoden worden aangepast aan de sociaal-economische realiteit van de Unie.
In het document Eenheid van Europa, solidariteit tussen de volkeren, verscheidenheid van de regio's staat dat de Commissie begonnen is te onderzoeken hoe bij het toekomstige samenhangsbeleid rekening kan worden gehouden met de behoeften van de ultraperifere gebieden.
1. Heeft de Commissie vorderingen geboekt bij dit onderzoek?
2. Is zij niet van mening dat artikel 299, lid 2 van het Verdrag van Amsterdam, dat betrekking heeft op de ultraperifere gebieden, ervoor pleit dat al deze gebieden in de toekomstige programmeringsperiode onder doelstelling 1 blijven ressorteren?
Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie
(6 september 2001)
Zoals het geachte parlementslid zegt, heeft de Commissie naar aanleiding van de publicatie van het tweede verslag over de economische en sociale cohesie een breed debat over de toekomst van het regionaal en structureel beleid van de Unie op gang gebracht. Dit debat, dat de autoriteiten van de lidstaten, plaatselijke overheden en vertegenwoordigers van de burgermaatschappij bijeenbrengt, moet het de Commissie mogelijk maken tegen 2004 de grote lijnen van haar toekomstige voorstellen te schetsen. Op 21 en 22 mei jongstleden is te Brussel een eerste cohesieforum georganiseerd.
Wat het handhaven (voor de volgende programmeringsperiode) van alle ultraperifere gebieden onder doelstelling 1 betreft, wordt in de conclusies van het tweede verslag toegegeven dat de strikte toepassing van het huidige BBP-criterium per inwoner (minder dan 75 % van het gemiddelde) in de uitgebreide Unie volgens de laatste beschikbare gegevens (1998) tot gevolg zou hebben dat het aantal in de EU-15 onder doelstelling 1 vallende inwoners met meer dan de helft afneemt. In dit tweede verslag worden vervolgens vier opties naar voren gebracht: toepassing van de huidige drempel van 75 %; toepassing van de huidige drempel van 75 % met overgangssteun voor gebieden die niet langer onder doelstelling 1 vallen, waarbij het steunniveau hoger ligt naarmate het BBP dichter bij de drempel ligt; vaststelling van een nieuwe subsidiabiliteitsdrempel van meer dan 75 %, om het mechanische effect van uitsluiting van EU-15-gebieden te verminderen of zelfs op te heffen; vaststelling van twee subsidiabiliteitsdrempels, één voor de EU-15-gebieden en één voor de kandidaat-lidstaten.
Dit is het algemene kader voor het debat over de ultraperifere gebieden, waarbij rekening wordt gehouden met hun specifieke situatie als bedoeld in artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag: zoals in dit artikel is bepaald, zal het debat met name betrekking hebben op de toegang van deze gebieden tot de Structuurfondsen. In het licht daarvan heeft Commissaris Barnier in mei jongstleden op het eiland Réunion een eerste gedachtewisseling gehouden met de presidenten van de zeven ultraperifere gebieden. In de herfst zouden zij opnieuw bijeenkomen.
Het zou voorbarig zijn om nu al conclusies te trekken uit een debat dat nog volop aan de gang is. De Commissie garandeert het geachte parlementslid evenwel dat zij artikel 299, lid 2, volledig zal naleven.