Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1717/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Bescherming van Europese producten tegen Amerikaanse handelsvoordelen als gevolg van de afwijzing van het klimaatverdrag van Kyoto.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1717/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Bescherming van Europese producten tegen Amerikaanse handelsvoordelen als gevolg van de afwijzing van het klimaatverdrag van Kyoto.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1717/01

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(14 juni 2001)

Betreft: Bescherming van Europese producten tegen Amerikaanse handelsvoordelen als gevolg van de afwijzing van het klimaatverdrag van Kyoto

1. Deelt de Commissie mijn verwachting dat de Verenigde Staten (VS) van Amerika, die verantwoordelijk zijn voor 25 % van het mondiale klimaatprobleem, tijdens hun huidige regeringsperiode tot 2005 zullen blijven weigeren om zich aan te sluiten bij de in 1997 in Kyoto gemaakte afspraken over de bescherming van het klimaat tegen de uitstoot van CO2 en de als gevolg daarvan optredende opwarming van de aarde?

2. Gaat de Commissie ervan uit dat er op korte termijn een werkbaar Protocol tot stand zal komen zonder medewerking van de VS, en dat de mogelijkheid open blijft dat de VS zich in een volgende regeerperiode alsnog daarbij zullen aansluiten?

3. Kan de Commissie bevestigen dat Amerikaanse bedrijven in de komende jaren op de wereldmarkt in het voordeel zullen zijn, zowel omdat zij niet dezelfde maatregelen zullen hoeven te nemen als Europese bedrijven als omdat hun winsten niet worden afgeroomd door energiebelastingen, zodat zij gelijksoortige producten zullen kunnen leveren voor een lagere prijs dan Europese landen die zich wel houden aan het klimaatverdrag?

4. Kan in verband hiermee de Commissie een prognose geven van de handelsvoordelen ten opzichte van de Europese economie die de VS op korte termijn zullen ontlenen aan het afwentelen van kosten op volgende generaties? Staan daar voordelen als gevolg van het onderschrijven van Kyoto tegenover voor de Europese economie ten opzichte van de Amerikaanse?

5. Op welke wijze denkt de Commissie het Amerikaanse handelsvoordeel ten opzichte van Europa, veroorzaakt door een tekortschietend overheidsbeleid dat in de praktijk neerkomt op verkapte staatssteun, te kunnen wegnemen?

6. Heeft de Commissie daarbij een voorkeur voor importheffingen of voor exportsubsidies? Speelt daarbij enig standpunt van de WTO een rol? Op grond waarvan komt de Commissie tot haar voorkeur, en hoe zal de verdere besluitvorming hierover plaatsvinden?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(3 september 2001)

De Commissie spreekt de hoop uit dat de Verenigde Staten zich op een bepaald moment weer zullen aansluiten bij de ideeën van het Kyoto-protocol. De Gemeenschap zal het goede voorbeeld geven door zich ervoor in te zetten om de uitstoot van broeikasgassen met 8 % terug te dringen en aan een ratificatie van het verdrag te gaan werken. Tegelijkertijd zal zij doorgaan met haar inspanningen op diplomatiek vlak en met andere partners daaraan werken om de inwerkingtreding van het Protocol van Kyoto tegen het jaar 2002 een feit te doen worden.

De resultaten van het tweede gedeelte van de zesde Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, welke in de maand juli in Bonn werd gehouden, betekent een belangrijke stap voorwaarts op weg naar de inwerkingtreding van het Protocol van Kyoto door alle partijen die dit protocol ondersteunen. Het bevat geen bijzondere obstakels voor een toekomstige ratificatie van het protocol door de Verenigde Staten. Hoewel er tegen 2005 aantoonbare vooruitgang moet zijn geboekt zullen de in Kyoto aangegane verbintenissen eerst vanaf 2008 de landen dwingen om hun emissies te beperken.

Het concurrentievermogen van de verschillende landen en bedrijven is een complex gegeven en wordt behalve door milieunormen en milieubeleid door tal van andere factoren bepaald. De Gemeenschap en de Verenigde Staten hebben beide een lange traditie van ambitieuze milieuregels en desalniettemin kunnen hun economieën met andere concurreren en zijn de bedrijven uit die landen succesvol op de wereldmarkt. Wanneer wij er rekening mee houden dat President Bush erop heeft gewezen dat hij met zijn land een leidende rol wil gaan spelen op het gebied van de klimaatverandering zal het ook afhankelijk zijn van de vraag welke binnenlandse initiatieven door de regering van de Verenigde Staten zullen worden ontplooid om de gevolgen van klimaatverandering te beperken en de emissies van broeikasgassen terug te dringen. Bovendien zou de Commissie tegen eind 2001 een voorstel indienen voor een verhandeling van emissierechten voor kooldioxide (CO2) binnen de Gemeenschap als onderdeel van onze beleidsmix om Kyoto ten uitvoer te leggen. Het verhandelen van emissierechten met de daarbij behorende stimuli om de kosten tot een minimum te beperken zal ervoor zorgen dat de invloed op het Europese zakenleven om een bepaalde doelstelling te behalen, beperkt zal blijven. Uit een recente studie door de Commissie is gebleken dat de doelstellingen van Kyoto door de Europese economie kunnen worden behaald tegen een totaal kostenplaatje van ongeveer 3,7 miljard per jaar, hetgeen overeenkomt met 0,06 % van het verwachte bruto binnenlands product (BBP) in het jaar 2010.

De tenuitvoerlegging van de in Kyoto aangegane verbintenissen zullen ook voordelen opleveren voor de Europese economieën. Om dit te realiseren zullen deze bijvoorbeeld veel efficiënter gaan omspringen met energie terwijl het marktaandeel van de duurzame energiebronnen zal toenemen. De ontwikkeling van nieuwe energie-efficiënte producten zal exportmogelijkheden bieden aan het Europese zakenleven, met name wanneer andere landen hun pogingen om de emissies van broeikasgassen terug te dringen zullen gaan opvoeren.

Gezien de thans heersende politieke onderzekerheid kunnen we een commercieel voordeel voor het bedrijfsleven in de VS niet bevestigen. Daarom worden er geen bijzondere maatregelen gepland.

De kwestie van de importheffingen of exportsubsidies is op dit ogenblik niet relevant.