SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1848/01 van Angelika Niebler (PPE-DE) aan de Commissie. Gebruik van geoinformatie in de lidstaten van de Europese Unie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1848/01 van Angelika Niebler (PPE-DE) aan de Commissie. Gebruik van geoinformatie in de lidstaten van de Europese Unie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1848/01
van Angelika Niebler (PPE-DE) aan de Commissie
(26 juni 2001)
Betreft: Gebruik van geoinformatie in de lidstaten van de Europese Unie
Geoinformatie (beschrijving van de omstandigheden van een land naar plaats en regio) vormt een essentieel bestanddeel van de kennis op het gebied van de moderne informatie- en communicatiewetenschap. Overheid, bedrijfsleven, wetenschap en burgers hebben geoinformatie nodig. Geoinformatie vormt de basis voor planologie op tal van gebieden, zoals infrastructuurprojecten in de energie-, water- en telecommunicatiesector, afvalverwijdering, telematica, natuur- en milieubescherming, alsmede in het verzekeringswezen. Geoinformatie wordt wereldwijd een steeds belangrijker economisch goed. De beschikbaarheid van geoinformatie is een conditio sine qua non voor vestigings- en investeringsbeslissingen. De Verenigde Staten stimuleren de aanleg van een infrastructuur voor geoinformatie met 7 miljard dollar per jaar.
1. In hoeverre volgt de Commissie de praktijk en de ontwikkelingen in de lidstaten met betrekking tot het bijeenbrengen en verzamelen van geodata en het beschikbaar stellen daarvan aan belanghebbende personen (toegang tot de data)?
2. Is het naar de mening van de Commissie niet noodzakelijk om met het oog op de verwezenlijking van een interne markt op het gebied van geoinformatie voor de gehele Gemeenschap geldende minimumvoorwaarden vast te leggen die voorzien in transparante procedures voor het bijeenbrengen, verzamelen en beschikbaar stellen van geodata?
3. Dient naar de mening van de Commissie de samenwerking tussen de voor het beheer van geodata in de lidstaten bevoegde instanties te worden verbeterd? In hoeverre zou een en ander met middelen van de Gemeenschap kunnen worden gestimuleerd?
Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie
(18 september 2001)
1. De Commissie heeft voor haar interne behoeften een geografisch informatiesysteem (GISCO) opgezet dat toegankelijk is voor alle diensten en gebruikt wordt door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van Ispra en het Europees Milieuagentschap. Dit systeem bevat topografische en thematische gegevens van algemeen belang op schalen tussen 1:100 000 en 1:10 000 000. De gegevens stammen uit verschillende bronnen. De contouren van de gemeentelijke administratieve eenheden zijn geharmoniseerd en worden verstrekt door de cartografische diensten die een dienst hebben opgericht (Eurogeographics - http://www.eurogeographics.org), die belast is met het coördineren en ontwerpen van Europese producten (metagegevensprocessen, topografische-referentiedatabanken enz.).
Afgezien hiervan houdt de Commissie zich niet bezig met het proces van het bijeenbrengen en verzamelen van geoinformatie in de lidstaten.
2. en 3. De Commissie houdt zich momenteel bezig met een reeks initiatieven, die op verschillende wijze bijdragen aan het steunen en bevorderen van geoinformatie en die op middellange termijn moeten leiden tot het opzetten van een Europese geoinformatie-infrastructuur.
Twee communautaire programma's, Technologieën van de informatiemaatschappij, in het meer algemene kader van het 5e kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, en eContent, Europese digitale inhoud op mondiale netwerken, een van de implementaties van het initiatief eEurope, steunen activiteiten op het gebied van technologisch onderzoek en productie, verspreiding en gebruik van Europese digitale inhoud. Beide zijn op een specifieke manier gespecialiseerd in geoinformatie, met bijzondere aandacht voor onderwerpen zoals metadata, interoperabiliteit, normen, referentiegegevens, toegang en gebruik van gegevens. Het IST-programma voorziet een specifieke oproep tot het indienen van voorstellen inzake het gebruik van geoinformatie; geselecteerde projecten zullen in de komende jaren, samen met de lopende projecten, aanzienlijk bijdragen tot het ontstaan van een Europese GI-visie. Het programma eContent, dat de periode 2001-2004 bestrijkt, zal eveneens via de geselecteerde projecten ertoe bijdragen de toegang tot en de exploitatie van overheidsinformatie te verbeteren.
Een op 20 januari 1999 goedgekeurde mededeling van de Commissie, de follow-up van het Groenboek over overheidsinformatie: een essentiële hulpbron voor Europa(1) zal Europese initiatieven en structuren voor geoinformatie vaststellen gezien als een deel van de meer algemene overheidsinformatie. De mededeling eEurope 2000: de realisatie van een EU-kader voor de exploitatie van overheidsinformatie zal voortbouwen op de reacties op bovengenoemd groenboek en op de ervaring van de afgelopen twee jaar, namelijk een gecoördineerde reeks acties, met inbegrip van voorstellen voor een wetgevend kader over de exploitatie van overheidsinformatie, een bijwerking van de beleidsmaatregelen van de instellingen van de Gemeenschap over de exploitatie van Gemeenschapsinformatie en de oprichting van een groep ter bevordering van het gebruik van digitale overheidsgegevens. Over de mededeling wordt nog steeds een discussie gevoerd, waarbij een grondige analyse wordt gemaakt van de rol die de Commissie moet spelen, rekening houdend met haar coördinerende rol enerzijds en met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel anderzijds.
Meer specifiek stellen enkele wetgevende initiatieven regels op voor het verzamelen en indienen van geografische gegevens door de lidstaten bij de Commissie. Aangezien deze momenteel worden toegepast op specifieke gebieden (bv. milieu) draagt dit kader bij tot het vaststellen van Europese gemeenschappelijke regels.
Tenslotte heeft de Commissie zelf sinds eind 1999 een gemeenschappelijke groep waarin alle betrokken diensten zijn vertegenwoordigd opgericht voor het gebruik van geoinformatie in de
Commissie, de COGI. Haar mandaat, het coördineren van het gebruik van geoinformatie binnen de diensten van de Commissie teneinde de doeltreffendheid en kosteneffectiviteit van het volgen van het Europees beleid te verbeteren, wat een ruimtelijke analyse vereist van het Europees grondgebied op Europees en mondiaal niveau, waarbij het in de eerste plaats gaat om de interne behoeften van de Commissie, kan stellig bijdragen tot het opzetten van een structuur voor een Europese ruimtelijke datainfrastructuur. Van haar besluiten kunnen de goedkeuring van een gemeenschappelijke metadatastandaard en een uniek referentiesysteem worden beschouwd als de eerste stappen in de richting van het definiëren van een geïntegreerd geografisch informatielandschap voor Europa.
(1) COM(1998) 585 def.