SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1884/01 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie. Premies voor akkerbouwcultures (Italië).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1884/01 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie. Premies voor akkerbouwcultures (Italië).
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1884/01
van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie
(27 juni 2001)
Betreft: Premies voor akkerbouwcultures (Italië)
Bij de dierpremies overweegt de Europese Commissie invoering in de toekomst van een bovengrens voor gesubsidieerde dieren per bedrijf en leeftijdsklasse. Zou het niet zinvol zijn ook voor de subsidiëring van akkerbouwcultures een dergelijke bovengrens, bij voorbeeld 50 ha, vast te stellen, zodat bedrijven alleen nog maar steun tot aan deze orde van grootte zouden ontvangen?
Kan de Commissie mededelen:
- hoeveel landbouwbedrijven in Italië meer dan 50 ha beslaan,
- hoeveel landbouwbedrijven in Italië minder dan 50 ha beslaan,
- welke besparingen een dergelijke maatregel voor de sectoren akkerbouwcultures in absolute cijfers en procentueel gezien voor de begroting zou opleveren?
Gecombineerd Aanvullend antwoordvan de heer Fischler namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-1870/01, E-1871/01, E-1872/01, E-1873/01,E-1874/01, E-1875/01, E-1876/01, E-1877/01, E-1878/01, E-1879/01, E-1880/01, E-1881/01,E-1882/01, E-1883/01 en E-1884/01
(18 september 2001)
De bron die gebruikt is om het aantal bedrijven met een areaal voor granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen (hierna: GOZEG) van respectievelijk meer dan 50 ha en minder dan 50 ha vast te stellen, is de gegevensbank van het Informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB). De gegevens van deze gegevensbank zijn weliswaar uitkomsten die zijn gewogen met de resultaten van de landbouwstructuurenquête van Eurostat, maar algemeen wordt erkend dat de grote landbouwbedrijven oververtegenwoordigd zijn. Daarom kunnen de onderstaande cijfers als maxima worden aangemerkt. De gegevens hebben betrekking op 1997, het laatste jaar waarvoor de gegevens van alle lidstaten beschikbaar zijn in de ILB-gegevensbank.
In de kolommen A respectievelijk C van onderstaande tabel is per lidstaat het percentage bedrijven met een oppervlakte GOZEG van minder respectievelijk meer dan 50 ha aangegeven.
In de kolommen B respectievelijk D van onderstaande tabel is per lidstaat het percentage van de oppervlakten GOZEG aangegeven dat wordt geëxploiteerd door bedrijven die een oppervlakte GOZEG van minder respectievelijk meer dan 50 ha hebben.
Bij verder gelijk blijvende omstandigheden geeft kolom F per lidstaat het percentage van de oppervlakte GOZEG dat van steun zou worden uitgesloten, indien een maximum van 50 ha GOZEG zou worden toegepast.
Tot slot, bij verder gelijkblijvende omstandigheden geeft kolom I per lidstaat de bespaarde uitgaven in miljoenen euro's indien een limiet van 50 ha GOZEG zou worden toegepast. De hier gebruikte opbrengstgegevens zijn die van de door de lidstaten opgegeven referentieopbrengst. De besparing voor de Gemeenschap als geheel zou 4 miljard bedragen.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>