Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2101/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Handel in papegaaien en andere exotische vogels en verbod op de invoer van op de CITES-lijst vermelde soorten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2101/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Handel in papegaaien en andere exotische vogels en verbod op de invoer van op de CITES-lijst vermelde soorten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2101/01

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(13 juli 2001)

Betreft: Handel in papegaaien en andere exotische vogels en verbod op de invoer van op de CITES-lijst vermelde soorten

1. Is de Commissie op de hoogte van een verslag in de New Scientist van 9 juni 2001 met als titel De handel in huisdieren leidt tot uitroeiing van papegaaien?

2. Is het haar bekend dat in dit verslag verder de verantwoordelijkheid gelegd wordt bij, ondermeer, de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, daar zij hebben nagelaten wetten uit te vaardigen die de invoer van illegaal in het wild gevangen exotische vogels zouden kunnen stopzetten?

3. Deelt de Commissie mijn zorgen naar aanleiding van de bevindingen van onderzoekbiologen, die hebben ontdekt dat 30 % van de nesten van papegaaien in de Nieuwe Wereld vernietigd worden door stropers en dat voor vier bedreigde soorten dit cijfer 70 % bedroeg?

4. Deelt zij verder mijn zorgen naar aanleiding van de bevindingen van een ander onderzoek, vermeld in hetzelfde artikel, waaruit blijkt dat de illegale handel in exotische vogels grotendeels floreert door het bestaan van een omvangrijke legale handel, die een rookgordijn optrekt om daarachter de illegale handel te verbergen?

5. Is de Commissie het ermee eens dat de Europese Unie en haar lidstaten het voorbeeld zouden moeten volgen van de Wild Bird Conservation Act van 1992 van de USA en de invoer van op de CITES-lijst vermelde soorten volledig zouden moeten verbieden?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(6 september 2001)

De Commissie heeft notitie genomen van het artikel onder redactie van de New Scientist van 9 juni 2001 en heeft op 12 juni gereageerd door aan de uitgever een brief te sturen met de volgende inhoud:

Men kan het uw lezers vergeven als zij uit het artikel Sick as a parrot (http://www.newscientist.com/dailynews/news.jsp?id=ns9999836) de indruk hebben opgedaan dat de Europese Unie (EU) de internationale overeenkomsten niet ten uitvoer legt die bedoeld zijn om de handel in papegaaien te reguleren.

In feite is de wetgeving van de Europese Unie die de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) ten uitvoer legt een van de meest uitgebreide ter wereld in haar soort, dit ondanks het feit dat de EU geen partij is kunnen worden bij de CITES-overeenkomst omdat een onvoldoende aantal partijen bij de CITES-overeenkomst een wijziging van het verdrag heeft geratificeerd die dit mogelijk zou maken.

Het overgrote deel van de handel in papegaaien tussen Latijns-Amerika en de EU is aan quota onderworpen die door de exportlanden zelf zijn ingesteld. De lidstaten van de EU helpen ervoor te zorgen dat de quota worden gerespecteerd door elke consignatiezending vóór de verscheping in het licht hiervan te controleren. Als wij er niet van overtuigd zijn dat de handel op een houdbaar niveau zit, kunnen wij de invoer van bepaalde soorten uit bepaalde landen tijdelijk opschorten. Wij hebben niet geaarzeld dit waar nodig te doen en hebben vervolgens met de exporterende landen samengewerkt om de dingen te helpen rechtzetten.

Wij proberen steeds onze controles te verbeteren en stellen suggesties van alle kanten altijd op prijs. Het valt te betreuren dat de auteurs van de genoemde studie verkozen hebben ons niet te raadplegen alvorens hun conclusies te trekken.

Ten aanzien van de vraag om een invoerverbod in te stellen voor alle op de CITES-lijst vermelde soorten verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar haar antwoorden op diens schriftelijke vragen E-238/01, E-239/01, E-240/01(1) en E-1786/01(2), waarin toelichting wordt gegeven bij de diverse aspecten van de doeltreffendheid van de communautaire wetgeving op de handel in dieren in het wild en het voldoen ervan aan het beginsel van duurzaam gebruik van dieren in het wild, hetgeen door veel autoriteiten wereldwijd als een betere oplossing voor de instandhouding van de dieren in het wild wordt beschouwd.

(1) PB C 261 E van 18.9.2001, blz. 71.

(2) PB C 40 E van 14.2.2002, blz. 106.