Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2121/01 van Johannes Voggenhuber (Verts/ALE) aan de Commissie. Invloed bepaalde consolideringsmaatregelen Oostenrijk op financieel saldo sector staat overeenkomstig het ESER '95.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2121/01 van Johannes Voggenhuber (Verts/ALE) aan de Commissie. Invloed bepaalde consolideringsmaatregelen Oostenrijk op financieel saldo sector staat overeenkomstig het ESER '95.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2121/01

van Johannes Voggenhuber (Verts/ALE) aan de Commissie

(13 juli 2001)

Betreft: Invloed bepaalde consolideringsmaatregelen Oostenrijk op financieel saldo sector staat overeenkomstig het ESER '95

In het kader van de budgettaire consolidering voor het bereiken van een evenwichtige nationale begroting in Oostenrijk is een aantal deelstaten voornemens de financiering van de ziekenhuizen te herstructureren, onroerendgoedmaatschappijen op te richten en leningen die in het kader van maatregelen ter bevordering van de woningbouw zijn verstrekt te verkopen. Tot dusver waren de deelstaten verplicht de tekorten van hun ziekenhuizen door subsidies te financieren. Vanaf het jaar 2001 zal bijvoorbeeld in de deelstaat Karinthië de exploitatieonderneming voor ziekenhuizen, die sinds 1997 op de markt opereert, een lening aangaan om de totale tekorten te dekken. Tegelijkertijd verstrekt de deelstaat Karinthië deze onderneming een renteloze lening ter hoogte van het globale jaarlijkse tekort en zal vervolgens de annuïteitenaflossing met inbegrip van de bijkomende kosten voor zijn rekening nemen. Het federale Ministerie van Financiën geeft nadrukkelijk de voorkeur aan deze herstructurering van de financiering van de ziekenhuizen. Aangezien de ziekenhuizen namelijk op de markt actieve ondernemingen zijn en de door hen aangegane leningen niet tot de begroting van de deelstaten worden gerekend, draagt dit bij aan het bereiken van het gemeenschappelijke consolideringsdoel. Hoe dienen de renteloze leningen van de deelstaten aan de ziekenhuizen overeenkomstig het Europees Stelsel van economische rekeningen (ESER) uit 1995 daadwerkelijk te worden behandeld?

De federale overheid heeft in het kader van een actualisering van de Oostenrijkse onroerendgoedwet onroerend goed ter waarde van ATS 33 miljard in de Bundesimmobiliengesellschaft (Federale onroerendgoedmaatschappij - BIG) ingebracht. De BIG is voor 100 % eigendom van de staat en is opgericht om bouwprojecten en onroerend goed van de federale overheid te beheren en het gebruik en de exploitatie van door de federale overheid overgedragen of verworven onroerend goed aan te passen aan de omstandigheden in de particuliere sector. Op welke wijze wordt door deze inkomsten uit de overdracht van onroerend goed het financieel saldo van de federale overheid beïnvloed? Sommige deelstaten, waaronder Karinthië, zijn voornemens tegelijkertijd eigen onroerendgoedmaatschappijen, Landesimmobiliengesellschaften (LIG), die voor 100 % eigendom van de deelstaat zijn, in het leven te roepen. Het is de bedoeling dat aan deze maatschappijen onroerend goed van de deelstaat tegen betaling wordt overgedragen. Op welke wijze wordt door deze inkomsten het financieel saldo (overeenkomstig het ESER '95) van de desbetreffende deelstaten beïnvloed?

Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

(18 september 2001)

De aan de orde gestelde vragen moeten in het licht van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 1995) worden onderzocht.

Oostenrijk brengt de Commissie tweemaal per jaar op de hoogte van zijn tekort en zijn schuld. Er worden door Eurostat in dit verband regelmatig controlebezoeken aan de lidstaten georganiseerd. De Oostenrijkse autoriteiten zullen Eurostat waarschijnlijk bij het volgende bezoek, vermoedelijk nog voor het eind van het jaar, inlichten over de aan de orde gestelde kwesties. Hierover zal dan uitvoerig overleg plaatsvinden tussen Eurostat en het Oostenrijkse bureau voor de statistiek.

Ten aanzien van de regelingen die zijn getroffen met betrekking tot openbare ziekenhuizen en de federale onroerendgoedmaatschappij (BIG) zijn de beginselen van het ESR 1995 van kracht.

In het ESR 1995 worden openbare ziekenhuizen ingedeeld bij de sector niet-financiële vennootschappen (buiten de overheid), mits het gaat om institutionele eenheden die marktdiensten verstrekken.

Om marktdiensten te verstrekken moeten de ziekenhuizen hoofdzakelijk worden gefinancierd door de huishoudens en/of door particuliere verzekeringsmaatschappijen; zij kunnen ook hoofdzakelijk door de overheid worden gefinancierd indien zij tegen economisch significante prijzen diensten verstrekken aan de overheid.

Gaat het echter om niet-marktproducenten, dan moeten zij bij de sector overheid worden ingedeeld.

Wanneer de Oostenrijkse openbare ziekenhuizen institutionele eenheden zijn die marktdiensten verstrekken, dan moeten rentevrije leningen van de deelstaten aan deze ziekenhuizen als volgt worden behandeld:

- Indien de verstrekte middelen niet kunnen worden teruggevorderd, d.w.z. wanneer terugbetaling van de lening onwaarschijnlijk is, moet de transactie als een kapitaaloverdracht worden beschouwd.

- Indien contractueel is vastgelegd dat de verstrekte middelen aan de overheid moeten worden terugbetaald (de terugbetalingsdatum wordt expliciet vermeld) en de lening waarschijnlijk ook zal worden terugbetaald, moet de transactie als een lening worden behandeld. De potentiële rente op de lening, die wordt kwijtgescholden, kan als subsidie voor het verstrekken van diensten worden beschouwd.

Wat de overdracht van eigendom aan de federale onroerendgoedmaatschappij (BIG) betreft, geldt volgens de beginselen van het ESR 1995 het volgende:

- Indien de activiteiten van de BIG grotendeels gewijd zijn aan het verstrekken van diensten aan eenheden van de overheid, dan moet de maatschappij bij de sector overheid worden ingedeeld.

- Indien de verhuur- en leaseactiviteiten van de BIG vooral buiten de overheid plaatsvinden, moet de maatschappij als niet-financiële vennootschap worden behandeld.

Bij het komende bezoek aan het Oostenrijkse bureau voor de statistiek zal Eurostat een definitieve beslissing over de indeling de BIG nemen.