Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2158/01 van Salvador Garriga Polledo (PPE-DE) aan de Commissie. Opstelling van de Commissie in verband met de belemmeringen van sommige lidstaten die hun markten niet liberaliseren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2158/01 van Salvador Garriga Polledo (PPE-DE) aan de Commissie. Opstelling van de Commissie in verband met de belemmeringen van sommige lidstaten die hun markten niet liberaliseren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2158/01

van Salvador Garriga Polledo (PPE-DE) aan de Commissie

(19 juli 2001)

Betreft: Opstelling van de Commissie in verband met de belemmeringen van sommige lidstaten die hun markten niet liberaliseren

Sommige EU-lidstaten blokkeren of vertragen het huidige proces van liberalisering van de markten in de EU zoals het geval is in de energiesector in Frankrijk en Duitsland.

Zo kent Frankrijk in de energiesector twee staatsmonopolisten die beide middenin een uitbreidingsproces zitten met andere Europese ondernemingen die met steun van de Europese Unie geliberaliseerd zijn.

Juist vanwege de EU-steun vraagt men zich voortdurend af waarom de Commissie zich in deze niet duidelijk en vastberaden opstelt en maatregelen neemt tegen landen die het liberaliseringsproces blokkeren of vertragen.

Kan de Commissie meedelen hoe zij op dergelijke beperkende praktijken van verschillende lidstaten denkt te reageren?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(6 september 2001)

De Commissie deelt de bezorgdheid van het geachte parlementslid over de bestaande ongelijkheden op het gebied van de liberalisering van de energiesector. Op haar vergadering van 20 juni 2001 heeft de Commissie in dat verband beklemtoond dat de beste en efficiëntste oplossing voor het gebrek aan evenwicht inzake marktopening, en de daaruit voortvloeiende concurrentievervalsing, de snelle vaststelling is door de Raad en het Parlement van de voorstellen van maart 2001 inzake de voltooiing van de interne energiemarkt(1).

Voorts is de Commissie van mening dat de verschillen qua tempo van liberalisering van de energiesector moeten worden aangepakt via een snelle vaststelling door de Raad en het Parlement van de voorstellen van de Commissie van maart 2001 inzake de voltooiing van de interne energiemarkt (marktopening voor alle niet-huishoudelijke elektriciteitsverbruikers vanaf 1 januari 2003, marktopening voor alle niet-huishoudelijke gasverbruikers vanaf 1 januari 2004 en volledige marktopening voor alle gebruikers (huishoudelijke inbegrepen) vanaf 1 januari 2005(2)).

De Commissie is het ermee eens dat zij in afwachting van de vaststelling van bovenstaande marktopeningsvoorstellen de concurrentievervalsing en het gebrek aan evenwicht qua marktopening op korte termijn moet aanpakken door:

- erop toe te zien dat de lidstaten de bestaande richtlijnen inzake de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkten tijdig en correct toepassen;

- ervoor te zorgen dat de concurrentieregels van het EG-Verdrag volledig worden toegepast in de energiesector. De Commissie zal met name de regels van de Verdragen met betrekking tot belemmerende handelspraktijken en het gebruik van een dominante marktpositie blijven toepassen om concurrentiebeperkingen en -vervalsingen inzake de levering van energie en discriminaties op het gebied van de toegang tot netwerken te bekampen, staatssteun aan gas- en elektriciteitsmaatschappijen (met inbegrip van staatssteun aan de kernenergiesector) aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en de concurrentieregels toe te passen tegen beperkingen van de vrijheid van de consument om zelf zijn leverancier te kiezen. Voorbeelden van dergelijke in de afgelopen twee jaar door de Commissie behandelde gevallen zijn haar optreden tegen gezamenlijke verkoop (e.g. GFU en EDF/CNR), versterking van dominante posities door fusies (e.g. VEBA/VIAG, EDF/EnBW), geprivilegieerde toegang tot netwerken (e.g. de Deens/Duitse en Frans/Britse interconnectoren), systemen van gestrande kosten en binding van grote klanten (Gas Natural/Endesa).

Wanneer vaststelling van de voorstellen voor voltooiing van de interne energiemarkt uitblijft, zal de Commissie overwegen om zelf beschikkingen of richtlijnen vast te stellen op basis van artikel 86 van het EG-Verdrag, meer bepaald het derde lid daarvan, om eventuele concurrentievervalsing ten gevolge van ongelijke marktopening aan te pakken. Een dergelijke aanpak, waarbij de Commissie tot de lidstaten gerichte richtlijnen vaststelt op basis van artikel 86, lid 3, van het EG-Verdrag, is onlangs gebruikt in de telecommunicatiesector.

(1) COM(2001) 125 def.

(2) IP/01/356.