Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2186/01 van José Gil-Robles Gil-Delgado (PPE-DE) aan de Commissie. Discriminatie Spaanse inschrijvingen Europese School München.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2186/01 van José Gil-Robles Gil-Delgado (PPE-DE) aan de Commissie. Discriminatie Spaanse inschrijvingen Europese School München.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2186/01

van José Gil-Robles Gil-Delgado (PPE-DE) aan de Commissie

(23 juli 2001)

Betreft: Discriminatie Spaanse inschrijvingen Europese School München

Leerlingen van categorie III worden voor zover mij bekend is normaliter toegelaten tot alle Europese scholen en tot alle secties daarvan.

In antwoord op een verzoek om informatie dat op de vergadering van 26 mei 1999 van de Verzoekschriftencommissie van het EP over dit onderwerp is ingediend, liet de Commissie weten dat de Europese School van München, de enige instelling in die stad en in de naaste omgeving waar het Catalaans wordt onderwezen, zich niet schuldig heeft gemaakt aan discriminatie door wegens het geringe aantal inschrijvingen voor categorie I slechts een beperkt aantal Spaanse leerlingen toe te laten.

Blijkens de informatie waarover ik voor hetzelfde jaar beschik, zijn bij de andere secties voor categorie III veel ruimere toelatingscriteria gehanteerd dan bij de Spaanse sectie, ook al lag het aantal van rechtswege toegelaten kinderen lager. (Van de drie kleinere secties de Spaanse, de Nederlandse en de Griekse is de Spaanse de kleinste met slechts 32 leerlingen en een percentage scholieren van categorie III van 47 %, terwijl dat percentage in de Nederlandse sectie oploopt tot 62 % en in de Griekse zelfs tot 66 %.)

Kan de Commissie ter verificatie van deze gegevens nadere informatie verschaffen over de reden(en) waarom per nationaliteit uiteenlopende criteria zijn gehanteerd?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(2 oktober 2001)

Hoofddoel van de op grond van het protocol van 15 september 1975 opgerichte Europese school in München blijft het geven van onderwijs aan de kinderen van personeelsleden van het Europees Octrooibureau (EOB). Andere kinderen die onderdaan zijn van één van de lidstaten van de

Europese Unie of één van de andere landen die partij bij het Europees Octrooiverdrag zijn, kunnen overeenkomstig de door de Raad van Bestuur van de Europese scholen vastgestelde regels eveneens worden toegelaten. Omdat de Europese school in München een speciale band met het EOB heeft, verschaft die instantie het grootste deel van de benodigde financiële middelen.

De Raad van Bestuur heeft in zijn vergadering van 25 en 26 mei 1976 het volgende besloten:

1. Kinderen van personeelsleden van het EOB, met inbegrip van kinderen van personeelsleden van de Europese school in München, moeten worden toegelaten (leerlingen van categorie I).

2. Als er nog plaatsen beschikbaar zijn, kunnen kinderen die onderdaan zijn van één van de lidstaten van de Europese Gemeenschap of één van de andere landen die partij bij het Europees Octrooiverdrag zijn (leerlingen van categorie III), eveneens worden toegelaten. Onder beschikbare plaatsen wordt verstaan plaatsen in een klas die kunnen worden bezet zonder dat de klas hoeft te worden gesplitst.

De directeur van de school beslist of leerlingen worden toegelaten en tot welke categorie zij behoren.

Ten aanzien van de specifieke vraag of de school de criteria voor de toelating van leerlingen van categorie III in alle gevallen even strikt en zonder onderscheid naar nationaliteit heeft toegepast, meer in het bijzonder in de Spaans-, Nederlands- en Griekstalige afdelingen, kan de Commissie de volgende van de schoolleiding afkomstige informatie verstrekken:

1. In het schooljaar 2001-2002 telt de Spaanse afdeling 42 leerlingen (van wie 18 tot categorie III behoren), de Griekse afdeling 39 (18 van categorie III) en de Nederlandse afdeling 41 (25 van categorie III).

Het feit dat in de genoemde drie taalafdelingen de procentuele verhouding tussen leerlingen van categorie III en leerlingen van categorie I niet overal dezelfde is, is niet het gevolg van een door de school gevoerd discriminerend beleid. Het heeft andere oorzaken, waaronder bijvoorbeeld het ontbreken van leerlingen van categorie I in sommige klassen van een taalafdeling. Zo was er in de Spaanse afdeling in 1997 geen eerste klas en in 1998 geen tweede klas omdat voor die klassen geen leerlingen van categorie I waren ingeschreven. Volgens de door de Raad van Bestuur vastgestelde regels mag alleen voor leerlingen van categorie I een nieuwe klas worden geopend.

2. Voor alle taalafdelingen selecteert de schoolleiding de leerlingen van categorie III die de nog beschikbare plaatsen zullen bezetten, aan de hand van de volgende criteria: kinderen van diplomaten van de lidstaten en van door het EOB erkende octrooigemachtigden, van andere Europese scholen afkomstige leerlingen en broers en zussen van leerlingen die reeds in de school zijn ingeschreven. Om onderwijsredenen, bijvoorbeeld een zeer gering aantal leerlingen van categorie I in een klas, kan de schoolleiding ook andere leerlingen toelaten, in welk geval de selectie bij loting gebeurt.

3. Op de Europese school in München bestaan een Spaanse en een Griekse afdeling alleen in het lager onderwijs, terwijl in het Nederlands zowel middelbaar als lager onderwijs kan worden gevolgd. Het lager onderwijs in het Nederlands omvat drie gecombineerde klassen, terwijl er bij het lager onderwijs in het Spaans en het Grieks telkens slechts twee gecombineerde klassen zijn. Dit verklaart het iets hogere percentage leerlingen van categorie III in sommige klassen van het Nederlandstalige lager onderwijs.

Gezien al deze objectieve factoren, blijkt naar het oordeel van de Commissie nergens uit dat bij de door de Europese school in München gehanteerde regeling voor de toelating van leerlingen van categorie III zou worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit.