Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2261/01 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Harmonisatie van de energiebelasting zoals voorgesteld in het Groenboek energievoorziening.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2261/01 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Harmonisatie van de energiebelasting zoals voorgesteld in het Groenboek energievoorziening.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2261/01

van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie

(31 juli 2001)

Betreft: Harmonisatie van de energiebelasting zoals voorgesteld in het Groenboek energievoorziening

Het door de Commissie opgestelde Groenboek Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening(1) is een belangrijke strategische aanzet voor de discussie over de ontwikkeling van de energievoorziening in de komende jaren en decennia. Het Groenboek omvat een gedetailleerde uiteenzetting van de ontwikkeling van de energiesector vanuit het oogpunt van toereikende energiebronnen, de levering van energie en het milieu. Ook wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de belasting op energieproducten en de daarmee gepaard gaande fiscale doelstellingen en de mogelijkheden tot het sturen van het energieverbruik.

In het Groenboek wordt uiteengezet hoeveel belasting in 1997 werd betaald op de productie en het vervoer van energie. Voorzover ik weet is de energiebelasting sinds 1997 in ieder geval in Finland verhoogd.

De belasting op energie wordt in het Groenboek omschreven als een doeltreffend instrument om het energieverbruik te sturen. Daarom wordt voorgesteld om in de energiesector een belasting toe te passen die voldoende hoog is. Wat is voldoende hoog en wat betekent dit in de praktijk? De harmonisatie van de belastingheffing in de Gemeenschap is vanuit het oogpunt van de mededinging onontbeerlijk, teneinde verstoringen in de energiesector te voorkomen.

1. Hoe kan er in het kader van de voorgestelde harmonisatie van de energiebelasting voor gezorgd worden dat de positie van de noordelijke lidstaten niet verslechtert?

2. Hoe kan de vernieuwing van de industriële en de energieproducerende sector worden gewaarborgd bij een verzwakkende concurrentiepositie tengevolge van een hogere energiebelasting?

3. Hoe kan de concurrentiepositie van de industrie in de EU ten opzichte van derde landen worden gewaarborgd?

(1) COM(2000) 769.

Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

(22 oktober 2001)

De Commissie heeft in 1997 een richtlijn van de Raad voorgesteld tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten(1). Dit voorstel voorziet in de op energieproducten van toepassing zijnde accijnstarieven, alsook in de geleidelijke verhoging ervan in drie etappes.

Door middel van een harmonisatie van de structuren en het op elkaar afstemmen van de belastingen die op alle energieproducten van toepassing zijn, beoogt het voorstel met name het volgende:

- beperking van de concurrentiedistorsies tussen de lidstaten en tussen de energieproducten, hetgeen tot een betere werking van de interne markt leidt en tot een vergroting van de speelruimte van de lidstaten bij de verwezenlijking van bepaalde gewenste belastinghervormingen;

- een doeltreffende bijdrage leveren om de emissies van verontreinigende stoffen en van broeikasgassen in het kader van het Kyoto-protocol terug te dringen.

Bovendien zou het voorstel ertoe bijdragen de verzekering van de energievoorziening van de Gemeenschap te verbeteren, in het bijzonder door de mogelijkheden om de keuzes inzake energieverbruik te sturen en door een actie met betrekking tot de totale vraag.

Het voorstel voor een richtlijn dat duidelijk in de door de Commissie gestimuleerde strategie voor duurzame ontwikkeling past, komt alle lidstaten ten goede.

Uit een onderzoek van de statistieken betreffende de kosten van de energie (met inbegrip van de belastingen) is gebleken dat de energieintensieve bedrijven in de noordelijke landen niet geconfronteerd worden met een hogere belasting dan de bedrijven van andere lidstaten. De harmonisatie van de structuren en het op elkaar afstemmen van de accijnzen maken een evenwichtiger verdeling van de energiekosten tussen de economische subjecten van de lidstaten mogelijk.

In het voorstel voor een richtlijn van 1997 en in de huidige discussies in de Ecofin-Raad wordt de problematiek van de concurrentiepositie van de Europese bedrijven volledig geïntegreerd. Zo worden er verplichte vrijstellingen of facultatieve verlagingen voor energieintensieve bedrijven voorgesteld. Bovendien zijn de communautaire voorschriften inzake staatsteun aangepast om met inachtneming van de milieubescherming deze elementen inzake behoud van de industriële competiviteit beter in aanmerking te nemen.

Tenslotte merkt de Commissie op dat een groene belastinghervorming, zoals in het voorstel voor een richtlijn van 1997 wordt aanbevolen, die dus op basis van het principe van budgettaire neutraliteit wordt uitgevoerd, tot een dubbel dividend zou kunnen leiden, enerzijds door de strijd tegen de vervuiling te versterken en anderzijds door de werkgelegenheid en de groei van de lidstaten te bevorderen.

(1) PB C 139 van 6.5.1997.