Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Ontoereikende controle op de aanwezigheid van radioactieve materialen in transporten, opslag en verwerking van schroot.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Ontoereikende controle op de aanwezigheid van radioactieve materialen in transporten, opslag en verwerking van schroot.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2395/01

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(20 augustus 2001)

Betreft: Ontoereikende controle op de aanwezigheid van radioactieve materialen in transporten, opslag en verwerking van schroot

1. Is het de Commissie bekend dat het nog steeds vóórkomt dat in scheepsladingen schroot, d.w.z. opnieuw te gebruiken afval dat bestaat uit ijzer en staal, zonder voorafgaande melding bestanddelen met de radioactieve elementen cesium en strontium worden verwerkt?

2. Wie zijn de belanghebbenden bij deze toevoeging en waardoor krijgen zij hun kansen? Door welke omstandigheden is het tot nu toe onmogelijk gebleken om een waterdichte controle te organiseren waardoor tijdig zekerheid ontstaat dat er geen radioactieve bestanddelen in het schroot terecht komen?

3. Wat zijn de gevolgen van dergelijke transporten voor de gezondheid van havenwerkers en scheepsbemanningen?

4. Wat zijn de gevolgen voor de volksgezondheid van de tijdelijke opslag van radioactief schroot op bedrijfsterreinen in en rondom havensteden?

5. Wat zijn de gevolgen als de radioactieve bestanddelen in het schroot niet tijdig ontdekt worden en zij vervolgens worden verwerkt in smeltovens?

6. Wat is tot nu toe binnen de lidstaten van de EU ondernomen om te bewerkstelligen dat schroothandelaren voldoen aan de verplichting om de import en aanwezigheid van radioactieve bestanddelen zelf te melden?

7. Melden de nationale overheden van de lidstaten dergelijke nucleaire incidenten categorie 2 steeds op de overeengekomen wijze binnen 24 uur na ontdekking bij het Internationaal Atoomagentschap in Wenen, en dus voorafgaand aan door hen te organiseren onderzoeken naar de herkomst, de oorzaken en de verwachte gevaren?

8. Wat dient er naar haar opvatting in de lidstaten van de EU te verbeteren aan de controle op import, opslag en verwerking van radioactief schroot, en welke taken liggen daarbij naar haar opvatting op het terrein van de EU, de nationale overheden, de regionale overheden of de betrokken gemeenten?

Bron: TV Nederland 1, programma Netwerk, maandag 31 juli 2001

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(8 november 2001)

In de Gemeenschap is de bescherming tegen de risico's van blootstelling aan ioniserende straling geregeld door Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren(1).

De risico's voor de volksgezondheid en het milieu en de economische gevolgen voor fabriekseigenaren zijn het grootst wanneer in het schroot een hoogactieve radioactieve bron aanwezig is, zoals die die bij de behandeling van kanker en in niet-destructief onderzoek van metaalproducten worden gebruikt.

Het Werkprogramma van de Commissie voor 2001 bevat de goedkeuring van een voorstel voor een richtlijn van de Raad dat erop gericht is de administratieve controle van dergelijke bronnen te verscherpen. Dit zou onder andere moeten helpen voorkomen dat ze in het metaalrecyclingsproces terechtkomen.

Het is de Commissie bekend dat voor recycling bestemde zendingen schroot af en toe verschillende soorten radioactief materiaal van verschillende herkomst bevatten. Ze heeft bijeenkomsten georganiseerd met experts uit de lidstaten om een basis te leggen voor een gemeenschappelijke benadering van het probleem. Experts van de Commissie hebben in samenwerking met de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) een diepgaand rapport opgesteld dat alle door het geachte parlementslid genoemde punten behandelt. Het rapport zal naar verwachting binnenkort gepubliceerd worden.

Richtlijn 96/29/Euratom bepaalt dat materiaal (waaronder ook metaal) niet onder de officiële controle valt als het wat betreft de radioactiviteit niet schadelijk is voor de gezondheid. Lidstaten stellen deze vrijgaveniveaus vast die aan de basiscriteria uit de richtlijn en de door de Gemeenschap verstrekte technische leidraad moeten beantwoorden.

De Commissie is verder in samenwerking met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie bezig met de harmonisatie van deze vrijgaveniveaus op internationaal vlak.

(1) PB L 159 van 29.6.1996.