Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2441/01 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. Onderzoeksreactor Garching FRM-II.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2441/01 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. Onderzoeksreactor Garching FRM-II.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2441/01

van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie

(11 september 2001)

Betreft: Onderzoeksreactor Garching FRM-II

De Belgische reactor voor kernonderzoek BR-2 in Mol wordt waarschijnlijk in 2006 in het kader van het RERTR-programma omgebouwd voor het gebruik van zwak verrijkt uranium als brandstof in plaats van sterk verrijkt, voor de productie van wapens geschikt uranium (HEU). De exploitanten van de BR-2 hebben momenteel in de Verenigde Staten 32 kg sterk verrijkt, voor de productie van wapens geschikt uranium besteld, omdat naar hun zeggen de brandstofvoorraad maar tot 2004 toereikend zou zijn.

Het gerenommeerde Amerikaanse Nuclear Control Institute (NCI) heeft echter berekend dat de brandstofvoorraad in BR-2 voldoende is om de reactor tot aan het tijdstip van ombouw in 2006 en zelfs nog langer in bedrijf te houden.

Met de gevraagde extra levering van sterk verrijkt uranium zou de BR-2 een overschot aan voor de productie van wapens geschikt uranium in Europa creëren.

1. Is de Commissie van de geschetste situatie op de hoogte?

2. Is het de Commissie bekend waarvoor het overschot aan voor de productie van wapens geschikt sterk verrijkt uranium is bedoeld?

3. Kan worden uitgesloten dat het brandstofoverschot aan andere Europese onderzoekreactoren wordt afgestaan, in het bijzonder aan de nieuwe Duitse onderzoeksreactor FRM-II, die op grond van het Amerikaanse Schumer-amendement door de Verenigde Staten niet met voor de productie van wapens geschikt sterk verrijkt uranium wordt bevoorraad?

4. Is het de Commissie bekend dat langs deze weg van verkrijging van sterk verrijkt uranium voor reactoren die niet door de Verenigde Staten worden bevoorraad, het internationale RERTR-programma zou kunnen worden omzeild en dat, buiten Amerikaanse controles om, voor de productie van wapens geschikt materiaal als brandstof aan andere onderzoekreactoren in Europa ter beschikking zou kunnen worden gesteld?

5. Welke stappen zal de Commissie nemen om deze mogelijkheid van de illegale verkrijging van sterk verrijkt uranium voor Europa te verhinderen?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(23 oktober 2001)

Via het Voorzieningsagentschap heeft de Commissie kennis genomen van de vermelde feiten, evenals van het standpunt van het NCI, dat een in de Verenigde Staten (VS) gevestigde niet-gouvernementele organisatie is. De Belgische gebruiker heeft aan de Amerikaanse nucleaire reglementeringscommissie een gedetailleerde verantwoording verstrekt voor de hoeveelheden die hij voornemens is te bestellen. De splijtstof kan onmogelijk voor ander gebruik worden bestemd dan is toegestaan overeenkomstig de leveringsvoorwaarden als vastgesteld door de Amerikaanse autoriteiten. Geen door de Verenigde Staten aan een Europese gebruiker geleverde splijtstof kan aan de desbetreffende controles ontsnappen; alle splijtstof valt onder de overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Euratom voor samenwerking op nucleair gebied. Maatregelen om illegale levering te verhinderen zijn al geruime tijd van kracht, m.a.w. de Commissie en het Voorzieningsagentschap garanderen bij de tenuitvoerlegging van de bepalingen van het Euratom-Verdrag dat er geen illegale levering aan onderzoekreactoren dan wel oneigenlijk of illegaal gebruik van sterk verrijkt uranium plaatsvindt.