Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2865/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Aanval van een lid van de Europese Commissie op de VN-conferentie in Durban, de islam, de armen in de Derde Wereld en de asielzoekers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2865/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Aanval van een lid van de Europese Commissie op de VN-conferentie in Durban, de islam, de armen in de Derde Wereld en de asielzoekers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2865/01

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(17 oktober 2001)

Betreft: Aanval van een lid van de Europese Commissie op de VN-conferentie in Durban, de islam, de armen in de Derde Wereld en de asielzoekers

1. Heeft de Commissie kennis genomen van de stellingname van haar lid Bolkestein op 29 september 2001 in het Nederlandse dagblad de Volkskrant, waarin hij stelt dat de op de VN-conferentie over racisme in Durban uitgesproken excuses over slavernij slechts leiden tot onproductief slachtofferschap, dat islamieten hun rijke en machtige vijanden willen verslaan, dat het Westen zich moet beschermen tegen een boze en jaloerse buitenwereld, dat binnen Europa privacy moet wijken voor terreurbestrijding en dat de Conventie van Genève inzake vluchtelingen niet langer houdbaar is en daarom grondig moet worden bijgestuurd?

2. Is de Commissie het met mij eens dat deze privé-opvattingen van haar lid Bolkestein sterk afwijken van de op andere plaatsen namens de Commissie uitgesproken opvattingen, strijdig zijn met de breed ondersteunde bezwaren tegen de recente uitspraken van de Italiaanse premier Berlusconi met betrekking tot de islam en met de op 2 oktober 2001 namens de Commissie ingenomen stellingname bij het debat in het Europees Parlement over de gemeenschappelijke asielprocedure?

3. Is de Commissie het met mij eens dat de in vraag 1 bedoelde uitspraken van haar lid Bolkestein gevaarlijk zijn voor de verhouding tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen de lidstaten van de Europese Unie en gevaarlijk voor het internationale streven om de voedingsbodem voor wanhoop en terrorisme weg te nemen door op wereldschaal een goede verstandhouding tussen verschillende culturen en godsdiensten te bevorderen?

4. Acht de Commissie het optreden van haar lid Bolkestein verenigbaar met voortzetting van zijn huidige verantwoordelijkheden, die anders zijn dan die van een politieke straatvechter die desgewenst ten behoeve van verwacht politiek gewin primitieve sentimenten kan oproepen en bespelen?

5. Op welke wijze denkt de Commissie zich in het openbaar te distantiëren van de stellingname van haar lid Bolkestein en duidelijk te maken welke waarden zij wenst te verdedigen tegenover primitieve gevoelens van afkeer jegens de buitenwereld?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(13 december 2001)

De Commissie is van oordeel dat het belangrijk is dat haar leden openlijk hun standpunt over politieke kwesties geven. De Commissie heeft er in haar antwoorden op mondelinge en schriftelijke vragen van leden van het Parlement al eerder aan herinnerd dat haar leden een politieke functie uitoefenen en dat ze vrij blijven hun politieke oordeel onafhankelijk en onder hun eigen verantwoordelijkheid uit te dragen, mits ze daarbij de door hun functie opgelegde verplichtingen geen geweld aandoen.