SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2973/01 van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie. Criteria bij de keuze van directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal bij de Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2973/01 van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie. Criteria bij de keuze van directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal bij de Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2973/01
van Vitaliano Gemelli (PPE-DE) aan de Commissie
(26 oktober 2001)
Betreft: Criteria bij de keuze van directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal bij de Commissie
Het Statuut van de Europese ambtenaren bepaalt dat geen enkel ambt mag worden bestemd voor onderdanen van een bepaalde lidstaat en ook dat de communautaire instellingen verplicht zijn zich de medewerking te verzekeren van ambtenaren die uit de burgers van de Unie zijn aangeworven met inachtneming van een zo breed mogelijke aardrijkskundige spreiding.
Kan de Commissie in het licht van deze bepalingen mededelen welke criteria doorslaggevend waren bij de keuze van directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal?
Kan zij tevens een lijst overleggen met de namen van alle directeurs-generaal en adjunct-directeurs-generaal die momenteel bij haar diensten werkzaam zijn, hun taken, nationaliteit, leeftijd en anciënniteit?
Kunnen dezelfde gegevens ook worden verstrekt voor de andere leidinggevende personeelsleden van de Commissie (directeurs en afdelingshoofden)?
Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie
(13 december 2001)
De Commissie streeft onverminderd naar een zo breed mogelijke geografische spreiding bij de aanwerving van ambtenaren onder de burgers van de EU-lidstaten. Dit betekent, zoals zij ook aangeeft in haar Besluit van 21 december 2000(1), dat ernstige en aanhoudende verstoringen in de nationaliteitsverhoudingen bij benoemingen in leidinggevende functies zouden moeten worden vermeden. Tevens geeft zij daarin aan onverkort te willen vasthouden aan artikel 27 van het Statuut van de Europese ambtenaren waarin is bepaald dat geen enkel ambt mag worden bestemd voor onderdanen van een bepaalde lidstaat. Bovendien bevat het Besluit nog de bepaling dat de hele aanwervingsprocedure in overeenstemming dient te zijn met de uitgangspunten en doelstellingen die de Commissie heeft vastgesteld in het kader van haar beleid voor gelijke kansen en verhoging van het aantal vrouwen in topfuncties.
Naar aanleiding van het Besluit van december 2000 zijn maatregelen ingevoerd voor een verdere aanscherping van de selectie- en benoemingsprocedures voor ambtenaren op leidinggevende posities. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat alleen zeer gekwalificeerde en integere kandidaten worden benoemd en dat op passende wijze wordt gekeken naar hoe zij als manager functioneren.
Het bekendmaken van vacatures biedt de Commissie de beste garantie om op een transparante wijze de meest geschikte kandidaten voor een bepaalde functie te vinden. Tegelijkertijd vormt deze procedure voor de eigen ambtenaren een uitgelezen mogelijkheid te solliciteren op posten waarvoor zij zich gekwalificeerd achten. Niettemin is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er nog zaken kunnen worden verbeterd als het gaat om de opstelling van de vacatureteksten, de informatiestromen naar de kandidaten en de verhoging van het aantal interne sollicitanten. Op al deze terreinen wordt vooruitgang geboekt. Daarnaast zal worden gewerkt aan een verdere verfijning van de benoemingsprocedures in het licht van het algemene streven naar een strategie die de Commissie in staat stelt om voor een bepaalde functie de beste kandidaat te selecteren op een wijze die spoort met haar personeelsbeleid en die in het belang is van de instellingen als geheel. In dit verband zullen onder meer duidelijke profielschetsen van de aan te stellen personen worden gemaakt, met inbegrip van specifieke eisen op het gebied van managementservaring en opleiding. Externe consultants zijn de Commissie momenteel behulpzaam daarbij.
Het vinden van de beste kandidaat is vergemakkelijkt door de invoering van een systeem van rapporteurs, die door de Commissie worden benoemd en persoonlijk verantwoordelijk zijn voor de hele procedure, vanaf de eerste bekendmaking tot het uiteindelijke besluit van de Commissie. Voorts is onlangs een permanente hoofdrapporteur met rang A2 benoemd en toegevoegd aan het Directoraat-generaal Personeelszaken en administratie. Haar taak is om toe te zien op de selectie- en aanwervingsprocedures bij elke benoeming in bestuurlijke topfuncties.
Voorts leveren externe consultants gespecialiseerd in selectie- en aanwervingsprocedures een nuttige bijdrage aan de totstandbrenging van een striktere en objectievere procedure voor de voorselectie van kandidaten die in aanmerking komen voor een gesprek met het Raadgevend Comité benoemingen (CCA). De consultants helpen bij de opzet van een systeem waarbij alle kandidaten op basis van hun handgeschreven sollicitaties worden beoordeeld voordat het CCA met zijn werkzaamheden begint. Het CCA heeft als belangrijkste taak het ondervragen en beoordelen van kandidaten, waarna het een geselecteerd aantal kandidaten kan aanbevelen bij de commissarissen die verantwoordelijk zijn voor de voordracht aan het voltallige college. De uiteindelijke beslissing wie de geschiktste kandidaat voor de functie is, wordt door de Commissie zelf genomen.
Een andere kwestie is in hoeverre externe deskundigen en consultants aan het CCA mogen worden toegevoegd ter ondersteuning van de sollicitatiegesprekken. De toevoeging van een human resources consultant aan het Comité in de afgelopen 18 maanden en de aanwezigheid van bepaalde technische experts in geval van specifieke benoemingen, zijn nuttig gebleken.
Een lijst van directeuren-generaal en adjunct-directeuren-generaal (of gelijkwaardig in rang) zal rechtstreeks aan het geachte parlementslid en het Secretariaat van het Parlement worden gezonden. Een soortgelijke lijst van directeuren en afdelingshoofden zal ook naar het geachte parlementslid en het Secretariaat van het Parlement worden gestuurd.
(1) SEC(2000) 2305.