Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2975/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Voortgaande aantasting van het estuarium Westerschelde door aanleg van een containerhaven in het oeverlandschap De Kaloot bij Vlissingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2975/01 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Voortgaande aantasting van het estuarium Westerschelde door aanleg van een containerhaven in het oeverlandschap De Kaloot bij Vlissingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2975/01

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(26 oktober 2001)

Betreft: Voortgaande aantasting van het estuarium Westerschelde door aanleg van een containerhaven in het oeverlandschap De Kaloot bij Vlissingen

1. Is het de Commissie bekend dat er in vervolg op de uitdieping verdere schade aan de noordoever van de Westerschelde zal ontstaan indien de concessieaanvraag in het kader van de Nederlandse wet droogmakerijen en indijking, alsmede de herziening van het streekplan van de provincie Zeeland en van de bestemmingsplannen van de gemeenten Vlissingen en Borssele, zouden leiden tot aanleg van een Westerschelde Container Terminal ten oosten van de toegang tot de Sloehavens op de plaats van de huidige ondiepe getijdenzone (De Kaloot) waar het strand en de huidige groene zeedijk met stuifduintjes zouden worden vervangen door een kade met hoge kranen aan diep vaarwater?

2. Is het de Commissie bekend dat De Kaloot een unieke vindplaats is van fossiele schelpen en haaientanden, dat er zeedistels groeien en dat zeehonden er een rustplaats vinden?

3. Kent de Commissie het rapport over deze zaak van het Instituut voor Evolutionaire en Ecologische wetenschappen, sectie Milieubiologie, van de Universiteit Leiden?

4. Kan de Commissie bevestigen dat bij uitvoering van dit plan ook bijna het gehele nu reeds als natuurgebied beschermde Rammekensschor aan de westzijde van de Sloehavens verdwijnt en de benodigde natuurcompensatie opnieuw binnendijks wordt gezocht, nu in de uitzonderlijk fraaie Welzingepolder ten oosten van Oost-Souburg die zolang de gevolgen van industrialisatie en verstedelijking heeft weerstaan?

5. Kan de Commissie de hierboven aangegeven voorgenomen vergroting van natuurschade en het ontbreken van serieuze compensatie mede betrekken bij de procedure die zij thans met betrekking tot het Nederlandse natuurcompensatiebeleid langs de Westerschelde voorbereidt bij het Hof van Justitie, in plaats van pas op een later tijdstip een afzonderlijke procedure te starten waardoor het risico ontstaat dat dan als gevolg van verwoesting van het huidige landschap reeds voldongen feiten zijn geschapen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(29 november 2001)

De Commissie heeft uit de pers vernomen dat er een plan bestaat voor de aanleg van een nieuwe containerterminal aan de Westerschelde bij Vlissingen. Aangezien de Westerschelde als Natura 2000-gebied is geclassificeerd, zal de Commissie ervoor zorgen dat de Nederlandse regering haar verplichtingen op grond van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna(1) nakomt.

De Commissie is op de hoogte van de natuurwaarde van het gebied De Kaloot in de buurt van Borssele, omdat er in het kader van het LIFE-Nature project B4-3200/94/729 Marsh amelioration along the River Scheldt (MARS) medefinanciering is toegekend aan belangrijke maatregelen voor de bevordering van het behoud van dit gebied.

De Commissie is niet op de hoogte van het rapport van de Universiteit van Leiden waarnaar het geachte parlementslid verwijst. De Commissie heeft daarentegen wel verschillende door de Belgische en Nederlandse autoriteiten tezamen gepubliceerde studies ontvangen over het huidige en toekomstige ecosysteembeheer in de Westerschelde.

Verder heeft de Commissie onlangs een klacht ontvangen waarin beweerd wordt dat de milieueffectbeoordelingsprocedure betreffende het project omtrent de containerterminal in Vlissingen geen correcte beoordeling heeft opgeleverd van de potentiële schade voor de natuurwaarde van het estuarium Westerschelde, vooral met betrekking tot een aantal van de door het geachte parlementslid genoemde gebieden.

De Commissie zal de Nederlandse regering een verzoek sturen om haar de nodige inlichtingen te verstrekken over de wijze waarop artikel 6, lid 3, en artikel 6, lid 4, van de Habitatrichtlijn 92/43/EEG op dit project zijn toegepast.

(1) PB L 206 van 22.7.1992.