Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3127/01 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Vermogen van radio-uitzendingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3127/01 van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie. Vermogen van radio-uitzendingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3127/01

van Piia-Noora Kauppi (PPE-DE) aan de Commissie

(14 november 2001)

Betreft: Vermogen van radio-uitzendingen

Europa is een voorloper op het gebied van draadloze informatieoverdracht. Nu is echter gebleken dat het functioneren van bijvoorbeeld draadloze, op radiotechnologie gebaseerde Internet-netwerken en vooral het maximaliseren van de afstanden van informatieoverdracht aan banden wordt gelegd door besluit ERC/DEC/(01)07 van het Europees Comité voor Radiocommunicatie (ERC), dat stelt dat het hoogst toegestane vermogen van radio-uitzendingen aanzienlijk lager is dan bij onze internationale concurrenten. Vooral in de dunbevolkte gebieden van de Europese Unie verhindert de beperking van het vermogen de ontwikkelingsmogelijkheden van draadloze informatieoverdracht.

Waarom is in Europa het maximale vermogen van uitzendingen op de lage frequenties (beneden 6 MHz) slechts 100 mW, terwijl die grens in de Verenigde Staten op 4 W ligt? Op basis van welke factoren kan een zo groot verschil in het toegestane maximumvermogen worden gemotiveerd? Waarom worden de lage frequenties (in de rest van de wereld doorgaans 2,4 MHz en 5 MHz) in de Europese Unie überhaupt niet commercieel gebruikt?

Antwoord van heer Liikanen namens de Commissie

(5 februari 2002)

De vraag van het geachte parlementslid betreft toepassingen van draadloze datacommunicatie die opereren in een van vergunningen vrijgestelde band.

Een beschikking op basis van het voorstel van de Commissie voor een regelgevend kader van het Parlement en de Raad voor radiospectrumbeleid zal binnenkort in werking treden, na de tweede lezing van het Parlement op 12 december 2001. Met deze beschikking zal het mogelijk worden om op communautair niveau in te gaan op het gebruik van radiospectrum wanneer dat nodig is voor Gemeenschapsbeleid, teneinde over te gaan tot een harmonisatie van het gebruik van dat spectrum in de Gemeenschap, in het bijzonder door middel van opdrachten aan de CEPT (Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties), alsook om deze harmonisatie voor de lidstaten juridisch bindend te maken. Uit de door het geachte parlementslid gestelde vraag blijkt dat het inderdaad dringend noodzakelijk is voor een dergelijk mechanisme te zorgen.

De situatie in de banden die zijn vrijgesteld van vergunningen, die worden gebruikt door een groot aantal systemen naast systemen voor datacommunicatie, is bijzonder complex en zou om een gedetailleerde analyse vragen. Voorts zou bij het vergelijken van de van toepassing zijnde regelgeving in Europa of aanbevelingen van de CEPT met regelgeving die van toepassing is in andere landen, zoals de Verenigde Staten, rekening moeten worden gehouden met het historisch gegroeide verschil in gebruik van deze banden, dat sterk uiteenlopende kenmerken kan vertonen.

Een volledige beoordeling van de situatie is rechtstreeks naar het geachte parlementslid en naar het secretariaat van het Parlement gestuurd.