SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3331/01 van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Commissie. Residuen van gewasbeschermingsmiddelen in groenten en fruit.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3331/01 van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Commissie. Residuen van gewasbeschermingsmiddelen in groenten en fruit.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3331/01
van Giacomo Santini (PPE-DE) aan de Commissie
(22 november 2001)
Betreft: Residuen van gewasbeschermingsmiddelen in groenten en fruit
In bepaalde Europese landen gelden voor uit andere lidstaten ingevoerde groenten en fruit nationale voorschriften inzake toegelaten maximumwaarden voor residuen van gewasbeschermingsmiddelen; in sommige gevallen zijn die voorschriften verschillend van die van de producerende landen.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de nieuwe fytofarmaceutica die nog niet in alle lidstaten geregistreerd zijn en waarvoor de maximumwaarden soms sterk uiteenlopen.
Deze situatie leidt tot grote onzekerheid bij de communautaire groenten- en fruittelers, die gedwongen zijn hun productie aan te passen aan uiteenlopende en tegenstrijdige normen al naargelang het land van bestemming.
Dit druist onder meer in tegen de Europese voorschriften inzake het vrije verkeer van goederen, die stoelen op het beginsel van wederzijdse erkenning, m.a.w. de verplichting voor de invoerende lidstaat om een bepaald product op zijn markt toe te laten als het overeenstemt met de wetgeving van de lidstaat van herkomst.
Kan de Commissie mij meedelen hoe het staat met de harmonisatie van de wetgeving betreffende de actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen en de maximumwaarden voor residuen, een harmonisatie die naar verluidt niet vóór 2012 een feit zal zijn?
Wat is de Commissie voornemens te doen om te vermijden dat de communautaire groenten- en fruittelers in 2002 in ernstige problemen geraken omdat, als de Commissie niet optreedt, de fytosanitaire controle niet langer gegarandeerd zal kunnen worden, met alle gevolgen van dien voor de consumenten en de markt?
Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie
(8 januari 2002)
De communautaire wetgeving inzake residuen van gewasbeschermingsmiddelen voorziet op twee wijzen in de oplossing van het door het geachte parlementslid aan de orde gestelde probleem. Als deze wetgeving door de lidstaten juist wordt geïmplementeerd en toegepast, zullen zich geen handelsproblemen voordoen.
Voor bestrijdingsmiddelen waarvoor communautaire maximumwaarden voor residuen (MWR's) gelden, moeten de lidstaten deze MWR's in hun nationale wetgeving omzetten. Wanneer geen communautaire MWR's bestaan, stellen de lidstaten nationale MWR's vast om hun consumenten te beschermen en om in staat te zijn illegaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in hun land te bestrijden.
Ingeval geen communautaire MWR bestaat en het land van herkomst (het producerende land) een nationale MWR heeft vastgesteld en het naar een andere lidstaat (het land van bestemming) verzonden product voldoet aan de MWR van het land van herkomst is een speciale procedure van toepassing, wanneer dit product door de lidstaat van bestemming wordt geweigerd omdat het niet aan zijn nationale MWR zou voldoen. Deze procedure wordt de bemiddelingsprocedure genoemd. De lidstaat van bestemming is verplicht alle andere lidstaten en de Commissie in kennis te stellen van deze maatregel binnen 20 dagen na toepassing daarvan.
De twee betrokken lidstaten moeten onmiddellijk contact met elkaar opnemen om het probleem bilateraal op te lossen en de Commissie in kennis stellen van de oplossing (in de vorm van een MWR). De Commissie moet de oplossing aan het Permanent Plantenziektenkundig Comité voorleggen om de MWR in de gehele Gemeenschap te doen toepassen.
Ingeval van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen waarvoor nieuwe gebruiksmogelijkheden worden ontwikkeld, kunnen de lidstaten nationale voorlopige MWR's (VMWR's) goedkeuren en de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis stellen. De handhavingsautoriteiten kunnen met deze nationale VMWR's rekening houden, hoewel nergens in de communautaire wetgeving uitdrukkelijk wordt bepaalds dat de lidstaten rekening moeten houden met elkaars VMWR's.
De Commissie bereidt thans een consolidatie en herziening van de kaderrichtlijnen inzake residuen van gewasbeschermingsmiddelen voor en zal de bepalingen inzake de bemiddelingsprocedure zodanig wijzigen dat de lidstaten minder problemen met de toepassing daarvan zullen hebben; met name zal het initiatief voor het instellen van de procedure en de kennisgeving aan de Commissie naar de lidstaat van herkomst worden overgeheveld.
De Commissie is bezig met de geleidelijke harmonisatie van alle nationale MWR's en zij verwacht dat dit proces tegen 2008 zal zijn afgerond. Dan zal geen bemiddelingsprocedure meer nodig zijn.