Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0036/02 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Gebruik van de term berg bij landbouwproducten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0036/02 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Gebruik van de term berg bij landbouwproducten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0036/02 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Gebruik van de term berg bij landbouwproducten.

Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0131 - 0132


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0036/02

van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie

(23 januari 2002)

Betreft: Gebruik van de term berg bij landbouwproducten

Artikel 15 van de Italiaanse wet nr. 97 van 31 december 1994 inzake nieuwe bepalingen voor de berggebieden, voorzag in een reeks maatregelen op grond waarvan agrarische levensmiddelen het predikaat product uit het Italiaanse berggebied mochten voeren. Na een interventie van de Europese Commissie werd deze regel in feite afgeschaft, omdat hij niet strookte met de BOB- en BGA-systemen zoals bepaald in de communautaire regelgeving.

Bij maatregel 2000-1231 van 15 december 2000 is onlangs in Frankrijk, na voorafgaande goedkeuring door de Commissie, het gebruik van de term berg voor agrarische levensmiddelen geregeld.

Gelet op het voorgaande:

- kan de Commissie aangeven wat het verschil tussen beide maatregelen is?

- welke wijzigingen moet Italië in de wet van 1994 aanbrengen opdat de communautaire instanties de rechtmatigheid ervan niet langer kunnen aanvechten?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(21 februari 2002)

Het Hof van Justitie heeft in zijn Pistre-arrest van 7.5.1997 (gevoegde zaken C-321 tot en met C-324/94) aangegeven dat de betwiste Franse regeling, waarbij het gebruik van de aanduiding montagne werd gereserveerd voor producten die op het Franse grondgebied waren vervaardigd uit grondstoffen van Franse oorsprong, een inbreuk op artikel 28 van het EG-Verdrag betekende. Het Hof van Justitie heeft namelijk geoordeeld dat moest worden gegarandeerd dat deze aanduiding rechtens en feitelijk kon worden gebruikt voor alle landbouwproducten en levensmiddelen uit andere lidstaten die aan de vooraf vastgestelde intrinsieke kwaliteitseisen voldeden.

Om aan dat arrest te voldoen hebben de Franse autoriteiten volgens de procedure van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften(1) de Commissie kennis gegeven van een ontwerp-decreet dat voortaan het gebruik van de aanduiding montagne toestond voor alle communautaire producten uit een berggebied in de zin van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen(2). De oorspronkelijke versie van het betrokken ontwerp voorzag echter in een procedure voor de voorafgaande verlening van toestemming die in feite niet bleek te kunnen worden toegepast voor producten van oorsprong uit andere lidstaten. Naar aanleiding van de formele bezwaren die de Commissie daartegen heeft geuit, hebben de Franse autoriteiten artikel 1 van het ontwerp zo gewijzigd dat de toestemmingsprocedure alleen nog voor producten van oorsprong uit Frankrijk geldt. De definitieve versie van het ontwerp is uiteindelijk op 15.12.2000 bekendgemaakt zoals aangegeven door het geachte parlementslid.

De Italiaanse autoriteiten van hun kant hadden de aanduiding prodotto della montagna italiana gereserveerd voor producten van oorsprong uit Italiaanse berggebieden die vielen onder een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(3). De Commissie was evenwel van oordeel dat de aan de betrokken producten verleende individuele bescherming geen rechtvaardiging kon vormen voor de unilaterale invoering van een dergelijke algemene gereserveerde benaming. Het is immers zo dat, gesteld dat de Italiaanse autoriteiten ook om registratie van de aanduiding prodotto della montagna italiana op grond van Verordening (EEG) nr. 2081/92 zouden hebben verzocht, de restrictieve bepalingen in artikel 2 van die verordening, die een rechtsteeks verband tussen de kwaliteit of kenmerken van een product en de specifieke geografische oorsprong ervan vereisen, hoe dan ook niet hadden kunnen worden toegepast voor heterogene categorieën van producten die bovendien nog van oorsprong zijn uit een op abstracte wijze omschreven geografisch gebied, zoals het Hof van Justitie heeft aangegeven in de overwegingen 35 en volgende van het genoemde Pistre-arrest, dat mutatis mutandis van toepassing is.

(1) PB L 204 van 21.7.1998.

(2) PB L 160 van 26.6.1999.

(3) PB L 208 van 24.7.1992.