Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0232/02 van Karla Peijs (PPE-DE) aan de Commissie. BTW-vraagstukken.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0232/02 van Karla Peijs (PPE-DE) aan de Commissie. BTW-vraagstukken.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0232/02 van Karla Peijs (PPE-DE) aan de Commissie. BTW-vraagstukken.

Publicatieblad Nr. 205 E van 29/08/2002 blz. 0098 - 0099


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0232/02

van Karla Peijs (PPE-DE) aan de Commissie

(31 januari 2002)

Betreft: BTW-vraagstukken

De internationale verhuiswereld, die vooral uit KMO's bestaat, ziet zich geconfronteerd met een groot probleem inzake de betaling van BTW op internationale verhuizingen op een juiste en legale manier. Het is voor verhuisbedrijven niet altijd duidelijk aan welke nationale belastingautoriteiten zij de BTW moeten betalen en de kosten van een fiscaal vertegenwoordiger staan in geen enkele verhouding tot het verschuldigde BTW-bedrag. Bovendien weigeren fiscale vertegenwoordigers doorgaans met verhuisbedrijven te werken vanwege de gedeelde aansprakelijkheid.

Overweegt de Commissie de invoering van een systeem waarmee deze BTW-bedragen aan een centrale Europese instantie zouden kunnen worden betaald, die in een later stadium de juiste bedragen onder de diverse lidstaten kan herverdelen?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(26 februari 2002)

De Commissie overweegt momenteel niet een voorstel in te dienen met betrekking tot de invoering van een door het geachte parlementslid geschetst stelsel.

Het voornaamste probleem waarmee de sector internationale verhuizingen heeft te maken is de BTW-regelgeving waarbij moet worden bepaald in welke plaats de belastingheffing op zijn diensten plaatsvindt. Vervoer binnen de Gemeenschap voor rekening van niet-belastingplichtigen is onderworpen aan belasting in de plaats waar het vervoer aanvangt. Dit probleem wordt tevens aan de orde gesteld in tal van reacties van het bedrijfsleven op een internemarktstrategie voor de dienstensector(1).

De Commissie is zich ervan bewust dat de interne markt beter zou kunnen functioneren met een BTW-stelsel dat is gebaseerd op het land van oorsprong. Gelet op het gebrek aan vooruitgang binnen de Raad ten aanzien van het programma van de Commissie van 1996 waarin zij voorstellen doet voor een geleidelijke overgang naar een BTW-stelsel dat gebaseerd is op het land van oorsprong schijnt een dergelijk stelsel op korte termijn politiek echter niet haalbaar te zijn. De Commissie blijft echter streven naar een dergelijk belastingstelsel op lange termijn voor de Gemeenschap.

In haar nieuwe strategie om de werking van het BTW-stelsel op korte termijn te verbeteren(2), dat door de lidstaten positief werd ontvangen binnen de Raad, stelde de Commissie vast dat ondermeer aandacht moet worden besteed aan de noodzaak om de voorschriften met betrekking tot de plaats waar de belastingheffing op diensten plaatsvindt te wijzigen. De Commissie wil proberen zo spoedig mogelijk, ten vroegste in 2003, met een voorstel te komen over de plaats waar de belastingheffing op diensten plaatsvindt waarbij zij rekening zal houden met de punten die door de sector internationale verhuizingen naar voren zijn gebracht.

(1) COM(2000) 888 def.

(2) COM(2000) 348 def.