SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0323/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Uitvoer van levend vee naar derde landen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0323/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Uitvoer van levend vee naar derde landen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0323/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Uitvoer van levend vee naar derde landen.
Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0184 - 0185
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0323/02
van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie
(6 februari 2002)
Betreft: Uitvoer van levend vee naar derde landen
Hoeveel stuks vee worden jaarlijks uit EU-landen naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika geëxporteerd?
Hoeveel bedraagt de totale EU-subsidie ter ondersteuning van deze handel?
Kent de Commissie de beschuldigingen dat de dieren als gevolg van de lange reis en de wrede los- en slachtmethoden afschuwelijk moeten lijden?
Is de Commissie voornemens de uitkering van dit soort subsidies stop te zetten of andere maatregelen te nemen om dit lijden te verminderen?
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(26 februari 2002)
In de afgelopen drie jaar zijn uit de Gemeenschap de volgende aantallen slachtrunderen en raszuivere runderen uitgevoerd naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika(1):
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De restituties voor deze exporten bedroegen in totaal 96,6 miljoen in 1999, 67,2 miljoen in 2000 en 30,4 miljoen in 2001. De afgelopen jaren zijn de subsidies voor uitgevoerde slachtrunderen sterk gedaald van 60,50/100 kg (in 1999) tot 41,00/100 kg ( 32 %). De uitvoerrestitutie voor fokrunderen is gedaald van 63,00/100 kg tot 53,00/100 kg ( 16 %).
De Commissie is op de hoogte van de klachten van dierenbeschermingsorganisaties over de slechte behandeling van dieren tijdens het vervoer en vooral na de aankomst in derde landen. Er is een aantal voorschriften vastgesteld bij Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de Richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG(2). De lidstaten hebben gewezen op duidelijke problemen bij de handhaving van de huidige communautaire regelgeving terzake en de Commissie is van plan nog dit jaar een voorstel te doen voor regelgeving om verbetering te brengen in de situatie. Wat de slechte behandeling van de dieren na aankomst in de derde landen van bestemming betreft, moet worden opgemerkt dat de Gemeenschap niet bevoegd is om in te grijpen in de manier waarop de dieren in derde landen worden behandeld en in de eigen slachterijen van die landen worden geslacht.
Wat de stopzetting van de toekenning van uitvoerrestituties betreft, vindt de Commissie dat zij moet zorgen voor een juiste afweging tussen verschillende aspecten van dit zeer ingewikkelde probleem. Het zou geen goede zaak zijn om de uitvoerrestituties voor levende runderen af te schaffen en de uitvoer van runderen dan maar over te laten aan andere exporterende landen. De landen die traditioneel levende runderen kopen, zouden niet overschakelen op de invoer van vlees. Een dergelijke maatregel zou te hard uitvallen voor de rundvleessector als geheel en voor de producenten die sterk afhankelijk zijn van de uitvoer. De Commissie onderzoekt momenteel echter welke mogelijkheden er zijn om strengere eisen en controles op te nemen in Verordening (EG) nr. 615/98 van de Commissie van 18 maart 1998 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van uitvoerrestituties met betrekking tot het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer ervan(3), bij welke verordening de betaling van de uitvoerrestituties afhankelijk is gesteld van de naleving van Richtlijn 91/628/EEG.
(1) Gegevens ontleend aan COMEX.
(2) PB L 340 van 11.12.1991.
(3) PB L 82 van 19.3.1998.