Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0332/02 van Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie. Spoorweginfrastructuur in Griekenland.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0332/02 van Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie. Spoorweginfrastructuur in Griekenland.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0332/02 van Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie. Spoorweginfrastructuur in Griekenland.

Publicatieblad Nr. 205 E van 29/08/2002 blz. 0118 - 0120


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0332/02

van Christos Folias (PPE-DE) aan de Commissie

(12 februari 2002)

Betreft: Spoorweginfrastructuur in Griekenland

In aansluiting op het antwoord van de heer Barnier namens de Commissie (P-3122/01)(1) d.d. 24 januari 2002 wordt de Europese Commissie om de volgende inlichtingen verzocht:

1. Wat is tot op heden het totaal van de betalingen door het 2de CB 1994-1999 en door het Cohesiefonds voor elk werk in verband met de spoorweginfrastructuur in Griekenland, met inbegrip van rollend materieel en studies?

2. Wat is het totaal van de betalingen die door de Commissie tot nu toe zijn verricht voor en na de wijzigingen in de fysieke en economische doelstellingen van de werken van het spoorwegnet Thriassiosvlakte-Elefsina-Korinthe, Evangelismos-Leptokarya, en de elektrificatie van het traject Patras-Athene-Thessaloniki (PATHE)?

3. Hebben er zich nog andere wijzigingen voorgedaan in werken van het spoorwegnet?

4. Wat is voor de spoorweginfrastructuur op Grieks grondgebied het totaal van de uitgaven die door Griekenland aan de diensten van de Europese Commissie zijn voorgelegd en met welk fysiek object komen genoemde uitgaven telkens overeen?

5. Welke fysieke en economische doelstellingen werden verwezenlijkt in het kader van het nieuwe indicatieve tijdschema voor de drie bovengenoemde werken?

6. Wat het werk in verband met de elektrificatie van PATHE betreft, is ons door de Europese Commissie medegedeeld dat de medefinanciering is opgeschort. Is de Europese Commissie, gezien het feit dat het aanvankelijk goedgekeurde werk beperkt is gebleven tot de financiering van bepaalde studies en tot de wijziging van het bestaande signalisatiesysteem, van mening dat de uitgaven die gedaan zijn voor de elektrificatie van PATHE in aanmerking komen, nu zij geen voltooid en functionerend werk betreffen hetgeen een absolute voorwaarde is voor medefinanciering?

7. Op welke data deelde de Europese Commissie de resultaten van haar controle mede en vroeg zij de Griekse autoriteiten om een reactie?

8. Hoe denkt de Europese Commissie over het globale resultaat van de uitvoering van de werken door Ergose?

(1) PB C 147 E van 20.6.2002.

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(15 april 2002)

1. Tot dusver is in totaal 363 miljoen uitbetaald door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van het operationele programma (OP) Spoorwegen van het communautaire bestek (CB) voor Griekenland in de programmeringsperiode 1994-1999, met inbegrip van de uitgaven voor rollend materieel en onderzoek. De Commissie verricht tussentijdse betalingen voor operationele programma's voor de programmeringsperiode 1994-1999 aan de lidstaten op basis van uitgavendeclaraties die door hen voor het hele operationele programma werden voorgelegd, en beschikt momenteel niet over gegevens over de som die voor elk project afzonderlijk betaald werd.

Wat het Cohesiefonds betreft, bedraagt op 1 februari 2002 het totaal van de betalingen voor projecten voor de spoorweginfrastructuur in Griekenland 453 756 412. Dit bedrag is als volgt verdeeld:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2. en 5. Het totaalbedrag van de betalingen van het Cohesiefonds voor de in de vraag bedoelde specifieke projecten is:

- Thriassio Elefsina Korinthos (Fase A) vóór de aanpassing van de aanvankelijke beslissing: 54 miljoen (wat overeenkomt met 90 % van de goedgekeurde steun en met 25,5 % van het goedgekeurde fysieke object).

- Thriassio Elefsina Korinthos (Fase B) na de aanpassing van de aanvankelijke beslissing over het project: 16.5 miljoen (wat overeenkomt met 20 % van de goedgekeurde steun, als voorschot).

- Evagelismos Leptokarya (Fase A): 234,85 miljoen (wat overeenkomt met 90 % van de goedgekeurde steun en met 63 % van het goedgekeurde fysieke object).

- Elektrificatie van de lijn Athene Thessaloniki: 21,6 miljoen (wat overeenkomt met 64 % van de goedgekeurde steun en met 23 % van het goedgekeurde fysieke object).

Er zijn geen betalingen verricht voor de laatste twee projecten na de laatste aanpassing van de desbetreffende medefinancieringsbesluiten van respectievelijk 2001 en 1999.

3. Sinds de goedkeuring van het OP Spoorwegen 1994-1999 in december 1997 zijn er vier aanpassingen aangebracht, namelijk in 1996, 1998, 1999 en 2000.

De Commissie heeft de volgende besluiten met betrekking tot het Cohesiefonds over afzonderlijke spoorwegprojecten gewijzigd:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. De tot nu toe door de Griekse overheid opgegeven totale subsidiabele overheidsuitgaven in het kader van het OP Spoorwegen 1994-1999 bedragen 547 miljoen. Het respectieve bedrag voor projecten van het Cohesiefonds, d.w.z. de totale subsidiabele overheidsuitgaven tot nu toe opgegeven, bedraagt ongeveer 600 miljoen.

6. Er moet rekening mee worden gehouden dat de betalingen die tot nu toe verricht zijn voor elektrificatieprojecten ook ontwerp en voorbereidingswerk voor de ontwikkeling van toekomstige projecten dekken. De Commissie wijst het geachte parlementslid er eveneens op dat betalingen voor dit project die tot nu toe verricht zijn, voorschotten of tussentijdse betalingen zijn. Als er verzocht wordt om een eindbetaling, gaat de Commissie na of het project of de fase van het project voltooid en operationeel is overeenkomstig de bepalingen. Wat betreft verdere betalingen voor dit project, is het standpunt van de Commissie weergegeven in het antwoord op schriftelijke vraag P-3122/01(1) van het geachte parlementslid.

7. Het rapport over de namens de Commissie uitgevoerde expertise met betrekking tot projecten van de elektrificatie en de Evagelismos-Leptokarya spoorweg werd op 25 juli 2002 meegedeeld aan de Griekse overheid. De Griekse overheid gaf de Commissie op 30 januari 2002 haar standpunt over en commentaar op rapport.

8. Ergose werd opgericht in het kader van een beleidsafspraak tussen de Griekse overheid en de Commissie in het kader van het CB 1994-1999, met als doel nieuwe onafhankelijke instanties voor het beheer van grote infrastructuurprojecten op te richten, om problemen van ontwerp, budget, tijd en kwaliteit van uitvoering van die projecten te overwinnen.

Andere voorbeelden van dergelijke instanties die in het kader van het vorige CB voor Griekenland zijn opgericht, zijn de Attiko Metro Company, die de aanleg van de metro in Athene en de uitbreiding ervan beheert, en de Egnatia Company, die de aanleg van de autosnelweg van Egnatia beheert.

De Commissie wil met de hulp van deskundigen de efficiëntie en de kwaliteit onderzoeken van het projectbeheer door bovengenoemde instanties, te beginnen met de audit van Ergose die de komende maanden zal plaatsvinden.

(1) PB C 147 E van 20.6.2002.