Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0370/02 van Marjo Matikainen-Kallström (PPE-DE) aan de Commissie. Betere coördinatie tussen de noordelijke dimensie en het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0370/02 van Marjo Matikainen-Kallström (PPE-DE) aan de Commissie. Betere coördinatie tussen de noordelijke dimensie en het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0370/02 van Marjo Matikainen-Kallström (PPE-DE) aan de Commissie. Betere coördinatie tussen de noordelijke dimensie en het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling.

Publicatieblad Nr. 229 E van 26/09/2002 blz. 0080 - 0081


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0370/02

van Marjo Matikainen-Kallström (PPE-DE) aan de Commissie

(14 februari 2002)

Betreft: Betere coördinatie tussen de noordelijke dimensie en het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling

Om te zorgen voor een evenwichtige regionale ontwikkeling van de Europese Unie moeten alle regio's van de EU evenveel aandacht krijgen. De noordelijke dimensie is een belangrijk politiek initiatief ter bevordering van de samenwerking tussen de landen in de noordelijke delen van de EU en rond de Oostzee. Om zo veel mogelijk profijt op te leveren moeten de verschillende communautaire programma's beter op elkaar worden afgestemd.

Welke maatregelen gaat de Commissie nemen om de noordelijke dimensie en de reeds bestaande EU-programma's, in het bijzonder het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, beter op elkaar af te stemmen?

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(3 april 2002)

De kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling van de Europese Unie hebben als doel de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de industrie in de Gemeenschap te versterken en de nodige wetenschappelijke ondersteuning te bieden voor ander Uniebeleid. Alle Noordse landen nemen aan het kaderprogramma deel, als lidstaat of als geassocieerd land (IJsland en Noorwegen). Bovendien nemen ook de drie Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen) als geassocieerde landen deel, terwijl met Rusland wetenschappelijke en technologische samenwerking plaatsvindt.

In dit verband was in het vijfde kaderprogramma een reeks activiteiten opgenomen met betrekking tot de wetenschappelijke problemen die relevant zijn voor de gebieden die momenteel in de Noordelijke Dimensie aan de orde komen (de uitnodiging tot het indienen van voorstellen uit 1999 in het kader van Copernicus betrof de milieuproblematiek van het Arctische gebied: aan 13 projecten werd voor in totaal 7 miljoen aan financiële steun gegeven; 17 projecten werden gesteund door de Internationale Associatie ter bevordering van de samenwerking met wetenschappers uit de Nieuwe Onafhankelijke Staten van de voormalige Sovjet-Unie (INTAS) met een bedrag van in totaal 1,2 miljoen euro; andere projecten ontvingen steun uit het milieuprogramma NICE (samenstelling van de atmosfeer), Tundra (ecosystemen), IMSI (aardobservatie per satelliet) en werkzaamheden op het gebied van kernsplijting en stralingsbescherming).

In het volgende kaderprogramma zal een soortgelijke aanpak worden gevolgd. Belangrijke buurlanden, zoals de Russische Federatie, kunnen meedoen aan de projecten in het kader van de thematische prioriteiten van het zesde kaderprogramma, met de mogelijkheid van financiële steun. Bovendien worden er specifieke internationale-samenwerkingsactiviteiten voor Rusland overwogen. Er zal dus een zeer brede reeks samenwerkingsactiviteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) openstaan voor wetenschappelijke consortia die specifieke problemen van het gebied willen onderzoeken.