Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0379/02 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie. Erkenning van het Griekse scheepsregister.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0379/02 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie. Erkenning van het Griekse scheepsregister.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0379/02 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie. Erkenning van het Griekse scheepsregister.

Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0190 - 0191


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0379/02

van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie

(21 februari 2002)

Betreft: Erkenning van het Griekse scheepsregister

In haar antwoord op de schriftelijke vraag E-2339/99(1) heeft de Commissie onder meer het volgende vermeld: Ten tijde van de inspectie had het Griekse scheepsregister slechts 941 zeeschepen van meer dan 100 BRT onder klasse en 60 fulltime inspecteurs. Volgens een andere berekeningsmethode, die het Griekse scheepsregister heeft voorgesteld, zou het aantal fulltime inspecteurs 86 bedragen, wat nog altijd minder is dan het krachtens de richtlijn vereiste aantal van 100. () Op 22 april 1998 werd het Griekse scheepsregister overeenkomstig artikel 4, lid 3, van de richtlijn erkend voor een periode van drie jaar, waarin het uitsluitend voor de Griekse overheid kan werken.

Vandaag, na beoordeling door het bevoegde comité van de Europese Unie en krachtens het besluit van de Commissie van 13 december 2001, is het Griekse scheepsregister opnieuw als classificatiebureau erkend, weliswaar enkel voor de Griekse overheid en voor een periode van drie jaar omdat het slechts voldeed aan de kwaliteitscriteria van Richtlijn 94/57/EG(2) inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties.

Kan de Commissie meedelen waarom de erkenning van het Griekse scheepsregister opnieuw tot de Griekse overheid is beperkt? Wat waren de resultaten van de controle op het Griekse scheepsregister? Acht zij de resultaten van de kwalitatieve controle bevredigend? Wat zijn de tekortkomingen met betrekking tot de kwantitatieve criteria?

(1) PB C 280 E van 3.10.2000, blz. 29.

(2) PB L 319 van 12.12.1994, blz. 20.

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(2 april 2002)

De erkenning van het Griekse scheepsregister (GSR) is beperkt tot Griekenland, overeenkomstig Richtlijn 94/57/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties(1). Deze erkenning geldt voor een periode van drie jaar vanaf 13 december 2001, en werd verleend op speciaal verzoek van het Griekse ministerie van koopvaardij na beoordelingen door de Commissie en een positief advies van het desbetreffende comité van vertegenwoordigers van de lidstaten.

Bij de beoordelingen door de Commissie is vastgesteld dat het GSR voldeed aan de criteria van Richtlijn 94/57/EG. In deel A, punten 2 en 3 van de Bijlage Algemene criteria worden echter kwantitatieve criteria gegeven: een classificatiebureau dient een vloot van ten minste 1 000 zeeschepen onder klasse te hebben, en moet minimaal 100 full-time inspecteurs in dienst hebben, eisen waaraan het GSR niet voldeed. Bij de beoordeling van het GSR is vastgesteld dat het GSR 349 zeeschepen onder klasse had en 68 full-time inspecteurs in dienst had. Vergeleken met alle erkende organisaties is dit één van de beste verhoudingen tonnage onder klasse/inspecteur, maar dit volstaat niet voor een volledige erkenning.

De erkenning van het GSR is dus beperkt tot Griekenland, omdat het niet voldoet aan de kwantitatieve criteria van de bijlage bij de richtlijn. Aangezien het GSR echter aan alle kwalitatieve criteria van de richtlijn voldoet, zou dit bureau ook voor iedere andere overheid van de lidstaten kunnen werken die besluit een daartoe strekkend verzoek bij de Commissie in te dienen.

(1) PB L 319 van 12.12.1994.