Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0495/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Nitratenrichtlijn 1991.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0495/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Nitratenrichtlijn 1991.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0495/02 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Nitratenrichtlijn 1991.

Publicatieblad Nr. 205 E van 29/08/2002 blz. 0151 - 0152


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0495/02

van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie

(22 februari 2002)

Betreft: Nitratenrichtlijn 1991

Volgens de Nationale Boerenbond van het Verenigd Koninkrijk zijn de wetenschappelijke gegevens waarop de nitratenrichtlijn gebaseerd is niet bewezen, worden de aanwijzingen dat nitraten schadelijke gevolgen hebben voor de menselijke gezondheid steeds meer in twijfel getrokken en zouden nitraten in de menselijke voeding tot op zekere hoogte heilzaam kunnen zijn, en is ondanks het ontbreken van proefondervindelijke bewijzen een inadequate limiet van 50 delen nitraat per miljoen in oppervlaktewateren opgelegd.

De Bond stelt eveneens dat de globale aanwijzing uit hoofde waarvan alle bemonsteringszones van omvangrijke gebieden in Engeland worden bestempeld tot zones die kwetsbaar zijn voor nitraat onterecht is, daar het Verenigd Koninkrijk als eiland dat wordt omgeven door een grote hoeveelheid diep water met krachtige getijdenbewegingen, minder dan andere lidstaten is blootgesteld aan eutrofiëring in binnenwateren.

Hoe staat de Commissie tegenover deze beweringen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(24 april 2002)

Methemoglobinemie die in verband wordt gebracht met een hoog nitraatgehalte in het drinkwater, komt nog steeds voor in Oost-Europa (honderden gevallen in Roemenië, Litouwen en Polen, in samenhang met een hoog nitraatgehalte van waterbronnen op het platteland) en in de Verenigde Staten. De voor het drinkwater in de Unie geldende grenswaarde van 50 milligram per liter (mg/l) (Richtlijn 75/440/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende de vereiste kwaliteit van het oppervlaktewater dat is bestemd voor productie van drinkwater in de lidstaten) is in combinatie met een hogere bacteriologische kwaliteit een van de belangrijkste factoren die verklaren waarom de situatie in de Unie beter is dan in andere delen van de wereld. De internationaal aanbevolen WHO-norm voor het nitraatgehalte in drinkwater is de maximumwaarde van 50 mg/l; dit komt overeen met de norm die in de Unie geldt.

Afgezien van de effecten van nitraat op de menselijke gezondheid is nitraatverontreiniging uit de landbouw en uit waterbehandeling een belangrijke factor bij de eutrofiëring van zoet water en zeewater. Tussen stikstof in de vorm van nitraationen en fosfor ontstaat een synergetisch effect, waardoor een onnatuurlijk sterke toename van planktonische algen, macroscopische algen en macrofyten wordt bevorderd. In het uiterste geval kan dit leiden tot ernstige verstoringen van habitats in zoet water en in de zee. Het natuurlijk nitraatgehalte van water ligt onder de 10 mg/l (en zelfs onder de 2mg/l in noordelijke wateren en in bergwater). Nitraat in zeewater wordt door de wetenschappelijke gemeenschap beschouwd als de beperkende factor, die bijvoorbeeld grote problemen veroorzaakt door algenbloei en een wisselend zuurstofgehalte (met vissterfte) in de Noordzee en de Oostzee (zie de technische verslagen van het Europees milieuagentschap). Het Verenigd Koninkrijk is in het kader van het beleid van de Unie inzake de bescherming van het mariene milieu en het Verdrag van Oslo-Paris (OSPAR) betrokken bij een gezamenlijke actie voor een sterke reductie van de stikstofemissies (meer dan 1 miljoen ton per jaar, waarvan 60 % uit de landbouw(1)) door de landen aan de Noordzee.

De Nitraatrichtlijn (Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen(2)) is bedoeld om de bevolking te beschermen tegen de toxische effecten van nitraten en om de eutrofiëring van meren, rivieren, kustwateren en zeewater in de Unie terug te dringen. De lidstaten wijzen gebieden aan die kwetsbaar zijn voor nitraten, als onderdeel van de in de richtlijn uiteengezette benadering voor de bescherming van watervoorraden in gebieden die gevoelig zijn voor nitraatverontreiniging. De suggestie dat nitraatverontreiniging geen bedreiging voor de gezondheid van mens en milieu vormt, wordt door de Commissie in het

licht van het voorafgaande dan ook verworpen. De Commissie is het evenmin eens met de opvatting dat de aanwijzing van kwetsbare gebieden in het kader van de richtlijn onnodig en nutteloos is: de identificatie en aanwijzing van dergelijke gebieden is een van de belangrijkste middelen om de verontreiniging op gerichte en evenwichtige wijze terug te dringen.

(1) Bron: Europees milieuagentschap.

(2) PB L 375 van 31.12.1991.