Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Afstaan van bevoegdheden van de Commissie aan de lidstaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Afstaan van bevoegdheden van de Commissie aan de lidstaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/02 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Afstaan van bevoegdheden van de Commissie aan de lidstaten.

Publicatieblad Nr. 309 E van 12/12/2002 blz. 0045 - 0046


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/02

van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie

(18 maart 2002)

Betreft: Afstaan van bevoegdheden van de Commissie aan de lidstaten

Bij de opening van de Conventie voor een Europese grondwet op 28 februari heeft de heer Prodi, voorzitter van de Commissie, verklaard dat de Commissie bereid moest zijn bevoegdheden af te staan aan de lidstaten. Van welke bevoegdheden denkt de Commissie dat zij afgestaan zouden moeten worden? Zullen de voorstellen van de Commissie op dit punt door de commissarissen Barnier en Vitorino, door de voorzitter van de Commissie of door diens woordvoerder aan de Conventie worden doorgegeven?

Antwoord van de heer Prodi namens de Commissie

(6 mei 2002)

De toespraak van de voorzitter van de Commissie tijdens de openingszitting van de Conventie past in de politieke context van die Conventie. Aan de leden van de Conventie wordt

gevraagd zich over de toekomst van het Europees project te bezinnen. De Unie moet opnieuw haar belangrijkste taken onderzoeken en haar werkterrein beter definiëren. In die context moeten alle instellingen zich afvragen hoe zij deze activiteiten zo doeltreffend mogelijk kunnen uitoefenen. De Commissie is bereid haar eigen bevoegdheden opnieuw te onderzoeken indien dit noodzakelijk is voor het welslagen van het Europees project. Dit betekent dat de toespraak van de voorzitter van de Commissie bij de opening van de Commissie niet zo zeer gericht was op een specifieke taak die momenteel door de Commissie wordt uitgeoefend, maar eerder op een politieke geestesgesteldheid. De Commissie is uiteraard niet voornemens af te zien van haar essentiële rol, namelijk die van een onafhankelijke instelling die het algemene Europese belang garandeert. Zodra de Commissie haar standpunt heeft bepaald over de toekomst van de institutionele architectuur van de Unie moeten haar vertegenwoordigers in de Conventie deze boodschap daar overbrengen.