SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/02 van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie. Douanepersoneel in de Europese Unie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/02 van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie. Douanepersoneel in de Europese Unie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/02 van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie. Douanepersoneel in de Europese Unie.
Publicatieblad Nr. 277 E van 14/11/2002 blz. 0101 - 0102
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/02
van Herbert Bösch (PSE) aan de Commissie
(4 april 2002)
Betreft: Douanepersoneel in de Europese Unie
De douane is voor de Europese Unie van bijzonder belang, aangezien een groot deel van de douane-inkomsten naar de begroting van de Europese Unie gaat. In enkele lidstaten zijn er echter voortdurend klachten van douanebeambten over het personeelsgebrek bij de douane.
Bestaan er EU-normen voor het aantal controleorganen dat voor de controle van een bepaald stuk grens nodig is?
Hoeveel douanebeambten werken er momenteel in Oostenrijk, en hoeveel zijn er nodig om de buitengrenzen van de EU in Oostenrijk optimaal te controleren?
Hoe is de situatie op personeelsgebied bij de douane in andere EU-lidstaten? Welke lidstaten beschikken over te weinig douanepersoneel, en hoe groot is de personeelsbehoefte in verhouding tot het aantal effectieve douanebeambten in elk van de lidstaten?
Hoe hoog schat de Commissie de schade tengevolge van gederfde douane-inkomsten voor de Europese Unie die aan personeelsgebrek bij de douaneautoriteiten te wijten is?
Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie
(12 juni 2002)
Op basis van artikel 280 van het EG-Verdrag moeten de lidstaten maatregelen goedkeuren om de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen. Het behoort tot hun bevoegdheid de douanediensten op te richten die nodig worden geacht om op doeltreffende wijze de eigen middelen te kunnen innen. Er zijn dus geen Gemeenschapsvoorschriften in verband met het aantal douaneambtenaren of controleorganen dat voor de bewaking van de grenzen nodig wordt geacht.
Volgens de gegevens die de Oostenrijkse douaneadministratie heeft medegedeeld bedroeg het aantal douaneambtenaren in deze lidstaat dat met de controle van de goederen en de inning van de douanerechten belast was 4 200 man in 2001.
In de andere lidstaten bedraagt dit aantal ongeveer 91 000 man; hieraan moet nog het personeel worden toegevoegd van andere organen of instellingen die eveneens bij douanetaken betrokken zijn. Het aantal tewerkgestelde ambtenaren varieert naargelang van de plaatselijke omstandigheden en de taken die voortvloeien uit het Derde Deel, Titel I van het EG-Verdrag en Titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Gesteund door het programma Douane 2002 van de Commissie dienen de lidstaten er veeleer voor te zorgen dat het personeel over een geschikte infrastructuur op het gebied van de informatica beschikt, beter wordt opgeleid en een beroep kan doen op moderne controletechnieken die met name op risicoanalyse gebaseerd zijn.
De Commissie als ordonnateur van de ontvangsten verricht de controles, inclusief de verificaties ter plekke. Periodiek legt zij de begrotingsautoriteit verslagen voor over de werking van het systeem voor het uitoefenen van de controle op de eigen middelen ingevolge artikel 18 §3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000, houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(1).
De Commissie kan eventuele schade voor de Europese Unie door belastingderving die het gevolg is van personeelsgebrek bij de douane niet ramen.
(1) PB L 130 van 31.5.2000.