SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1239/02 van Joan Colom i Naval (PSE), Raimon Obiols i Germà (PSE),Anna Terrón i Cusí (PSE) en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Verontreiniging door purine in Catalonië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1239/02 van Joan Colom i Naval (PSE), Raimon Obiols i Germà (PSE),Anna Terrón i Cusí (PSE) en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Verontreiniging door purine in Catalonië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1239/02 van Joan Colom i Naval (PSE), Raimon Obiols i Germà (PSE),Anna Terrón i Cusí (PSE) en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Verontreiniging door purine in Catalonië.
Publicatieblad Nr. 277 E van 14/11/2002 blz. 0166 - 0167
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1239/02
van Joan Colom i Naval (PSE), Raimon Obiols i Germà (PSE),Anna Terrón i Cusí (PSE) en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie
(30 april 2002)
Betreft: Verontreiniging door purine in Catalonië
De regering van Catalonië heeft onlangs toegegeven dat de inwoners van 132 Catalaanse gemeentes in de jaren 1998-2000 leidingwater hebben gekregen dat een nitraatgehalte bevatte dat boven het wettelijk toegestane gehalte lag. Deze verontreiniging is vooral te wijten aan purine die komt van de talrijke varkenshouderijen in het getroffen gebied.
In de communautaire wetgeving is een maximumniveau van 50 milligram nitraat per liter water vastgesteld, maar een van de resultaten van onlangs op 48 monsterpunten verrichte peilingen was dat meer dan 100 milligram per liter is aangetroffen in voor menselijke consumptie bestemd water.
In maart 2000 zijn deze feiten aan de kaak gesteld in vraag E-0738/00(1) waarin specifiek werd gewezen op de ernstige nalatigheid bij het uitvoeren van Richtlijn 91/676/EEG(2), vooral in zones zoals Baix Ter en Osona. De Commissie heeft in september 2000 op deze vraag geantwoord dat er inbreukprocedures aanhangig zijn gemaakt tegen Spanje wegens het niet-toepassen van dit artikel van genoemde richtlijn vooral omdat er geen kwetsbare gebieden zijn aangewezen en bovendien omdat er vertraging is opgetreden bij het opstellen van codes voor goed gedrag in de landbouw. Tevens werd in het antwoord van de Commissie herinnerd aan de toezegging van de Spaanse autoriteiten dat zij de ernstige verontreinigingsproblematiek van het water zouden aanpakken.
Twee jaar later blijkt uit de onlangs door de regering van Catalonië aangedragen gegevens dat de toestand er alleen maar erger op is geworden en dat het plan dat de bevoegde autoriteiten aan de Commissie hebben beloofd te zullen toepassen, weinig effect heeft gehad in de meeste gebieden en voor de betreffende watervoorziening.
Omdat naar verwachting op korte termijn het aantal varkenshouderijen in kwetsbare gebieden nog alleen maar zal toenemen, luidt de vraag:
Kan de Commissie specificeren welk gevolg zij de afgelopen twee jaar heeft gegeven aan de zaak van niet-toepassing van Richtlijn 91/676/EEG door Catalaanse gemeentes?
Welke nieuwe maatregelen denkt de Commissie te nemen om deze ernstige verslechtering van de watervoorzieningen tegen te gaan omdat deze een ernstig risico met zich meebrengen voor de gezondheid van de bevolking van Catalonië?
(1) PB C 53 E van 20.2.2001, blz. 21.
(2) PB L 375 van 31.12.1991, blz. 1.
Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
(27 juni 2002)
Met betrekking tot Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen(1) heeft de Commissie twee inbreukprocedures ingeleid tegen Spanje en heeft zij de desbetreffende zaken aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie.
In de eerste plaats heeft het Hof van Justitie in zijn arrest van 1 oktober 1998 in de zaak C-71/97 Spanje veroordeeld wegens niet-nakoming van de voorschriften van Richtlijn 91/676/EEG. Het Hof van Justitie concludeert dat Spanje de richtlijn niet nakomt omdat het geen kwetsbare zones heeft aangewezen en geen codes van goede landbouwpraktijken heeft opgesteld, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de richtlijn. Er moet worden aangestipt dat Spanje ten gevolge van dit arrest informatie heeft medegedeeld voor het geheel van zijn grondgebied over de aangewezen kwetsbare zones. Spanje heeft ook kennisgeving gedaan van codes van goede landbouwpraktijken.
In de tweede plaats moet worden opgemerkt dat het Hof van Justitie in zijn arrest van 13 april 2000 in de zaak C-274/98 Spanje bovendien heeft veroordeeld omdat het geen kennisgeving heeft gedaan, overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 91/676/EEG, van zijn actieprogramma's voor kwetsbare zones. In reactie daarop heeft de Spaanse overheid kennisgeving gedaan van de verschillende actieprogramma's van de betrokken autonome gemeenschappen. De Commissie heeft derhalve besloten deze zaak te seponeren.
De Commissie buigt zich momenteel over de door de Spaanse autoriteiten verstrekte informatie over de aangewezen kwetsbare zones en de desbetreffende actieprogramma's.
Wat het specifieke geval van Catalonië betreft, dat de geachte parlementsleden in hun vorige schriftelijke vraag aan de orde hebben gesteld, moet worden vermeld dat de Commissie een inbreukprocedure tegen Spanje heeft ingeleid ten gevolge van een aan de Commissie Verzoekschriften van het Parlement gericht verzoekschrift betreffende de nitraatverontreiniging van drinkwater in de zone van Osona.
Zoals de geachte parlementsleden vermelden, is de Commissie bovendien dankzij schriftelijke vraag E-0738/00 van de heer Colom i Naval(2) op de hoogte van de verontreiniging ten gevolge van gier van het grondwater van Baix Ter. De Commissie is zich bewust van de ernst van het probleem, niet alleen voor het milieu maar ook voor de volksgezondheid, en heeft een inbreukprocedure tegen Spanje gestart. Deze procedure bevindt zich momenteel in het stadium van het met redenen omkleed advies, wat het laatste stadium is alvorens de zaak voor het Hof van Justitie wordt gebracht.
De Commissie hoopt dat deze procedures zullen bijdragen tot de oplossing van het door de geachte parlementsleden te berde gebrachte probleem.
(1) PB L 375 van 31.12.1991.
(2) PB C 53 E van 20.2.2001.