SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1271/02 van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie. Problemen bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake het uit het verkeer halen van auto's.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1271/02 van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie. Problemen bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake het uit het verkeer halen van auto's.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1271/02 van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie. Problemen bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake het uit het verkeer halen van auto's.
Publicatieblad Nr. 277 E van 14/11/2002 blz. 0174 - 0176
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1271/02
van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie
(6 mei 2002)
Betreft: Problemen bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake het uit het verkeer halen van auto's
Volgens verscheidene berichten in de Griekse pers wordt per 1 juli 2002 ook in Griekenland de communautaire richtlijn 2000/53/EG(1) van kracht. Deze richtlijn bepaalt dat alle nieuwe particuliere voertuigen die verkocht worden een bepaalde leeftijdsgrens hebben die door de autoproducenten wordt bepaald. De autowrakken moeten worden ingeleverd bij de vertegenwoordigers en moeten worden vernietigd.
In diezelfde berichten lezen we dat deze maatregel verplicht zal zijn vanaf 2007 en dat naar verwachting ongeveer twee miljoen auto's met conventionele technologie en die meer dan 15 jaar oud zijn, van de Griekse wegen zullen worden gehaald. Griekenland en Denemarken zijn de twee enige landen in de EU waar particuliere voertuigen van meer dan 1800 cc extreem worden belast met een bijzondere verbruiksbelasting en andere fiscale lasten. De modale Griek moet zeer diep in zijn zak tasten om voor zichzelf en zijn gezin een betrouwbaar en veilig transportmiddel te kopen. Met de verplichte inlevering en vernietiging van de voertuigen worden diegenen getroffen die buitensporige belastingen hebben betaald aan de Griekse staat om een auto te kopen, alsook degenen die nu een auto kopen en die verplicht zullen zijn deze na een bepaalde tijd als wrak in te leveren en te laten vernietigen.
Zijn de bepalingen van de richtlijn van kracht zoals ze in de Griekse pers zijn voorgesteld? Heeft de Commissie zich beraden over het tijdstip en het exacte aantal voertuigen dat moet worden vernietigd? Is er voorzien in enige financiële steun of compensatie voor de eigenaar die zijn auto laat vernietigen? Zou de tenuitvoerlegging van deze richtlijn niet moeten gepaard gaan met een gelijktijdige volledige harmonisering van de fiscale lasten zodat de absurde situatie wordt voorkomen dat de Griekse belastingbetaler voor dezelfde auto uiteindelijk tot 360 % meer betaalt dan in de andere EU-landen?
(1) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.
Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie
(24 juni 2002)
Het is onjuist dat er in Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken(1) een bepaalde maximale levensduur voor voertuigen wordt vastgesteld. De richtlijn bevat geen specifieke regels over de onttrekking van voertuigen aan de markt.
In de Unie resulteren autowrakken tegenwoordig ieder jaar in zo'n 8 tot 9 miljoen ton afval. Richtlijn 2000/53/EG beoogt de preventie van afval dat afkomstig is van voertuigen en de bevordering van hergebruik, recycling en andere vormen van terugwinning van autowrakken en de componenten daarvan. Daartoe worden duidelijke kwantitatieve doelstellingen inzake hergebruik, recycling en terugwinning van voertuigen en componenten vastgesteld en wordt het beginsel van de producentenverantwoordelijkheid toegepast door middel van de bepaling dat producenten een regeling dienen te financieren voor de terugname zonder kosten voor de laatste houders/eigenaren van afgedankte voertuigen die na 1 juli 2002 op de markt werden gebracht. De regeling voor terugname zonder kosten van de voertuigen die vóór 1 juli 2002 op de markt werden gebracht, zal pas vanaf 1 januari 2007 gelden.
Er bestaan geen geharmoniseerde regels ten aanzien van de vraag wanneer een voertuig het einde van zijn levensloop heeft bereikt. De gemiddelde levensduur van voertuigen in de EU verschilt aanzienlijk, met de laagste in Luxemburg (vier jaar) en de hoogste in Portugal (11 jaar)(2). Het is daarom moeilijk een schatting te geven van het aantal voertuigen dat op dit moment vernietigd wordt. Volgens het Europees Milieuagentschap wordt er een toename van het aantal vernietigde auto's in de Unie verwacht van ongeveer 11,3 miljoen in 1995 tot iets minder dan 17 miljoen in 2015.(3)
Behalve de regel dat het eigenaren van autowrakken mogelijk moet worden gemaakt hun auto's zonder kosten te laten terugnemen, wordt er uit hoofde van de richtlijn geen financiële stimulans of compensatie geboden aan eigenaren van autowrakken om hun auto's te laten vernietigen.
Het voornaamste doel van Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken is het negatieve effect van autowrakken op het milieu te minimaliseren. Daar de autowrakken die vallen onder Richtlijn 2000/53/EG afval zijn in de zin van artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen(4), heeft het geen zin om voertuigbelastingen te gaan hanteren als een specifiek instrument ter verbetering van hun milieuprestaties.
Er bestaat geen verband tussen de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken en eventuele nieuwe Gemeenschapsinitiatieven met betrekking tot voertuigbelastingen. De Commissie onderzoekt met betrekking tot de belasting van personenauto's een
aantal mogelijkheden voor maatregelen op Gemeenschaps- en lidstaatniveau. De resultaten van dit onderzoek zullen binnenkort in de vorm van een mededeling van de Commissie ter bespreking aan de Raad en het Europees Parlement worden voorgelegd. De voornaamste doelstelling van deze mededeling is het omschrijven van mogelijke toekomstige maatregelen op het gebied van de belasting van personenauto's die de goede werking van de interne markt kunnen verzekeren en een bijdrage leveren aan het realiseren van de milieudoelstellingen van de Gemeenschap, o.m. die welke voortvloeien uit het Protocol van Kyoto.
(1) PB L 269 van 21.10.2000.
(2) Bron: Europees Milieuagentschap, Indicator 25: size and average age of vehicle fleet, laatst bijgewerkt op 24 januari 2001; op http://reports.eea.eu.int/ENVISSUENo12/en/page031.html.
(3) Bron: Europees Milieuagentschap, Waste from road vehicles, versie van 20 augustus 2001;op http://themes.eea.eu.int/Sectors_and_activities/transport/indicators/consequences/waste/Waste_from_road_transport_TERM_2001.pdf.
(4) PB L 194 van 25.7.1975.