SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1349/02 van Pere Esteve (ELDR) en Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (ELDR)aan de Commissie. Discriminatie van de provincie Teruel in het kader van de structuurfondsen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1349/02 van Pere Esteve (ELDR) en Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (ELDR)aan de Commissie. Discriminatie van de provincie Teruel in het kader van de structuurfondsen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1349/02 van Pere Esteve (ELDR) en Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (ELDR)aan de Commissie. Discriminatie van de provincie Teruel in het kader van de structuurfondsen.
Publicatieblad Nr. 301 E van 05/12/2002 blz. 0130 - 0131
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1349/02
van Pere Esteve (ELDR) en Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (ELDR)aan de Commissie
(13 mei 2002)
Betreft: Discriminatie van de provincie Teruel in het kader van de structuurfondsen
In het verslag A3-0115/93 van het Europees Parlement (Commissie regionaal beleid, ruimtelijke ordening en betrekkingen met regionale en lokale lichamen) van 30 maart 1993 over regio's met een lage bevolkingsdichtheid (rapporteur: de heer Moretti) wordt gesignaleerd dat een ongelijke bevolkingsverdeling in velerlei gevallen een vervormd beeld geeft van de realiteit die achter de statistische gegevens schuilgaat. De eenheden die gehanteerd worden bij het in kaart brengen van de voor steun uit de structuurfondsen in aanmerking komende regio's, worden als gevolg daarvan onbruikbaar. Gesteld wordt dat de indicatoren op grond waarvan wordt bepaald welke regio's voor steun uit de structuurfondsen in aanmerking komen, en met name het BBP pro capita, een vertekend beeld geven van de problemen van onderontwikkeling die zich binnen de Europese Unie voordoen en een slechte basis vormen voor de vaststelling van de prioriteiten van het Europees regionaal beleid. In het voornoemde verslag wordt dan ook gepleit voor het gebruik van statistieken die betrekking hebben op kleinere eenheden dan die welke op het NUTS III-niveau worden gehanteerd, aangezien de problemen op deze wijze beter kunnen worden opgespoord.
Later heeft de Commissie een voorstel tot wijziging van de verordening ingediend (COM(2001) 0083(1)) waarin objectieve, duidelijke, neutrale en duurzame criteria worden vastgesteld. De geldende categorieën NUTS I, II en III beantwoorden evenwel niet aan de voornoemde criteria en de in
het huidige voorstel vastgestelde criteria worden vaak met voeten getreden. Resultaat hiervan is dat de uiteindelijke doelstelling, het streven naar werkelijk vergelijkbare regionale statistieken, op de helling komt te staan. Het voorstel voor een verordening voorziet in de mogelijkheid om lagere niveaus in te voeren dan die welke in de huidige NUTS-categorieën (IV en V) van toepassing zijn. Het ziet er evenwel niet naar uit dat deze maatregel zal bijdragen aan een betere definitie van de onderontwikkelde regio's.
De Spaanse provincie Teruel, die tot de autonome regio Aragón behoort, vertoont twee bijzondere kenmerken: zij maakt deel uit van de minst evenwichtige autonome regio van Spanje en het is een van de provincies die het sterkst getroffen wordt door ontvolking. De voortdurende daling van de bevolking en de toenemende vergrijzing hebben tot gevolg dat de waarde van het BBP per inwoner groeit terwijl het welvaartsniveau onveranderd blijft. Hieruit blijkt dat deze indicator geen getrouwe weergave is van de ontwikkeling van de provincie, zoals ook in het in de eerste alinea geciteerde verslag van het Europees Parlement wordt onderstreept.
Is de Commissie zich bewust van deze vertekening van de realiteit?
Is de Commissie voornemens om in deze situatie verandering te brengen met het oog op de vaststelling van de nieuwe selectiecriteria voor ontwikkelde en minder ontwikkelde regio's vanaf 2006? Bestaat de mogelijkheid dat aan Teruel op grond van deze lage bevolkingsdichtheid tot 2006 een bijzondere status vergelijkbaar met die van eilanden en perifere regio's wordt toegekend?
(1) PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 108.
Gecombineerd Antwoordvan de heer Barnier namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-1349/02 en E-1396/02
(3 juli 2002)
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999, houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1), stelt de criteria vast om te bepalen welke regio's in de programmeringsperiode 2000-2006 voor de doelstellingen 1 en 2 van deze Fondsen in aanmerking komen. De onder doelstelling 1 vallende regio's zijn die van het niveau II van de Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS). De onder doelstelling 2 vallende regio's zijn die van het niveau NUTS III of de ergst getroffen zones binnen deze regio's.
Teruel is een territoriale eenheid van het niveau NUTS III en kan dus niet in aanmerking komen voor doelstelling 1. Daarom komt Teruel, gelet op de sociaal-economische problemen van de provincie, voor de lopende programmeringsperiode in zijn geheel in aanmerking voor doelstelling 2. Een van de criteria om in aanmerking te komen voor doelstelling 2, is de bevolkingsdichtheid. Met de specifieke situatie van de provincie Teruel is trouwens al rekening gehouden bij de opstelling van het enig programmeringsdocument voor Aragón.
Bovendien is in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen uitdrukkelijk rekening gehouden met de specifieke kenmerken van regio's met een geringe bevolkingsdichtheid. Enerzijds volstaat de geringe bevolkingsdichtheid om voor regionale steun uit hoofde van de in artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag bedoelde afwijking in aanmerking te komen. Anderzijds is de maximale intensiteit van de investeringssteun die in dergelijke regio's kan worden toegekend, vastgesteld op 30 % in netto-subsidie-equivalent (NSE), in plaats van de gebruikelijke 20 % NSE. De provincie Teruel profiteert ten volle van deze bepalingen.
Om een solide en transparante rechtsgrond te creëren, heeft de Commissie in februari 2001 een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad goedgekeurd betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)(2), waarover het Europees Parlement verslag heeft uitgebracht en dat op het ogenblik in de Raad besproken wordt. Met deze verordening wordt onder meer beoogd objectieve criteria vast te stellen voor de territoriale indeling van de lidstaten, om bij de opstelling van de regionale statistieken voor vergelijkbaarheid en onpartijdigheid te zorgen. Voor Spanje stelt bijlage II bij genoemd voorstel de autonome regio's gelijk met niveau II van de NUTS.
Voor de vaststelling van het toekomstige cohesiebeleid voor de periode na 2006 heeft de Commissie met het tweede verslag over de economische en sociale cohesie(3) een brede discussie op gang gebracht. Daarin beschouwt de Commissie de gebieden met zwaarwegende geografische en natuurlijke handicaps, waaronder streken met een lage bevolkingsdichtheid, als een mogelijke prioriteit voor het toekomstig cohesiebeleid. De discussie is gaande en de Commissie zal te zijner tijd in het derde cohesieverslag haar voorstellen aan de Raad en het Parlement presenteren met betrekking tot de manier waarop in het toekomstige regionale beleid het beste rekening kan worden gehouden met deze specifieke kenmerken.
(1) PB L 161 van 26.6.1999.
(2) PB C 180 E van 26.6.2001.
(3) COM(2001) 24 def.