SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1732/02 van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad. Uitzetting van een delegatie van Spaanse politici en journalisten in Layoune (Westelijke Sahara) door de Marokkaanse autoriteiten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1732/02 van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad. Uitzetting van een delegatie van Spaanse politici en journalisten in Layoune (Westelijke Sahara) door de Marokkaanse autoriteiten.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1732/02 van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad. Uitzetting van een delegatie van Spaanse politici en journalisten in Layoune (Westelijke Sahara) door de Marokkaanse autoriteiten.
Publicatieblad Nr. 092 E van 17/04/2003 blz. 0086 - 0086
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1732/02
van Isidoro Sánchez García (ELDR) aan de Raad
(17 juni 2002)
Betreft: Uitzetting van een delegatie van Spaanse politici en journalisten in Layoune (Westelijke Sahara) door de Marokkaanse autoriteiten
Afgelopen zaterdag 1 juni kwam een volledig geaccrediteerde Spaanse delegatie van politici en journalisten aan op het vliegveld van Layoune in de Westelijke Sahara, na een vlucht vanaf de Canarische Eilanden. Tot hun grote verbazing werden ze onmiddellijk na de landing op het vliegveld door de Marokkaanse autoriteiten uitgezet, nadat ze op denigrerende en vernederende wijze waren behandeld. De reden voor hun bezoek was inzicht te verkrijgen in de situatie in de Sahara door het voeren van gesprekken, waarover tevoren afspraken waren gemaakt, met de vertegenwoordigers van Minurso en de autoriteiten van Layoune en Smara. Deze gesprekken hebben nu helaas niet kunnen plaatsvinden.
Gezien de ernst van het incident acht deze afgevaardigde, lid van de Europese parlementaire ad-hocdelegatie voor de Sahara, het van belang dat dit soort incidenten nadrukkelijk wordt veroordeeld, evenals het gebrek aan parlementaire beleefdheid van de kant van de Marokkaanse regering jegens een delegatie van gekozen volksvertegenwoordigers, te weten een Europees afgevaardigde, een senator, twee parlementsleden van deelstaten, een gemeentelijk raadsadviseur, een burgemeester, twee gemeenteraadsleden en zeven journalisten die verslag wilden doen van het bezoek.
Dientengevolge, en gelet op artikel 21 van het EU-Verdrag inzake het Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de EU, verwerpt deze afgevaardigde dergelijke grofheden en wil hij de Raad het volgende vragen: welke stappen is de Raad voornemens te nemen bij de Marokkaanse regering naar aanleiding van dit ernstige incident?
Antwoord
(19 december 2002)
1. De Raad neemt nota van het door het geachte parlementslid gemelde incident.
2. In het algemeen steunt de Raad de inspanningen van de VN om het conflict in de Westelijke Sahara op te lossen ten volle, hetzij in de hoofdzetel te New York, hetzij in het veld door middel van de Minurso. In dit verband moedigt hij alle contacten aan die kunnen bijdragen tot een klimaat van vertrouwen tussen de partijen, ook op menselijk gebied, teneinde te komen tot een duurzame oplossing met volledige eerbiediging van de mensenrechten. De Raad heeft Marokko onlangs verzocht ervoor te zorgen dat de civiele garanties en de mensenrechten in de Westelijke Sahara volledig geëerbiedigd worden en verder samen te werken met het ICRC om op te helderen waar de Saharaanse vermisten zich bevinden.
3. In dezelfde geest heeft de Raad het Polisario-front verzocht de 1260 Marokkaanse gevangenen die nog steeds in de kampen van Tindouf worden vastgehouden, vrij te laten en samen te werken met het ICRC om op te helderen waar de Marokkaanse vermisten zich bevinden. Bovendien heeft hij beide partijen opgeroepen om bij wijze van humanitaire maatregel en onder auspiciën van het UNHCR, de vluchtelingen, de gevangenen en hun familieleden die in de Westelijke Sahara verblijven, toe te staan ongehinderd brieven uit te wisselen en telefonisch contact te onderhouden en heeft hij hen verzocht familiebezoek tussen de personen die in de Westelijke Sahara verblijven en degenen die in de vluchtelingenkampen van Tindouf verblijven, te bevorderen.