Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1758/02 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Uitlatingen van de directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut tijdens de twaalfde ontmoeting van de onderzoeksorganisaties op het gebied van de visserij, op 5 juni, in Baiona, Galicië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1758/02 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Uitlatingen van de directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut tijdens de twaalfde ontmoeting van de onderzoeksorganisaties op het gebied van de visserij, op 5 juni, in Baiona, Galicië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1758/02 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Uitlatingen van de directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut tijdens de twaalfde ontmoeting van de onderzoeksorganisaties op het gebied van de visserij, op 5 juni, in Baiona, Galicië.

Publicatieblad Nr. 028 E van 06/02/2003 blz. 0132 - 0132


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1758/02

van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie

(19 juni 2002)

Betreft: Uitlatingen van de directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut tijdens de twaalfde ontmoeting van de onderzoeksorganisaties op het gebied van de visserij, op 5 juni, in Baiona, Galicië

Op 5 juni is in Baiona, Galicië, de twaalfde ontmoeting van de onderzoeksorganisaties op het gebied van de visserij gehouden, en bij die gelegenheid heeft de directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut, Álvaro Fernández, naar aanleiding van het voorstel van de Commissie voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid gezegd dat het geen zin heeft de vangsten voor alle vissoorten op gelijke wijze terug te brengen. Dat is immers wat de Commissie voorstelt, als ze het heeft over het terugbrengen van de vangsten met 30 tot 60 %. In plaats daarvan moet voor elke soort worden vastgesteld in welke mate de vangsten moeten afnemen, en voor dat doel moeten maatregelen worden genomen die verenigbaar zijn met de visserij als economische activiteit. De directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut stelde uitdrukkelijk dat geen enkele soort zozeer bedreigd wordt dat een vangstreductie van 40 % gerechtvaardigd is. Hij was zelfs van mening dat elke reductie met meer dan 20 % overdreven was, aangezien reducties van deze omvang volstaan voor het herstel van de visstand. De vloot zou op die wijze gewoon kunnen blijven vissen.

Heeft de Commissie bij haar onderzoek ten behoeve van de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid rekening gehouden met wetenschappelijk standpunten van het soort zoals die in Baiona zijn uitgedragen door een persoon met zulk een verantwoordelijke functie als de directeur van het Spaans Oceanografisch Instituut?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(22 juli 2002)

De Commissie gebruikt de aanbevelingen van wetenschappers als uitgangspunt voor haar voorstellen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. Hierbij houdt zij echter in het bijzonder rekening met de wetenschappelijke adviezen die ambtshalve worden uitgebracht door de wetenschappelijke instanties op dit gebied, namelijk de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (WTECV). Deze instanties weerspiegelen de opvattingen van verschillende wetenschappers uit heel Europa op een wijze die de hoogst mogelijke graad van overeenstemming onder alle deelnemende wetenschappers waarborgt.

De heer Álvaro Fernandez is een welbekende, zeer gerespecteerde onderzoeker. De Commissie kan de wetenschappelijke onderbouwing van haar beleid echter niet laten afhangen van persoonlijke opvattingen van individuele onderzoekers, en zeker niet van uitlatingen in de media.