SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1904/02 van Avril Doyle (PPE-DE) aan de Commissie. MOX-zending van Japan naar het Verenigd Koninkrijk.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1904/02

van Avril Doyle (PPE-DE) aan de Commissie

(25 juni 2002)

Betreft: MOX-zending van Japan naar het Verenigd Koninkrijk

Weet de Commissie zeker dat adequate veiligheidsmaatregelen zijn getroffen voor de in augustus/september 2002 aangekondigde terugkeer van MOX uit Japan naar de haven Barrow-in-Furness in het Verenigd Koninkrijk?

Kan de Commissie in detail aangeven wat deze veiligheidsmaatregelen behelzen en of alle noodzakelijke garanties zijn ingebouwd om Europees grondgebied en de Europese wateren te beschermen?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(17 juli 2002)

De Commissie is noch verantwoordelijk noch wettelijk bevoegd voor de beoordeling van de veiligheidsmaatregelen die zijn genomen voor de terugkeer van gemengd-oxidesplijtstof (MOX) naar het Verenigd Koninkrijk.

Het Office of Civil Nuclear Security (OCNS Bureau civiele nucleaire veiligheid) in het Verenigd Koninkrijk is bevoegd voor de regelgeving ten aanzien van civiele exploitanten van kerncentrales inzake het veilige vervoer van gevoelige categorieën kernmateriaal. In dit verband is het OCNS de door het Verenigd Koninkrijk in het kader van het Verdrag inzake de fysieke bescherming van kernmaterialen aangewezen nationale instantie voor vervoer van en naar bestemmingen overzee.

Wat met name de terugkeer van de MOX-splijtstof uit Japan betreft: deze valt direct onder de regelgevende bevoegdheid van het OCNS. Het OCNS heeft alle veiligheidsmaatregelen, in het bijzonder naar aanleiding van de terroristische aanslag van september 2001 in de Verenigde Staten, opnieuw bekeken. Deze veiligheidsmaatregelen zijn ook door de Amerikaanse en Japanse regelgevende autoriteiten geïnspecteerd. Alle veiligheidsautoriteiten zijn ervan overtuigd dat de veiligheidsmaatregelen afdoende zijn om iedere potentiële bedreiging het hoofd te bieden.

Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, lijken de genomen veiligheidsmaatregelen adequaat te zijn. Toch wordt de aandacht van het geachte parlementslid gevestigd op het Verdrag inzake de fysieke bescherming van kernmaterialen en in het bijzonder op de paragraaf betreffende de vertrouwelijkheid van informatie inzake veiligheidsmaatregelen.