SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2213/02 van Karin Junker (PSE) aan de Commissie. Subsidiëring van de OXFAM-campagne Make Trade Fair.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2213/02

van Karin Junker (PSE) aan de Commissie

(22 juli 2002)

Betreft: Subsidiëring van de OXFAM-campagne Make Trade Fair

Op 11 april 2002 is de OXFAM-campagne Make Trade Fair van start gegaan. Met deze campagne spant OXFAM zich in om de toegang tot de Europese markten voor armere landen te vergemakkelijken.

Eén van de eisen is de oprichting van een nieuwe instelling die de distributie bevordert en overschotten voorkomt om de prijzen tot een billijk niveau te verhogen en ervoor te zorgen dat ze niet door afspraken ondergraven worden.

Een en ander moet gepaard gaan met een gegarandeerde toegang tot nieuwe technologieën en vooral tot de voornaamste medicijnen, ook op basis van een democratisering van de Wereldhandelsorganisatie.

Tot dusver werden Fair Trade-activiteiten bij subsidiëring eerder achtergesteld.

Subsidieert de Commissie of is zij voornemens de OXFAM-campagne Make Trade Fair te subsidiëren, in het bijzonder op het gebied van de ACS-samenwerking, en zo ja, op welke manier?

Antwoord van de heer Lamy namens de Commissie

(8 oktober 2002)

De Europese Unie nam het voortouw met betrekking tot de start van een nieuwe handelsronde, die in november 2001 in Doha inderdaad van start ging. Het officiële doel van deze ronde is om de integratie van ontwikkelingslanden in de wereldeconomie te bevorderen. Na de start gingen de onderhandelingen verder in Genève. De resultaten hiervan zullen ertoe leiden dat producten uit ontwikkelingslanden betere toegang krijgen tot de Europese markt. In dit verband dient echter opgemerkt te worden dat de Europese Unie deze nieuwe ronde niet heeft afgewacht om de toegang te vergemakkelijken: door het al eerder gelanceerde Alles behalve wapens-initiatief werd de Europese markt opengesteld voor alle producten uit de minst ontwikkelde landen.

Hoewel toegang tot de Europese en eventuele andere markten gunstig is voor de economieën van de meeste ontwikkelingslanden, is het waarschijnlijk niet voldoende voor de landen die voornamelijk grondstoffen exporteren, zoals Oxfam terecht opmerkte. De Commissie bestudeert momenteel hoe dit probleem opgelost kan worden.

In het kader van de onderhandelingen met de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is de Commissie ook van plan de problemen in verband met de toegang tot nieuwe technologieën, waaronder geneesmiddelen, aan te pakken en heeft hiertoe al voorstellen ingediend in Genève.

Wat betreft de toegang tot geneesmiddelen werden de WTO-leden het in november 2001 in Doha eens over een verklaring inzake het verband tussen kwesties in verband met gezondheidszorg en de handelsgerelateerde aspecten van intellectuele-eigendomsrechten (TRIPs): gezien punt 6 van deze verklaring heeft de Commissie een amendement voorgesteld van artikel 31 van de TRIPs-overeenkomst.

Tegelijkertijd zal de Commissie blijven streven naar transparantie van de WTO, zoals bleek uit het onlangs goedgekeurde besluit van de WTO om de vrijgave van WTO-documenten te vergemakkelijken.

Daarnaast is de Commissie van plan de integratie van ontwikkelingslanden in de wereldeconomie ook op bilateraal en regionaal niveau te bevorderen, met name met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS). Conform de overeenkomst van Cotonou gaan binnenkort onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten van start tussen de Gemeenschap en de ACS-landen.

De Commissie steunt door particuliere ondernemingen uitgevoerde Fair Trade-activiteiten en zal dat blijven doen, en zorgt er daarbij voor dat zij haar internationale verplichtingen nakomt. Daarnaast is de Gemeenschap nu al actief betrokken bij internationale inspanningen om ervoor te zorgen dat de internationale grondstoffenmarkt transparanter en efficiënter wordt.

Ten slotte heeft de Commissie sinds het begin van de campagne regelmatig contact met Oxfam door middel van vergaderingen en werkgroepen en bestudeert zij de voorstellen van Oxfam. Deze dialoog is constructief en nuttig gebleken en zal zeker voortgezet worden tijdens de onderhandelingen in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda, de economische partnerschapsovereenkomsten en daarna.