SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2325/02 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Gelijke toegang tot de visbestanden voor alle lidstaten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2325/02

van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie

(26 juli 2002)

Betreft: Gelijke toegang tot de visbestanden voor alle lidstaten

In zijn antwoord op vraag H-0476/02(1) tijdens het vragenuur van de laatste plenaire vergadering van het Europees Parlement op 2 juli 2002 in Straatsburg liet commissaris Fischler weten dat vanaf 1 januari 2003 voor alle lidstaten inclusief Spanje en Portugal dezelfde wetten gelden en dezelfde beginselen voor de bepaling van TAC's en quota's en voor de toegang tot de communautaire wateren.

Betekent dit dat zowel Portugal als Spanje vanaf 1 januari 2003 vrije toegang tot de visbestanden in de communautaire wateren hebben op dezelfde voorwaarden als de overige lidstaten zonder dat sprake is van enige discriminatie?

(1) Mondeling antwoord van 2.7.2002.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(3 september 2002)

Het aflopen van de overgangsperiode, als vastgesteld in de Toetredingsakte van 1985, houdt in dat met ingang van 1 januari 2003,

- vissersvaartuigen uit lidstaten die waren uitgesloten van sommige delen van de communautaire wateren, zoals de Noordzee, vrije toegang tot deze wateren zullen hebben;

- die vaartuigen kunnen vissen op soorten waarvoor uit hoofde van het gemeenschappelijk landbouwbeleid geen vangstbeperkingen of quotatoewijzingen gelden;

- de toewijzing door de Gemeenschap van nieuwe vismogelijkheden in die wateren (d.w.z. die niet reeds waren toegewezen) rekening zal houden met de belangen van alle lidstaten overeenkomstig artikel 8, lid 4, (iii) van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur(1).

(1) PB L 389 van 31.12.1992.