Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2462/02 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Vervuiling door vaartuigen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2462/02 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Vervuiling door vaartuigen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2462/02 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Vervuiling door vaartuigen.

Publicatieblad Nr. 052 E van 06/03/2003 blz. 0175 - 0176


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2462/02

van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie

(4 september 2002)

Betreft: Vervuiling door vaartuigen

Kan de Commissie het aandeel schatten van boten en schepen in de lozing van onbehandeld afvalwater in de zeeën en rivieren in de EU, en kan zij zeggen of zij maatregelen wil voorstellen om die hoeveelheid te verminderen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(9 oktober 2002)

De Commissie zou het geachte parlementslid erop willen wijzen dat olielozingen door zeeschepen in het algemeen het gevolg zijn van het wassen van tanks of van het lozen van lens -of ballastwater. Verschillende internationale organisaties zijn betrokken bij de bestrijding van dit type maritieme vervuiling (bijvoorbeeld het Verdrag van Helsinki, de Overeenkomst van Bonn en het Verdrag van Barcelona). Er zijn geen betrouwbare schattingen inzake de totale hoeveelheid olie die door zeeschepen wordt geloosd. Luchtobservatie (door deze organisaties gecoördineerd) toont evenwel duidelijk aan dat overtredingen van de bestaande verordeningen (zie Bijlage I van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Marpol) 73/78(1)) in alle Europese zeegebieden schering en inslag zijn, met als gevolg dat vele zeevogels, schaal- en weekdieren en andere organismen, alsmede de kustlijn van olievervuiling te lijden hebben. Van een duidelijk neerwaartse trend valt vooralsnog niets te bespeuren.

In de Mededeling Naar een strategie om het mariene milieu te beschermen en te conserveren introduceert de Commissie acties met de bedoeling zo snel mogelijk een einde aan dergelijke illegale lozingen te maken

Lozingen van afvalwater door zeeschepen vallen onder Bijlage IV van Marpol 73/78(2). Deze bijlage is echter nog niet van kracht doordat zij niet door voldoende landen is geratificeerd. In het kader van de mariene strategie zal de Commissie het nodige doen om deze bijlage spoedig van kracht te laten worden.

Het belangrijkste, voor deze typen mariene verontreiniging relevante instrument van de Gemeenschap is de Richtlijn betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen(3). Deze richtlijn bevat bepalingen voor allerlei scheepsafval met inbegrip van olie en afvalwater. Verder is er in 2000 een communautaire kaderregeling opgezet om onder andere de pogingen te steunen die de lidstaten ondernemen om bewuste mariene verontreiniging aan te pakken.

Betrouwbare schattingen van lozingen door schepen in de Europese rivieren zijn niet beschikbaar. Momenteel vallen dergelijke lozingen onder verscheidene regionale of nationale voorschriften. In de nabije toekomst zou deze situatie wel moeten veranderen, daar op deze lozingen de Kaderrichtlijn water van toepassing is(4).

(1) Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, gewijzigd bij het desbetreffende Protocol van 1978 (Marpol 73/78), Bijlage I: Voorkoming van verontreiniging door olie.

(2) Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, gewijzigd bij het desbetreffende Protocol van 1978 (Marpol 73/78), Bijlage IV: Voorkoming van verontreiniging door het afvalwater van schepen.

(3) Richtlijn 2000/59/EG Van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen, PB L 332 van 28.12.2000.

(4) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, PB L 327 van 22.12.2000.