Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2526/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Hongerstaking van meer dan 700 gevangenen in Tunesië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2526/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Hongerstaking van meer dan 700 gevangenen in Tunesië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2526/02 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Hongerstaking van meer dan 700 gevangenen in Tunesië.

Publicatieblad Nr. 155 E van 03/07/2003 blz. 0026 - 0027


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2526/02

van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie

(11 september 2002)

Betreft: Hongerstaking van meer dan 700 gevangenen in Tunesië

Meer dan 700 gewetensgevangenen in de gevangenissen van Sfax, Mahdia, Kairouan (El-Wareb) en Bizerta (Burj-Erumi) zijn op 26 augustus ll. in hongerstaking gegaan. Ze vragen de Tunesische autoriteiten om een algemene amnestiewet af te kondigen en een einde te maken aan het lijden ook folteringen en vernederende behandelingen dat ze politieke en gewetensgevangenen al meer dan 12 jaar laten ondergaan. Volgens de waarnemingspost tegen foltering in de wereld zijn de gewetensgevangenen die in Tunesië de langste straffen en de slechtste opsluitingsvoorwaarden gekregen hebben, degenen die voor de rechter verschenen zijn in de grote processen van 1992 tegen de islamitische Ennhada-partij. Verschillende gevangenen zijn al gestorven, onder folteringen of door gebrek aan verzorging; de laatste overledene, Abdelwahad Bu Saa, is in maart van dit jaar gestorven.

Is de Europese Commissie op de hoogte van de hongerstaking waar meer dan 700 Tunesische gevangenen aan deelnemen? Heeft ze diepgaand onderzoek ingesteld naar de omstandigheden waaronder die personen berecht en veroordeeld zijn en opgesloten zitten? Welke initiatieven heeft ze genomen of denkt ze te nemen om de Tunesische autoriteiten ertoe te bewegen om een algemene amnestiewet af te kondigen voor degenen die tijdens de processen van het begin van de jaren '90 veroordeeld zijn, en meer in het algemeen voor al wie opgesloten zit wegens zijn meningen of vreedzame politieke activiteiten?

Gecombineerd Antwoordvan de heer Patten namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-2526/02, E-2597/02 en E-2629/02

(8 oktober 2002)

De Commissie is op de hoogte van de algemene problematiek rond de omstandigheden in gevangenissen in Tunesië en ook van de genoemde bijzondere gevallen.

De Commissie beschikt niet over meningen van experten of specifieke studies over het vraagstuk van de omstandigheden in gevangenissen. Zelfs het Internationaal Comité van het Rode Kruis krijgt geen toegang tot Tunesische gevangenissen. De Commissie betreurt het dat er geen onpartijdige informatie beschikbaar is. Dit maakt de massale hongerstaking waarnaar wordt verwezen, des te zorgwekkender.

Zoals al eerder door de Commissie bevestigd in haar antwoord op de vragen E-1845/02 en P-2065/02 van de Parlementsleden Cappato en Dupuis(1), baart de situatie waarin de heer Yahyaoui verkeert ook haar zorgen, met name de omstandigheden van zijn detentie in de gevangenis Bordj El-Amri, zoals die uit beschrijvingen van gedetineerden en bezoekers naar voren komen.

De Commissie herinnert de Tunesische autoriteiten regelmatig aan het onvervreemdbare karakter van de vrijheid van meningsuiting en de noodzaak om maatschappelijke organisaties effectief deel te laten nemen aan het openbare leven. In die zin roept de nieuwe arrestatie van de heer Abdallah Zouari bij de Commissie vraagtekens op. De Commissie vraagt zich af of de bestuurlijke maatregel die tegen hem is gericht, gegrond is.

Het schorsen van de associatieovereenkomst valt onder de bevoegdheid van de Raad, die daarvoor een unaniem besluit moet nemen. Het voornaamste gevolg daarvan zou echter zijn dat de Unie geen regelmatige politieke dialoog meer zou voeren met Tunesië en de samenwerking tussen Tunesië en de Unie, die er op gericht is dat de Tunesische samenleving zich in haar geheel positief ontwikkelt, in gevaar zou komen.

Om de verdere ontwikkeling van het Tunesische rechtsstelsel positief te beïnvloeden, werkt de Commissie momenteel aan een programma voor de modernisering van justitie, dat een onderdeel zou kunnen omvatten over de hervorming van het gevangeniswezen en er meer in het algemeen op gericht is de aanzet te geven tot een moderniseringsdynamiek binnen het justitieapparaat.

(1) PB C 52 E van 6.3.2003, blz. 107.