Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2756/02 van Jan Mulder (ELDR) aan de Commissie. Politieke benoemingen bij het Poolse betaalorgaan voor Sapard.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2756/02 van Jan Mulder (ELDR) aan de Commissie. Politieke benoemingen bij het Poolse betaalorgaan voor Sapard.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2756/02 van Jan Mulder (ELDR) aan de Commissie. Politieke benoemingen bij het Poolse betaalorgaan voor Sapard.

Publicatieblad Nr. 092 E van 17/04/2003 blz. 0205 - 0206


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2756/02

van Jan Mulder (ELDR) aan de Commissie

(1 oktober 2002)

Betreft: Politieke benoemingen bij het Poolse betaalorgaan voor Sapard

Volgens recente berichten zijn ambtenaren op sleutelposten bij het Poolse betaalorgaan voor het programma Sapard op politieke gronden door anderen vervangen. De berichten over deze politieke benoemingen van leden van de Poolse Boerenpartij duiden erop dat de Commissie hierover contact heeft opgenomen met de Poolse autoriteiten.

1. Hebben de recente benoemingen in Polen op enigerlei wijze inbreuk gemaakt op de overeenkomsten tussen Polen en de EU over Sapard?

2. Is de Commissie van mening dat het huidige betaalorgaan onafhankelijk kan opereren en is het personeel van dit orgaan in staat en capabel genoeg om zijn werk te doen overeenkomstig de overeenkomsten met de Europese Gemeenschappen? Hoe ziet de Commissie toe op de activiteiten van het Sapard-orgaan vóór de uitbreiding?

3. Heeft de Commissie informatie ontvangen over soortgelijke politieke benoemingen bij betaalorganen voor Sapard in andere kandidaat-lidstaten?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(11 november 2002)

De benoeming van personeel wordt weliswaar niet uitdrukkelijk geregeld in de Meerjarenovereenkomst over de financiering, maar in artikel 5, lid 4, van deel A is bepaald: Wijzigingen in de uitvoerings- en betalingsregelingen van het Sapard-orgaan die na erkenning ervan worden voorgesteld, moeten door de bevoegde autoriteit aan de Commissie worden voorgelegd.

Gelet op de hoge mate van autonomie waarover de directeuren van de regionale kantoor in Polen beschikken (o.a. de bevoegdheid om contractuele verbintenissen aan te gaan met begunstigden), is het gerechtvaardigd de betrokkenen te beschouwen als sleutelpersoneel op wie artikel 5, lid 4, betrekking heeft. Er is aan de Poolse autoriteiten meegedeeld dat de Commissie in de toekomst van tevoren in kennis wenst te worden gesteld van dergelijke wijzigingen, en gevraagd nadere bijzonderheden te verstrekken in verband met de berichten over personeelswissels.

De beschikking waarbij het beheer van de steun aan Polen is overgedragen, is genomen in juni 2002. Op grond van bezoeken aan regionale kantoren en aan het hoofdkantoor van het Sapard-orgaan, en van aanvullende schriftelijke gegevens van de Poolse autoriteiten, heeft de Commissie toen geconcludeerd dat er, zowel regionaal als centraal, voldoende personeel aanwezig was op het programma te beheren.

De Commissie heeft sedertdien aanvullende schriftelijke garanties ontvangen van de nationale ordonnateur dat van de zestien directeuren van regionale kantoren, er twee ontslagen zijn en twee ontslag hebben genomen. Dezelfde cijfers gelden voor de tweeëndertig adjunct-directeuren. De Poolse autoriteiten hebben (zoals gevraagd) ook gedetailleerde naamlijsten overgelegd van het personeel van de regionale kantoren. Deze gegevens zijn tijdens een recent controlebezoek geverifieerd.

De Commissie beschikt voor het uitoefenen van toezicht over verschillende instrumenten. Een typische eerste stap na de erkenning is de follow-up van de punten die aan de orde zijn gesteld in de brief met opmerkingen en die gewoonlijk betrekking hebben op voorgestelde verbeteringen van de controle. Voorts moeten de interne-auditafdelingen van elk Sapard-orgaan voor de eerste partij aanvragen, de aanvraagselectie en het claimgoedkeuringsproces overdoen, om zich van de deugdelijkheid van de besluitvorming te vergewissen. De resultaten daarvan dienen aan de Commissie te worden meegedeeld, wat in een vroeg stadium potentiële problemen aan de oppervlakte kan brengen. Bovendien dient de Commissie voordat een kwartaalaangifte wordt aanvaard en betalingen worden verricht, over bewijs te beschikken dat een dergelijk rapport ontvangen is en dat het bevredigend is bevonden.

Wat de langere termijn betreft, zijn er drie verdere monitoringprocessen:

- De erkende Sapard-organen worden onderworpen aan dezelfde procedures wat betreft goedkeuring van rekeningen en conformiteit als die welke in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gelden voor de betaalorganen in de lidstaten.

- Overeenkomstig artikel 7 (Bijlage, deel B) van de meerjarenovereenkomst over de financiering moet elke kandidaat-lidstaat een Toezichtcomité instellen, dat onder andere tot taak heeft om de op weg naar het verwezenlijken van de doelstellingen geboekte vooruitgang te beoordelen en indien nodig passende wijzigingen van dat programma voor te stellen.

- Overeenkomstig de meerjarenovereenkomst moeten de organen tevens (Bijlage, deel B, artikel 8) jaarlijkse verslagen over de uitvoering van het programma overleggen.

Het gaat de Commissie om de technische bekwaamheid en de kennis van de procedures van het voor en na de erkenning aangeworven personeel, niet om hun politieke kleur. Een soortgelijke situatie heeft zich voorgedaan in Bulgarije, waar een van de twee adjunct-directeuren van het Sapard-orgaan zonder voorafgaandelijke kennisgeving aan de Commissie werd ontslagen en er geruchten gingen dat heel wat anderen die ten tijde van de erkenning in dienst warenn hetzelfde lot wachtte.

Een ingediende betalingsaanvraag is toen geschorst totdat de feiten waren vastgesteld, hetgeen via een verzoek om informatie is geschied. Op basis van de verstrekte informatie is de betaling dan verricht en meer zekerheid is verkregen via een follow-up, dat bevredigende resultaten heeft opgeleverd.