Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3063/02 van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie. Transactiekosten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3063/02 van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie. Transactiekosten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3063/02 van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie. Transactiekosten.

Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0093 - 0094


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3063/02

van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie

(29 oktober 2002)

Betreft: Transactiekosten

1. Heeft de Commissie de laatste twaalf maanden onderzoek of analyses verricht op het gebied van bankkosten in de eurozone? Zo ja, kan de Commissie mededelen wat zij precies heeft ondernomen?

2. Is de Commissie van mening dat er vooruitgang is geboekt sinds haar onderzoek dat tijdens een persconferentie op 24 september 2001 openbaar werd gemaakt? Op die persconferentie gaf de heer Bolkestein toe dat de situatie teleurstellend was en dat kosten nog veel te vaak ten onrechte dubbel in rekening werden gebracht.

3. Beschikt de Commissie over informatie over de gevolgen van de toepassing van Verordening (EG) nr. 2560/2001(1) betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro?

4. Heeft de verordening geleid tot een verlaging van de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro in de eurozone?

5. Wat is de gemiddelde prijs van een grensoverschrijdende betaling in euro in de eurozone?

6. Zijn de kosten van binnenlandse transacties in euro sinds de inwerkingtreding van de verordening veranderd?

7. Kan de Commissie cijfers verstrekken voor afzonderlijke landen in de eurozone (bijv. overmakingskosten tussen Duitsland en Frankrijk of tussen Ierland en Italië)?

8. Beschikt de Commissie over informatie over de transactiekosten bij overschrijving van in euro luidende bankrekeningen buiten de eurozone naar eurobankrekeningen binnen de eurozone? Zo ja, kan zij cijfers verstrekken per land?

(1) PB L 344 van 28.12.2001, blz. 13.

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(28 november 2002)

De Commissie heeft nauwlettend toegezien op de toepassing van Richtlijn 97/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende grensoverschrijdende overmakingen(1). Zo heeft zij tal van onderzoeken naar het prijsverloop en de nationale omzettingsmaatregelen laten uitvoeren. De desbetreffende informatie is terug te vinden op het volgende adres: http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/payment/directives/index.htm

Bovendien zal de Commissie overeenkomstig artikel 12 van diezelfde richtlijn binnenkort haar goedkeuring hechten aan een verslag over de toepassing van de richtlijn in de lidstaten. Dat verslag zal vervolgens bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend. Uit het verslag blijkt dat, hoewel de situatie met betrekking tot dubbele kostenaanrekening aanzienlijk is verbeterd, de banksector nog niet volledig voldoet aan de in de richtlijn opgenomen bepalingen met het oog op het volledig afschaffen van het gebruik om de begunstigde kosten aan te rekenen (tenzij dat in uitdrukkelijke

opdracht van de opdrachtgever gebeurt). Deze situatie zou ingrijpend moeten veranderen vanaf 1 juli 2003, wanneer Verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro(2) in werking treedt en de toepassing ervan ook tot de Zweedse kroon wordt uitgebreid. Vanaf die datum zouden zowel voor de begunstigde als voor de opdrachtgever de kosten van grensoverschrijdende overmakingen in euro en Zweedse kroon gelijk moeten zijn aan die van binnenlandse overmakingen.

Wat de voor grensoverschrijdende betalingen geldende tarieven betreft, zij vermeld dat de Commissie in de afgelopen 12 maanden geen onderzoeken naar de bankkosten in de eurozone heeft verricht. Zij beschikt derhalve niet over volledige en actuele gegevens ten aanzien van grensoverschrijdende betalingen in euro. Na de inwerkingtreding op 1 juli 2002 van de in Verordening (EG) nr. 2560/2001 vervatte bepalingen inzake betaalkaarten heeft de Commissie evenwel inlichtingen ingewonnen over de tarieven die vóór en na 1 juli 2002 voor betalingsdiensten werden aangerekend. De kosten van grensoverschrijdende transacties in de eurozone blijken aanzienlijk te zijn teruggelopen als gevolg van de gelijkschakeling ervan met de kosten van louter binnenlandse transacties. In een aantal gevallen resulteerde de tariefaanpassing in een verhoging van de prijzen van bepaalde geboden diensten, maar dit aantal is zeer beperkt gebleven.

Op basis van de beschikbare informatie concludeert de Commissie dan ook dat de situatie(3) verbeterd is en dat het bepaalde in deze verordening naar behoren is uitgevoerd, enkele uitzonderingen niet te na gesproken.

Zoals in de verordening is bepaald, zal de Commissie in juli 2004 een verslag indienen over de toepassing van de verordening en met name over de gevolgen ervan voor de kosten voor betalingen binnen de lidstaten. Met het oog hierop zullen verscheidene statistische onderzoeken worden verricht.

(1) PB L 43 van 14.2.1997.

(2) PB L 344 van 28.12.2001.

(3) Situatie in september 2002.