Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/02 van Sérgio Marques (PPE-DE) aan de Commissie. Gemeenschappelijk BTW-stelsel.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/02 van Sérgio Marques (PPE-DE) aan de Commissie. Gemeenschappelijk BTW-stelsel.

6.2.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 33/14


(2004/C 33 E/014)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3142/02

van Sérgio Marques (PPE-DE) aan de Commissie

(4 november 2002)

Betreft: Gemeenschappelijk BTW-stelsel

Het juridische en politieke doel van het in 1967 goedgekeurde BTW-stelsel, dat de invoering van een op goederen en diensten gebaseerde belasting in de lidstaten behelsde, is keer op keer uitgesteld. Dankzij de thans vigerende BTW-overgangsregeling kon de controle aan de EU-binnengrenzen weliswaar worden opgeheven en de belasting in bepaalde gevallen in het land van bestemming worden geïnd, maar dit neemt niet weg dat het hier om een ingewikkeld, verouderd en fraudegevoelig instrument gaat. Zo is het nog steeds moeilijk om de belasting van andere lidstaten terug te krijgen en zijn er veel kosten en problemen verbonden aan het inschakelen van belastingdeskundigen door het bedrijfsleven, vooral bij het MKB. Vaak wordt hierbij gewezen op de verschillen in behandeling tussen de diverse lidstaten.

Daarnaast zijn bepaalde bepalingen van de Zesde Richtlijn en de diverse rechtsinstrumenten die haar in de loop der jaren gewijzigd hebben, ambigu en onvolledig. Ook de uitzonderingsregelingen waarom de lidstaten steeds vragen, dragen tot een ware chaos in het BTW-stelsel bij.

De recente goedkeuring van enkele rechtsinstrumenten hebben nauwelijks verandering in de hierboven geschetste situatie gebracht.

Kan de Commissie in het licht hiervan mededelen:

1.

Wanneer zij het definitieve BTW-stelsel denkt in te voeren, of het vigerende stelsel tenminste op de huidige behoeften af te stemmen? Acht de Commissie het in het laatste geval niet noodzakelijk de diverse bepalingen die over het primaire en secondaire Gemeenschapsrecht verspreid zijn, samen te bundelen?

2.

Moeten de talloze uitzonderingsregelingen die voor de lidstaten uitgevaardigd niet opnieuw worden bekeken en alleen die uitzonderingen in stand worden gehouden die echt noodzakelijk en doeltreffend zijn?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(9 december 2002)

Volgens het nieuwe BTW-stelsel zullen transacties die in consumptie in de Gemeenschap resulteren, in de lidstaat van oorsprong worden belast. Vooraleer een dergelijk systeem kan worden ingevoerd, moeten de belastingstelsels van de lidstaten in verregaande mate geharmoniseerd worden. Deze harmonisatie is tot op heden nog niet gerealiseerd.

Hoewel de Commissie dit definitieve stelsel als een langetermijndoelstelling van de Gemeenschap beschouwd, is zij het ermee eens dat, teneinde de tekortkomingen van de huidige regelingen te verhelpen, het bestaande stelsel op korte termijn moet worden verbeterd. Te dien einde heeft zij in juni 2000 een nieuwe BTW-strategie met vier hoofddoelstellingen bekendgemaakt: vereenvoudiging en modernisering van de vigerende bepalingen, meer uniforme toepassing van deze bepalingen en nauwere administratieve samenwerking(1).

Een van de prioriteiten van de nieuwe BTW-strategie is de codificering van de zesde BTW-richtlijn(2). De codificering van de bestaande regels, die aan de vereenvoudigingsdoelstelling beantwoordt, zal geschieden door middel van een herziening van de bestaande tekst teneinde deze een meer rationele structuur te geven, doch zonder inhoudelijke wijzigingen, omdat daarvoor specifieke voorstellen ter uitvoering van de nieuwe strategie vereist zijn. De Commissie is momenteel bezig met de voorbereiding van de herziene tekst die in 2003 in de vorm van een voorstel van de Commissie zal worden ingediend. Wanneer deze tekst wordt goedgekeurd, zal hij een duidelijk overzicht geven van de vigerende communautaire wetgeving.

In haar mededeling over de nieuwe BTW-strategie heeft de Commissie bovendien te kennen gegeven dat zij voornemens is de talrijke derogaties die de Raad krachtens artikel 27 van de zesde BTW-richtlijn heeft verleend, tot op zekere hoogte te rationaliseren. Dit zou moeten resulteren in een voorstel waardoor sommige derogaties die bijzonder doeltreffend zijn gebleken in de richtlijn worden geïntegreerd. De Commissie heeft reeds een aanvang gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden teneinde in de loop van 2003 een voorstel te kunnen indienen.