Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3171/02 van Werner Langen (PPE-DE) aan de Commissie. BTW-vrijstelling voor particuliere beheersbedrijven in Duitsland.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3171/02 van Werner Langen (PPE-DE) aan de Commissie. BTW-vrijstelling voor particuliere beheersbedrijven in Duitsland.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3171/02 van Werner Langen (PPE-DE) aan de Commissie. BTW-vrijstelling voor particuliere beheersbedrijven in Duitsland.

Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0101 - 0101


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3171/02

van Werner Langen (PPE-DE) aan de Commissie

(30 oktober 2002)

Betreft: BTW-vrijstelling voor particuliere beheersbedrijven in Duitsland

In de Bondsrepubliek Duitsland zijn in de militaire sector beheersbedrijven opgericht die diensten moeten leveren aan het Duitse leger. Aan de Gesellschaft für Entwicklung, Beschaffung und Betrieb (GEBE) wordt, evenals aan andere bedrijven voor bijvoorbeeld vloot-, kleding- en grondbeheer, door het leger personeel ter beschikking gesteld op basis van betaling van de loonkosten. Dit personeel wordt bijvoorbeeld bij het vlootbeheer ingezet als chauffeur. De particuliere bedrijven worden voor het loonkostendeel van hun dienstverleningen vrijgesteld van BTW. Zonder een dergelijke vrijstelling zou het leger over de door de beheerders in rekening gebrachte chauffeursdiensten en over de loonkosten BTW moeten betalen. Met de zesde BTW-richtlijn is een uniforme belastinggrondslag in de EU tot stand gekomen en is het fiscale toepassingsbereik vergaand geharmoniseerd. De lidstaten kunnen derhalve niet zelf nieuwe vrijstellingen scheppen. Bij de activiteiten van de voor het Duitse leger werkende beheersbedrijven gaat het niet om de productie van of de handel in oorlogsmateriaal en derhalve zijn zij niet uitgezonderd van de werkingssfeer van het EG-Verdrag.

Is de Commissie van oordeel dat een dergelijke BTW-vrijstelling verenigbaar is met de zesde BTW-richtlijn?

Indien zij van oordeel is dat deze vrijstelling niet verenigbaar is met de zesde BTW-richtlijn, wat denkt de Commissie dan te ondernemen om een einde te maken aan deze schending van het communautaire recht?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(4 december 2002)

Volgens de parlementaire vraag factureren particuliere ondernemingen die gebruikmaken van personeel dat hen door de Bundeswehr ter beschikking wordt gesteld geen loonkosten voor de diensten die zij aan de Bundeswehr verlenen. Deze diensten hebben geen betrekking op de vervaardiging van, noch de handel in oorlogsmateriaal. Het geachte parlementslid vraagt zich af of het niet-factureren van BTW over de loonkosten strijdig is met de zesde BTW-richtlijn(1), aangezien de Duitse strijdkrachten in beginsel BTW zouden moeten betalen over de diensten en salarissen die hen door particuliere ondernemingen worden gefactureerd.

De vraag heeft kennelijk betrekking op andere transacties dan invoer en intracommunautaire verwervingen waarvoor de strijdkrachten vrijstelling kunnen krijgen uit hoofde van de artikelen 14, lid 1, onder g), en 28 quater, B, b) van de zesde BTW-richtlijn.

Volgens artikel 11 van de zesde BTW-richtlijn zijn BTW-plichtige ondernemingen voor alle belastbare transacties verplicht BTW te factureren over alles wat de leverancier of dienstverrichter voor deze handelingen als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen. Aangezien de loonkosten deel uitmaken van de gefactureerde prijs, zijn zij eveneens aan BTW onderworpen.

De Commissie is voornemens deze kwestie aan de orde te stellen bij de Duitse autoriteiten.

(1) Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145 van 13.6.1977).