SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3462/02 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Economische integratie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3462/02 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Economische integratie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3462/02 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Economische integratie.
Publicatieblad Nr. 137 E van 12/06/2003 blz. 0211 - 0212
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3462/02
van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie
(6 december 2002)
Betreft: Economische integratie
Kan de Europese Commissie het aandeel van het BBP van elke lidstaat schatten dat tot stand komt door toedoen van ondernemingen die in vreemde handen zijn (ook in handen van eigenaars in andere lidstaten)?
Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie
(27 januari 2003)
Een geschikte indicator is het aandeel van de door bedrijven in vreemde handen geproduceerde toegevoegde waarde in de toegevoegde waarde van de hele bedrijfseconomie (inclusief bedrijven in binnenlandse handen).
Hieronder staan cijfers voor 1999 die in het kader van de bedrijfsstructuurstatistiek voor zeven deelnemende lidstaten zijn verkregen. Voor nadere informatie worden de publicaties Foreign-owned enterprises met gegevens voor 1997 en Foreign-owned enterprises in de reeks Statistics in Focus met gegevens voor 1998 rechtstreeks naar het geachte parlementslid en het secretariaat van het Parlement gestuurd(1).
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De cijfers voor Frankrijk en Luxemburg slaan op het aantal werknemers.
Bedrijfseconomie: NACE-secties C-I en K.
Deze cijfers zijn voor sommige lidstaten en voor de Unie als geheel echter onbeschikbaar. Op initiatief van Eurostat wordt momenteel een ontwerpverordening over de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen besproken. Dit wettelijke kader moet het mogelijk maken de gevraagde informatie voor alle lidstaten en de Unie als geheel te geven.
(1) Zie ook het antwoord van de Commissie op schriftelijke vraag E-3453/02 van het geachte parlementslid, Zie blz. 210.