Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3549/02 van Benedetto Della Vedova (NI) aan de Commissie. Verenigbaarheid van Italiaanse wet nr. 69 van 3 februari 1963 met het in het EG-Verdrag vastgelegde beginsel van vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Gemeenschap.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3549/02 van Benedetto Della Vedova (NI) aan de Commissie. Verenigbaarheid van Italiaanse wet nr. 69 van 3 februari 1963 met het in het EG-Verdrag vastgelegde beginsel van vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Gemeenschap.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3549/02 van Benedetto Della Vedova (NI) aan de Commissie. Verenigbaarheid van Italiaanse wet nr. 69 van 3 februari 1963 met het in het EG-Verdrag vastgelegde beginsel van vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Gemeenschap.

Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0122 - 0123


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3549/02

van Benedetto Della Vedova (NI) aan de Commissie

(4 december 2002)

Betreft: Verenigbaarheid van Italiaanse wet nr. 69 van 3 februari 1963 met het in het EG-Verdrag vastgelegde beginsel van vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Gemeenschap

Op 25 juli 2002 stuurde de Lombardische Orde van journalisten een brief naar de voorzitter van het Milanese gerechtshof met het verzoek het besluit nietig te verklaren krachtens welk de Fransman Claude Marie Jeancolas als directeur van de door Hachette-Rusconi uitgegeven Italiaanse tijdschriften Gente Casa en Spazio Casa ingeschreven is.

De Lombardische Orde van journalisten was van mening dat Claude Jeancolas geen directeur kon zijn omdat hij, ondanks het feit dat hij reeds tientallen jaren het beroep van journalist uitoefende, niet ingeschreven was in het register van journalisten. In artikel 46 van wet nr. 69 van 3 februari 1963 (waarin de oprichting van de Orde van journalisten is vastgelegd) wordt bepaald dat de directeur en onderdirecteur van een dagblad, tijdschrift of persagentschap ingeschreven moeten zijn in het register van beroepsjournalisten (in een vonnis van het Constitutioneel Hof is vervolgens bepaald dat ook diegenen die ingeschreven zijn in het register van publicisten journalisten die op niet-exclusieve, niet-contractuele basis en tegen betaling werken dergelijke functies kunnen bekleden).

Het voorstel waarmee de Lombardische Orde van journalisten dit probleem lijkt te willen oplossen, is allesbehalve doorzichtig. Het houdt in dat de heer Jeancolas zich laat inschrijven in het register van publicisten, dat evenwel, zoals hierboven reeds vermeld, bestemd is voor journalisten die op niet-exclusieve, niet-contractuele basis en tegen betaling werken, en niet voor de heer Jeancolas die beroepsjournalist is en zijn functie uitoefent op exclusieve basis en in vast dienstverband. Er zij eveneens opgemerkt dat het besluit van de raad van de Lombardische Orde van journalisten van 11 november

2002, waarbij Claude Jeancolas ingeschreven werd in het register van publicisten, op zijn minst in strijd met de regels is, aangezien in artikel 35 van genoemde wet nr. 69/1963 vermeld wordt dat men vóór deze inschrijving ten minste twee jaar als publicist gewerkt moet hebben en men ten bewijze daarvan een minimumaantal gepubliceerde en betaalde artikels moet voorleggen, met inbegrip van een verklaring van de directeur van het Italiaanse blad waarin ze verschenen zijn.

Vindt de Commissie niet dat genoemd artikel 46 van wet nr. 69 van 3 februari 1963 in strijd is met artikel 39 van het EG-Verdrag waarin het vrij verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap gewaarborgd wordt?

Aanvullend antwoordvan mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(9 april 2003)

De Commissie heeft op 16 januari 2003 een brief aan de Italiaanse autoriteiten gestuurd. Daarin heeft ze om inlichtingen gevraagd over de toepassing van de wettelijke regeling in kwestie en met name over de verplichting tot inschrijving van journalisten in registers van beroepsbeoefenaren en de voorwaarden waaronder deze inschrijving met name bij journalisten uit de Gemeenschap plaatsvindt.

De Commissie heeft tot nu toe nog geen antwoord van de Italiaanse autoriteiten ontvangen.

De Commissie deelt de geachte afgevaardigde mede dat dit geval als vermoedelijke inbreuk op het Gemeenschapsrecht geregistreerd is.