Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3602/02 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Nieuw fonds voor schadevergoeding van slachtoffers van vervuiling.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3602/02 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Nieuw fonds voor schadevergoeding van slachtoffers van vervuiling.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3602/02 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Nieuw fonds voor schadevergoeding van slachtoffers van vervuiling.

Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0124 - 0124


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3602/02

van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie

(13 december 2002)

Betreft: Nieuw fonds voor schadevergoeding van slachtoffers van vervuiling

Op 14 november, 24 uur na de ramp met de Prestige, heeft de Commissie een mededeling getiteld De schipbreuk van de Erika: geavanceerde maritieme veiligheid in de Europese Unie uitgebracht.

De lovende stijl van de mededeling is geheel in lijn met de titel. Er wordt zelfs aangekondigd dat de Commissie heeft voorgesteld een compensatiefonds voor vervuilingsschade op te richten dat de schadevergoeding voor slachtoffers zal aanvullen tot een maximum van 1 miljard euro in geval dat de in de bestaande regelgeving vastgestelde plafonds, die momenteel 200 miljoen euro bedragen, worden overschreden.

Kan de Europese Commissie mij van dit voorstel in kennis stellen? Kan de Commissie mij de juridische referenties van de voornoemde bestaande regelgeving doen toekomen? Heeft de Commissie het hier over haar initiatiefrecht op begrotingsgebied in het kader van de Europese instellingen of gaat het om een internationaal voorstel?

Acht de Commissie het niet raadzaam meer verantwoordelijkheid aan de dag te leggen en nauwkeuriger informatie te verstrekken en minder propaganda te maken?

Gecombineerd Antwoordvan mevrouw de Palacio namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-3602/02, E-3603/02 en E-3604/02

(11 februari 2003)

Het perscommuniqué De schipbreuk van de Erika: geavanceerde maritieme veiligheid in de Europese Unie van 14 november 2002 heeft tot doel, zoals de titel aangeeft, drie jaar na de schipbreuk van de Erika de balans op te maken van de maatregelen die door de Commissie zijn genomen.

Deze tekst heeft dus geen betrekking op de Prestige en de gevolgen daarvan; overigens had dit schip op deze datum slechts averij opgelopen en is het pas op 19 november 2002 vergaan.

Ondanks deze verwarring met de data kan de Commissie mededelen dat het alarmsysteem voor de bestrijding van milieuverontreiniging, waarover zij toelichting heeft gegeven in haar mededeling Naar een strategie voor de bescherming en de instandhouding van het mariene milieu(1), op bevredigende wijze heeft gewerkt.

Dank zij de bijstandsregeling voor de bestrijding van milieuverontreiniging, die tussen de Commissie en de bestaande nationale structuren voor dit soort rampen is ingesteld, kon onmiddellijk toegang worden verkregen tot de beschikbare hulpbronnen op communautaire schaal. Zo hebben de Franse, Spaanse en Portugese autoriteiten snel gebruik kunnen maken van de beschikbare hulp, met name in de vorm van schepen en andere specifieke uitrustingen om deze milieuverontreiniging te bestrijden.

De Commissie wil het geachte parlementslid eraan herinneren dat zij na de schipbreuk van de Erika een pakket maatregelen zonder voorgaande inzake maritieme veiligheid heeft opgesteld en de vaststelling ervan door de medewetgevers mogelijk heeft gemaakt. In dit verband heeft zij haar vastberadenheid getoond om op te treden.

Voorts heeft de Commissie inderdaad, in het kader van het Erika II-pakket, de oprichting voorgesteld van een Fonds voor de vergoeding van door milieuverontreiniging veroorzaakte schade (het COPE-Fonds), waarmee voor een bedrag van maximaal 1 miljard euro, een aanvulling zou worden verstrekt op de schadevergoeding die aan de slachtoffers wordt uitbetaald door het Internationaal Fonds voor de vergoeding van schade door verontreiniging door olie (FIPOL), wanneer daar de maximumbedragen worden overschreden, die momenteel 200 miljoen euro bedragen.

Dit voorstel van de Commissie is niet goedgekeurd, omdat de lidstaten van mening waren dat het beter was om op internationaal veeleer dan op communautair niveau te handelen. Er is nu een ontwerp van protocol bij de FIPOL-overeenkomst opgesteld, dat geïnspireerd is op het COPE-voorstel en dat binnenkort door de Internationale Maritieme Organisatie (OMI) moet worden onderzocht. In haar mededeling van 3 december 2002(2) heeft de Commissie erop gewezen dat zij dit ontwerp steunt, op voorwaarde dat het hetzelfde niveau van schadevergoeding aan de slachtoffers waarborgt als het ontwerp van het COPE-Fonds.

Deze maatregel heeft, zoals alle maatregelen die door de Commissie zijn voorgesteld, algemene steun gekregen. Zo heeft het Parlement, na het optreden van de Commissie, op 21 november 2002 en 19 december 2002 resoluties aangenomen waarin de Unie wordt opgeroepen onmiddellijk maatregelen te nemen om de milieuverontreiniging te bestrijden en de veiligheid van

de scheepvaart te verbeteren. Op zijn bijeenkomst van 6 december 2002 heeft ook de Raad Vervoer de voorstellen die de Commissie in haar mededeling van 3 december 2002 had gedaan, gesteund. Tot slot heeft de Europese Raad van Kopenhagen op 12 en 13 december 2002 de doortastendheid van de Commissie erkend en zich verheugd over de maatregelen die door deze instelling zijn genomen om de gevolgen van de schipbreuk het hoofd te bieden.

Wat de inspecties betreft die op de Prestige zijn uitgevoerd in het kader van de havenstaatcontrole, deelt de Commissie het geachte parlementslid mede dat de Prestige niet afkomstig was uit een haven in het noorden van Spanje, maar uit Rusland en Letland en op weg was naar Singapore.

Dit schip was voor het laatst onderworpen aan een havenstaatcontrole in september 1999 in Rotterdam. Daarna heeft het verschillende havens aangedaan in de Unie of in lidstaten van het Memorandum van Parijs, waaronder Gibraltar.

In dit verband heeft de Commissie, overeenkomstig haar bevoegdheid, de autoriteiten van verschillende staten aangeschreven om zich op de hoogte te stellen van het gebrek aan controles in havens waar het schip de laatste tijd heeft aangelegd en die onder hun jurisdictie vallen.

(1) COM(2002) 539 def.

(2) COM(2002) 681 def.